Hartenwens: Christiane (86) werd model voor 1 dag

02-12-2025

Op donderdag 23 oktober 2025 ging een bijzondere droom in vervulling voor Christiane, een 86-jarige dame uit Sint-Katelijne-Waver. Dankzij het Hartenwens-initiatief van S-Plus mocht zij zich voor één dag een echt fotomodel voelen, een wens die ze al even koesterde.

Christiane is een echte fashionista: stijlvol, elegant en altijd tot in de puntjes verzorgd. Eén van haar favoriete merken is Mayerline, en precies daar, in de Mayerline-winkel op de Ijzerenleen in Mechelen, beleefde zij haar onvergetelijke Hartenwens. Met een grote glimlach mocht ze verschillende outfits passen en showen, zorgvuldig uitgekozen door de stylistes van Mayerline. Als kers op de taart mocht ze zelfs enkele prachtige stukken aankopen om haar garderobe verder aan te vullen.

Een professionele haarstyliste en visagiste zorgden ervoor dat Christiane helemaal straalde. Tijdens een stijlvolle fotoshoot legde een fotograaf haar stralende verschijning vast, een moment om nooit meer te vergeten.

Creativiteit zit duidelijk in de familie. Vroeger naaide Christiane zelf, en samen met haar tweelingzus maakte ze zelfs haar eigen trouwkleed. Beide zussen studeerden verpleegkunde en werkten later in het Brugmann-ziekenhuis. Ook vandaag blijft Christiane creatief bezig met het schrijven van gedichten.

Zorgen zat haar altijd in het bloed: voor haar echtgenoot, haar kinderen en haar omgeving. Toen haar man na een zwaar ongeval hulpbehoevend werd, verzorgde zij hem zeven jaar lang. In 2024 verloor ze ook haar tweelingzus. Deze Hartenwens betekende dan ook meer dan alleen een fotoshoot. Het werd een dag waarin Christiane, meer dan ooit, mocht stralen.

Hartenwens maakt unieke dromen van kwetsbare ouderen en zorgbehoevenden waar. Stille wensen, kleine of grote verlangens die voor velen vanzelfsprekend lijken, maar die zij zelf niet altijd meer kunnen realiseren. Deze dag in Mayerline Mechelen zal voor Christiane nog lang nazinderen ...

Foto's door: Frank van Holebeke

Hartenwens 1
Hartenwens 2
Hartenwens 3
Hartenwens 4
Hartenwens 5
Hartenwens 6
Hartenwens 7
Hartenwens
Hartenwens

Hoe willen we zorg ontvangen als we ouder worden

24-11-2025

In Ik werd kamer 235 beschrijft Lieve Flour haar leven in een woonzorgcentrum, met scherpe observaties en een warm pleidooi voor menselijkheid. Haar persoonlijke blik zet aan tot nadenken over respect, autonomie en verbondenheid. Ook Magda De Meyer, voorzitter van de Vlaamse ouderenraad en S-Plusser, deelt haar visie. Zij legt uit hoe woonzorgcentra meer op maat van bewoners kunnen worden ingericht en welke stappen het beleid kan zetten. Samen tonen ze hoe ouderenzorg anders en beter kan.

Recensie: Ik werd kamer 235 van Lieve Flour

Moet zorg in een woonzorgcentrum je echt overkomen of niet? In Ik werd kamer 235 neemt Lieve Flour de lezer mee naar het hart van een woonzorgcentrum, waar ze zelf als tachtiger noodgedwongen haar intrek nam. Vanuit haar nieuwe thuis – kamer 235 – beschrijft ze met open blik, scherpe observaties en een warm hart hoe het is om plots afhankelijk te worden van zorg.

Haar boodschap is vrij duidelijk: ze wil geen zorg ondergaan, maar ontvangen. Met respect, menselijkheid en ruimte voor haar eigen keuzes. Wat dit boek bijzonder maakt, is de combinatie van persoonlijke ervaring en maatschappelijke reflectie. Flour schrijft niet vanuit theorie, maar vanuit het leven zelf. Ze laat zien hoe kleine gebaren, zoals een kopje koffie of een vriendelijk woord, een wereld van verschil maken. Tegelijk schuwt ze de pijnlijke kanten niet: het verlies van autonomie, de soms kille regels, en het gevoel van onzichtbaarheid dat ouderen kunnen ervaren.

Zorg draait om meer dan regels en routines; het gaat om respect, verbondenheid en menselijkheid

De stijl is helder, toegankelijk en zonder franjes. Geen aanklacht, maar een uitnodiging tot verbetering. Flour benoemt wat goed gaat, prijst zorgverleners waar het verdiend is, maar stelt ook kritische vragen. Waarom voelt zorg soms als iets dat je moet ondergaan in plaats van ontvangen? Hoe kan het anders?

Wat opvalt, is haar zachte maar doordringende toon. Ze is nooit bitter, wel vastberaden. Ze wil gehoord worden, niet alleen voor zichzelf, maar voor alle bewoners die vaak in stilte leven. Thema’s als eenzaamheid, intimiteit, diversiteit en zingeving komen aan bod, telkens met respect en nuance. Het boek is dus geen aanklacht, maar een mild kritische uitnodiging tot verbetering.

Ze schrijft over de pijnpunten, maar deelt evengoed wat goed gaat, en geeft oprecht schouderklopjes aan wie dat verdient. Haar boodschap is eenvoudig en duidelijk. Zorg draait om meer dan regels en routines; het gaat om respect, verbondenheid en menselijkheid.

Ik werd kamer 235 is een boek voor zorgverleners, beleidsmakers, familieleden en iedereen die wil begrijpen hoe ouder worden in Vlaanderen écht voelt. Het is een pleidooi voor menselijkheid in de zorg, geschreven door iemand die het van binnenuit beleeft. Een aanrader, niet alleen om te lezen, maar om bij stil te staan.

Meer info
‘Ik werd kamer 235’ van Lieve Flour werd uitgegeven bij Politeia. Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel of via www.politeia.be.

Magda De Meyer: "Inspraak moet blijven, ook al verandert je woonplaats."

In het boek wordt gesteld dat woonzorgcentra vaak gebouwd zijn voor het personeel, niet voor de bewoners. Klopt dit volgens jou? Hoe zou een woonzorgcentrum er volgens jou idealiter moeten uitzien?
Magda: “Veel woonzorgcentra ogen als ziekenhuizen, met weinig huiselijke sfeer. Door de hoge werkdruk is er vaak geen tijd voor een babbel of activiteit op maat. Dat voedt het beeld dat je autonomie verliest bij een verhuis naar een WZC. Hoewel sommige centra inspraak stimuleren, is dat zeker niet overal zo. Er zijn inspirerende voorbeelden, maar ook veel werk aan de winkel.”

“De bewoner écht centraal zetten betekent: zelf bepalen wanneer je opstaat, wie je ontvangt, wat je doet. Van koffie drinken tot lid worden van een vereniging, of meebeslissen over personeel. Inspraak moet blijven, ook al verandert je woonplaats.”

Regels zijn nodig, maar mogen autonomie niet ondermijnen

De regels beperken soms de autonomie van bewoners. Welke concrete veranderingen zouden volgens jou de levenskwaliteit van bewoners het meest verbeteren?
Magda: “Een nieuwe voordeur verandert niet wie je bent. Regels zijn nodig, maar mogen autonomie niet ondermijnen. We moeten evolueren van medische naar woon- en leefregelgeving. Inspectie moet ook luisteren naar bewoners: voelen zij zich gehoord?” 

Huidhonger, intimiteit en seksualiteit zijn belangrijk voor het welzijn van de mens. Maar in tal van WZC zijn ouderen daar blijkbaar niet (meer?) mee bezig. Hoe kijk jij hier tegen aan?
Magda: “Het klopt niet dat ouderen geen nood hebben aan intimiteit. Er rust een taboe op. Iedereen heeft behoefte aan aanraking, vriendschap, fantasieën. WZC moeten nadenken over privacy, houding tegenover koppels, en openheid rond geaardheid. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn.”

Hoe kunnen bewoners zelf bijdragen aan een betere woonomgeving, ondanks de huidige beperkingen in WZC?
Magda: “Bewoners zijn meer dan zorgontvangers. Ze kunnen ideeën delen, tuinieren, kunst maken, een charter opstellen of een bewonersraad oprichten met echte beslissingsmacht. Via brieven, pers of sociale media kunnen ze druk uitoefenen op het beleid.”

Welke stappen kan het beleid nog nemen om de kwaliteit van WZC te verbeteren?
Magda: “De Vlaamse overheid moet duidelijke kwaliteitscriteria opstellen, niet enkel medisch maar ook rond wonen en leven. Transparantie is cruciaal, bijvoorbeeld via bevragingen bij bewoners. Ook moet elk WZC een kwaliteitscoördinator krijgen, niet één voor meerdere centra.”

Tot slot: hoe kan S-Plus bijdragen om een kwalitatief ouderenbeleid in Vlaanderen te garanderen? 
Magda: “Als ouderenvereniging kunnen we ouderenzorg mensgerichter maken. We ondersteunen bewoners, mantelzorgers en kaarten mobiliteit en digitale exclusie aan. Betaalbaarheid blijft een strijdpunt: een gemiddeld pensioen volstaat vaak niet om een WZC te betalen.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober - november - december 2025. Lees hier nog meer artikels.

Waarom sociale actie voor ouderen essentieel is

01-09-2025

Waarom sociale actie voor ouderen essentieel is: tegen leeftijdsdiscriminatie en voor een waardig leven

In Vlaanderen vormen ouderen een steeds grotere groep in onze samenleving. Toch botsen zij vaak op onzichtbare drempels die hun kansen en levenskwaliteit beperken. Leeftijdsdiscriminatie, of ageïsme, is een hardnekkig probleem dat velen treft. Het zorgt ervoor dat ouderen onterecht worden gezien als minder capabel, minder relevant of minder waard om mee te beslissen. Juist daarom is sociale actie voor S-Plus essentieel: om vooroordelen te doorbreken en de stem van ouderen te versterken.

Het verbeteren van de levenskwaliteit van ouderen is een kerndoel van S-Plus

Ageïsme leidt niet alleen tot uitsluiting op de werkvloer of in de gezondheidszorg, maar ook tot een verminderde maatschappelijke en politieke participatie. Het is essentieel dat ouderen actief kunnen meedenken en meebeslissen over beleid dat hun leven direct beïnvloedt. Door hen structureel te betrekken, bijvoorbeeld via inspraakraden, seniorenorganisaties en lokale initiatieven, versterken we hun rol als volwaardige partners in de samenleving. Dit draagt niet alleen bij aan betere beslissingen, maar verhoogt ook het gevoel van betrokkenheid en eigenwaarde van ouderen.

Het verbeteren van de levenskwaliteit van ouderen is een kerndoel van S-Plus. Dat betekent meer dan gezondheid en financiële zekerheid: het gaat ook om verbondenheid, zingeving en een veilige, waarderende leefomgeving. Initiatieven tegen eenzaamheid, voor toegankelijkheid en participatie zijn daarbij onmisbaar.

Door sociale actie te voeren tegen leeftijdsdiscriminatie en voor meer participatie, bouwen we aan een Vlaanderen waar ouderen niet aan de kant worden geschoven, maar waar ze volwaardig kunnen meedoen en zich thuis voelen. Dit versterkt niet alleen het individu, maar ook de gemeenschap als geheel.

Onze samenleving is rijker wanneer alle generaties met respect en aandacht samenleven. Daarom is het van groot belang om samen te werken aan een toekomst waarin ouderen waardig, actief en betrokken kunnen blijven. Zonder belemmeringen, vooroordelen of uitsluiting.

Word actievrijwilliger bij S-Plus!
Wij zoeken mensen die
- Overtuigingskracht hebben en op straat durven komen
- Anderen kunnen motiveren en inspireren
- Zorg willen dragen voor hun gemeenschap
- Samen willen werken

Voor onze actieteams in Leuven, Brussel, Hasselt, Genk, Gent, Brugge, Kortrijk, Antwerpen en Mechelen. Je maakt deel uit van de regionale werkgroep, samen met andere geëngageerde vrijwilligers. Samen organiseren jullie acties, versterken jullie netwerken en brengen jullie ouderenrechten op de kaart.

Wat vragen we? Enkele uurtjes van je tijd en de durf om zichtbaar op te komen voor S-Plus.

Wat bieden we? Ondersteuning met materiaal en vorming, onkostenvergoeding en fijne vrijwilligersmomenten.

Neem contact met ons op via info@s-plusvzw.be of 02 515 02 03

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2025. Lees hier nog meer artikels.

Hartenwens: een onvergetelijke ballonreis

01-09-2025

Met het unieke project Hartenwens vervult S-Plus al jarenlang kleine én grote dromen van kwetsbare ouderen. Deze keer stond de wens van Reinhilde Ramaekers uit Herk-de-Stad centraal, aangevraagd door haar zoon Dziubi Steenbergen, bekend van 'Blind getrouwd'. 

In 2017 kreeg Reinhilde de diagnose borstkanker, wat leidde tot de ingrijpende verwijdering van beide borsten en lymfeklieren. Sindsdien leeft ze dagelijks met pijn. Door het Lange QT-syndroom (LQTS) kan ze bovendien geen pijnstillers nemen zonder risico op een hartstilstand. Na consultaties bij drie pijnklinieken kreeg ze telkens hetzelfde advies: “leer leven met de pijn”.

Toch probeert Reinhilde haar dagen zo goed mogelijk te vullen. En om haar wat verlichting en vreugde te schenken, lieten we haar hartenwens in vervulling gaan: een onvergetelijke ballonvaart, samen met haar beste vriendin, buurvrouw en zoon die altijd voor haar klaarstaan.

Op zondag 10 augustus 2025 was het zover: Reinhilde steeg op tussen de wolken. Soms is geluk … gewoon even zweven! Een dag om nooit meer te vergeten!

Geniet mee van enkele mooie beelden ...

Hartenwens
Hartenwens
Hartenwens
Hartenwens
Ballonvaart
Ballonvaart
Hartenwens
Hartenwens
Hartenwens
Hartenwens

Bedankt, Herman De Loor!

31-07-2025

Als voorzitter van de S-Plusgroep in Zottegem en beleidsvrijwilliger zette Herman De Loor zich jarenlang in voor S-Plus. We praten met hem over zijn ervaring en waar we met S-Plus het verschil kunnen maken.

Herman de Loor

Hoe ben jij bij S-Plus, toen nog Vlaamse Federatie voor Socialistische Gepensioneerden, terechtgekomen? En hoe wist je van het bestaan af?
Herman: “Ik ben altijd zeer actief geweest binnen de socialistische beweging. Als jonge gast ben ik gestart bij de Jongsocialisten, waar ik later ook lid werd van het Nationaal Bestuur. Zo bleef ik mij verder engageren. Al snel sloot ik mij aan bij de BSP. Door mijn politieke engagement kwam ik vanzelf in contact met wat er leefde in Zottegem, en zo wist ik ook dat er een lokale afdeling van de VFSG actief was. Toen ik met pensioen ging, was het voor mij dan ook een logische stap om
daarbij aan te sluiten. Zo werd ik lid van de VFSG-afdeling Zottegem.”

Al onze leden zetten zich verdorie hard in om dagelijks het verschil te maken

Je staat bekend als een man van kordate aanpak. Nam jij meteen een bestuursfunctie op?
Herman: “Er werd mij meteen gevraagd om in het bestuur te komen, en ik heb dat dan ook gedaan. Ik liet toen het initiatief om alles te organiseren nog over aan de mensen die al jaren lid waren. Na verloop van tijd nam ik meer en meer zelf taken op.”

Hadden jullie een grote afdeling, en was er concurrentie met andere ouderenverenigingen?
Herman: “Ja, voornamelijk OKRA, toen de Kristelijke Beweging van Gepensioneerden (KBG). Die zijn in Zottegem nog altijd heel actief, maar vooral in de kleinere deelgemeenten. Van echte grote samenwerking kon je niet spreken. De toenmalige CVP zag ons vooral als concurrent voor de KBG. Dat zorgde er ook voor dat wij ons strijdvaardig op stelden natuurlijk.”

Wat was voor jullie afdeling toen belangrijk, waar zetten jullie op in?
Herman: “Onze mensen samenbrengen en informeren over de actualiteit, dat was vooral onze inzet. Maar we willen hen ook iets bijbrengen over de werking van de socialistische beweging.”

Hadden jullie dan veel contact met de partij?
Herman: “Sowieso met het ziekenfonds, maar zeker ook met de partij. Met mijn ervaring als volksvertegenwoordiger en burgermeesterschap had ik natuurlijk wel goede contacten ook.” 

Politiek zit in je bloed, dat weten we. Hoe lang ben je al actief in de S-Plus beleidswerkgroep?
Herman: “Ja, dat is van thuis uit, hé. Bij mijn zonen is dat ook zo. Van ‘s morgens tot ‘s avonds ging het over politiek. Deelnemen aan de beleidswerkgroep paste perfect in dat plaatje. Ik heb dan ook meteen toegezegd toen ik werd gevraagd om lid te worden.”

Heb je met de beleidswerkgroep het verschil kunnen maken?
Herman: “Ja, daar ben ik van overtuigd. Anders zet je je daar niet voor in. Ik denk maar aan onze memoranda die we bij elke verkiezingen opstellen. Het is belangrijk dat we onze stem laten horen, anders worden we aan de kant geschoven. Daarom blijf ik me op verschillende vlakken nog inzetten als socialist in de brede zin. Vandaag ben ik nog voorzitter van de coöperatieve vennootschap Werkerswelzijn, die eigenaar is van het Zottegemse Volkshuis."

Je bent ook jaren S-Plusvertegenwoordiger geweest bij de Vlaamse Ouderenraad. Welke thema’s lagen je het meeste aan het hart?
Herman: “Ik heb dat 10 jaar gedaan vanuit diezelfde socialistische gedrevenheid. Ik zat in de commissie wonen en mobiliteit. Met hart en ziel heb ik daar mijn inbreng gedaan, met steun van S-Plus. Die steun is niet onbelangrijk, want Okra is een grote speler, en dat voel je constant. Daarnaast ben ik blij dat S-Plus Magda De Meyer als nieuwe voorzitter van VLORA heeft kunnen voordragen. Zo zie je dat we als vereniging toch een verschil kunnen maken.”

Ik heb graag mensen met levenservaring die zaken naar voren brengen, en dat vind ik terug bij S-Plus en de beleidswerkgroep

Hoe zag je jezelf als lid van die commissie? Man van het conflict of eerder van de consensus?
Herman: “Als man van de consensus. VLORA heeft me ooit gevraagd om voorzitter te worden van de commissie. Maar ik had het te druk. En mijn prioriteit lag bij S-Plus en, natuurlijk, Zottegem.”

Maakt S-Plus voldoende het verschil volgens jou?
Herman: “Zeker. Al onze leden zetten zich verdorie hard in om dagelijks het verschil te maken. Dat is geen grote politiek, hé. Dat gaat over kleine zaken, vooral op lokaal vlak. De ervaring die ze lokaal opdoen, maar dan verwoorden op de hogere politieke niveaus. Dat is belangrijk.”

Wat denk van de invoering van de regionale beleidswerkgroepen?
Herman: “Het is belangrijk dat mensen uit de praktijk hun inbreng kunnen doen. Niet alleen theorie. Daar ben ik vooral voorstander van. Dus voor mij zeker een meerwaarde.”

Je bent al jaren bij S-Plus betrokken. Wat is het belangrijkste moment geweest?
Herman: “Ik wil niks over het hoofd zien. Alles lijkt mij belangrijk. Zeker alles wat op de S-Plustafel naar voren kwam, heb ik helpen uitdragen. Ook al was dat soms tegen mijn eigen mening. Maar ik volgde en steunde de standpunten die bij de meerderheid werden gestemd. Ik heb graag mensen met levenservaring die zaken naar voren brengen, en dat vind ik terug bij S-Plus en de beleidswerkgroep. Waarmee ik niet wil zeggen dat experten onbelangrijk zijn. Maar liefst niet te veel regelneverij.”

Hoe bedoel je? 
Herman: “Daar ben ik echt tegen, ook in het parlement. Ik heb dikwijls gezegd dat ze daarmee moeten stoppen. Te veel regels lost niets op, integendeel. Houd het eenvoudig, want anders krijg je veel te veel procedurefouten die volgens mij niet nodig zijn.”

Herman, het siert je dat je een stap opzij zet, en de kans wil geven aan anderen. Wat wil je deze mensen nog meegeven?
Herman: “Omring je vooral met mensen die lokaal veel ervaring hebben, die de lokale problemen kennen. Daar kan je echt het verschil maken. Blijf met je voeten op de grond. Ik heb niks tegen grote theorieën, dat kan helpen, maar ik wil vooral mensen zien die de handen uit de mouwen steken en zaken concreet vooruithelpen.” 

Dank je wel Herman, voor je jarenlange inzet.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2025. Lees hier nog meer artikels.

Een bezige bij

22-07-2025

Steven Verhaeghe is imker en bestuurslid bij het Vlaams Bijeninstituut. Hij geeft het vak ‘imkeren’ aan de hotelschool en heeft een microbrouwerij waar hij bier brouwt met, jawel, honing. De honingbij zit in zijn hele leven verweven. Hoe is dat zo gekomen?

Bijen

Steven: “Het eerste zaadje is al lang geleden geplant. We hadden imkers in de familie, en ik was altijd gefascineerd door wat ze deden. Ik ging bij hen kijken en mocht ook al wel eens helpen. Maar je bent pas echt een imker nadat je een opleiding hebt gevolgd. Dat heb ik gedaan net voor de coronaperiode bij bijenvereniging ‘De Kustbie’. De opleiding is heel uitgebreid en eindigt met een examen en een diploma. De stadsimker van Gistel was mijn eerste ‘bijenvoorziener’ en een collega van de hotelschool werd mijn peter. Zij vormden mijn coronabubbel. Zo ben ik echt gestart met imkeren.”

Als beginnend imker heb je best een peter. Wat doet hij voor jou?
Steven: “Hij zorgt ervoor dat je een bijenvolk hebt. Je start met een kastje met 3 ramen, dat best ook bij de peter staat. Alles wat de peter in zijn kasten doet, kan je dan meevolgen. Hij zal je helpen de koningin te herkennen, zij is wat smaller en langer. Als het volk uitgegroeid is tot een kast met 11 ramen, kan je de kast verplaatsen. En dat doe je dan best minstens 3 km van waar de kasten van de peter staan. Een bij vliegt altijd terug naar zijn kast. Als je jouw kast minder dan 3 km verplaatst, heb je kans dat de bij terugvliegt naar de oude kast.”

Je bent pas echt een imker nadat je de opleiding hebt gevolgd

Imkeren is een tijdrovende bezigheid. Wat doet een imker dan zoal?
Steven: “We zijn nu (half april) aan de start van het bijenseizoen. Onze bijenvolken komen stilaan weer buiten. Dat gebeurt van als het ongeveer 18 graden is. In de winter blijven ze in de kast en houden ze de koningin warm. Het eerste wat we doen aan de start van het seizoen, is gaan kijken naar onze kasten. Ik heb intussen in Gistel, Brugge, Veurne en de Ardennen bijenkasten. Meestal zit ik een tijdje bij de kasten en ik observeer. Als ik bijvoorbeeld zie dat bijtjes stuifmeel naar de kast brengen, betekent dat dat de koningin in goeie gezondheid is. Want ze brengen het stuifmeel voor het
jonge broed van de koningin. De mate dat ze vliegen is ook belangrijk. Maar ook voelen aan de kast of er een licht tokje tegen geven zodat je voelt of hoort dat er veel bedrijvigheid in zit. In een volgende stap gaan we kijken in de kast. Dat doen we niet veel. De temperatuur binnen is perfect en we willen niet dat het binnen afkoelt. Binnen in de kast kunnen we heel snel zien of de koningin eitjes heeft gelegd en wanneer ze dat gedaan heeft. Elke 7 à 8 dagen ga ik naar mijn kasten kijken.”

Hoeveel bijen zitten er in zo één kast?
Steven: “In de zomer kunnen er in een kast zo een 60 000 à 70 000 bijen zitten. Een koningin kan in de zomer tot 2000 eitjes per dag leggen, dus zo een bijenvolk groeit snel aan. Je hebt natuurlijk wel verschillende modellen van kasten. Binnen zo een kast is er altijd maar 1 koningin. De werksters zorgen voor de koningin en brengen stuifmeel binnen. De darren hebben slechts 1 functie, en dat is het bevruchten van de koningin. Als dat gebeurd is, sterven ze. Een bijtje leeft sowieso maar een zestal weken.”

Als een bij maar 6 weken leeft, zijn er dan veel die de winter overleven?
Steven: “Goeie vraag! Gelukkig sterven ze niet allemaal. Het volk verkleint wel. De werksters vormen een bol rond de koningin en zorgen met hun vleugels voor de temperatuur- en warmtehuishouding. Als je aan de buitenkant van die bol zit en je zit de hele tijd met je vleugels te wapperen, dan gebruik je veel energie. Die werksters halen het vaak niet. Maar meestal overleven een mooi aantal bijen de winter.”

Wat gebeurt er als de kast te klein wordt voor het aantal bijen?
Steven: “Dan gaat het bijenvolk zorgen dat er extra koninginnen geboren worden. Zodra dat gebeurt, beslist de oude koningin om te vertrekken met een deel van het bijenvolk. Je ziet dan een wolk van bijen, heel mooi vind ik, die zich ergens zullen zetten. Dat kan op een tak zijn, een holle boom, een fiets ... De bijen vormen dan een bol rond de koningin. Zo een wolk van bijen is eigenlijk zachtaardig. Voor ze vertrekken, laven ze zich aan hun honing. Ze zijn voldaan. Bij mensen is dat ook zo, na een zwaar diner willen wij ook liefst ergens zitten en het eten laten zakken. De bol van bijen kan soms een paar dagen blijven hangen, tot ze nieuwe huisvesting gevonden hebben. Als je er zo een ziet, kan je best een imker uit de buurt bellen. Hij zal de bol met plezier komen halen.”

Overal waar ik ga, loop ik wel een tuincentrum binnen om iets te kopen voor mijn bijen

Gaat je liefde voor bijen ook verder dan enkel de bijenkasten?
Steven: “Ik heb in mijn tuin uiteraard ook heel wat planten die bijen aantrekken. Overal waar ik ga, loop ik wel een tuincentrum binnen en breng ik iets mee voor mijn bijen. Maar ik moet de tuin wat herschikken, zodat we er wat meer rust kunnen vinden.” (lacht)

En dan heb je ook nog de bijenbrouwerij?
Steven: “Ja, dat is een microbrouwerij, waar ik bier brouw met honing. Het is heel kleinschalig, ik brouw met de honing die ik krijg van de bijen. Het bier kan besteld worden via www.bijen-brouwerij.be, naar gelang de beschikbaarheid.”

Heb je nog tips voor mensen die iets willen doen voor bijen?
Steven: “Bloemen zaaien! Vooral het Tübinger- en het Brandenburgermengsel zijn erg goed voor de bijen en groeien hier goed. Als je bloemen zaait, mag je dat nooit in het gras doen. Het gras is sterker dan de bloemzaadjes. Je moet het gras altijd eerst wegdoen. Mensen die geen tuin hebben, kunnen kruiden zetten in een potje. De bijen zijn dol op lavendel, bieslook of rozemarijn.”

Het Vlaams Bijeninstituut staat open voor alle imkerverenigingen en hun leden. Daarnaast verwelkomen ze graag alle organisaties en personen met interesse voor de natuur, de bijenwereld en de bestuivende insecten in het algemeen. Je vindt er meer informatie over op www.vlaamsbijeninstituut.be.

Vraag je gratis zakje bloemzaadjes aan bij S-Plus! De actie is geldig zolang de voorraad strekt (max. 2 zakjes p.p.).
Antwerpen: T 03 285 43 36 E antwerpen@s-plusvzw.be
Limburg: T 011 24 73 60 E helga.vangenechten@s-plusvzw.be
Oost-Vlaanderen: T 09 333 57 76 E o-vl@s-plusvzw.be
Vlaams-Brabant: T 02 546 15 92 E brabant@s-plusvzw.be 02 546 15 92
West-Vlaanderen
Regio Kortrijk: T 056 52 77 47 E sabrina.parrenojimenez@s-plusvzw.be
Regio Brugge: T 050 44 79 51 E ellen.deneire@s-plusvzw.be

Win!
Bezorg een foto van je bloementapijt aan info@s-plusvzw.be, doe dit voor 31 oktober 2025. Onder alle inzendingen verloten we enkele mooie prijzen!

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2025. Lees hier nog meer artikels.

Webinar: wegcode en veiligheid e-bike

08-07-2025

Opfrissing van de wegcode en tips voor veilig e-bikegebruik

webinar

De verkeersregels veranderen voortdurend. Met de opkomst van nieuwe vervoersmiddelen zoals de elektrische fiets en de elektrische step is het belangrijk om de wegcode goed te blijven kennen.

In dit gratis webinar frissen we samen met het Vias institute de belangrijkste regels op en geven we praktische tips om veilig op weg te gaan met je e-bike. Zo ben je helemaal klaar om met een gerust hart de baan op te gaan.

Vias institute is een onafhankelijk kenniscentrum dat zich inzet voor meer verkeersveiligheid, mobiliteit en gezondheid. Je kent hen wellicht van de bekende BOB-campagnes tegen alcohol in het verkeer.

Volg het webinar live op je computer, tablet of smartphone. Tijdens de uitzending kun je je vragen stellen in de chat. Ook na afloop is er nog 15 minuten voorzien om vragen te beantwoorden.

Kan je toch niet aanwezig zijn, maar heb je wel interesse? Bij inschrijving krijg je na afloop een link om het webinar te herbekijken.

Praktische info
Datum: dinsdag 16 september, om 19.30 uur (webinar duurt ongeveer een uurtje)
Prijs: gratis
Inschrijven:  klik hier

Zorgen voor morgen

16-06-2025

Auteurs Daan Duppen en Dirk Doucet zijn gerontologen die dagelijks werken aan het verbeteren van de zorg voor ouderen en kwetsbare mensen. Dit boek is geschreven voor iedereen die zich bezighoudt met ouder worden en waarde hecht aan de kwaliteit van het leven. Of je nu zelf ouder wordt, een naaste hebt die zorg nodig heeft, of werkt in de zorg of het beleid, dit boek biedt een heldere visie en concrete oplossingen. 

Voor veel mensen draait kwaliteitsvol ouder worden om gezondheid, maar het sociale aspect is minstens zo belangrijk: mensen hebben elkaar nodig. Het liefst blijven ouderen in hun eigen huis wonen, maar als dat niet meer mogelijk is, bestaan er
2 bekende alternatieven: assistentiewoningen of woonzorgcentra. Wanneer kwetsbaarheid toeneemt, komen zorgprofessionals en mantelzorgers in beeld. Ook daar zijn nog stappen te zetten om de zorg en ondersteuning te verbeteren. De overheid doet grote investeringen, maar uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij het individu om tijdig in actie te komen en kansen te grijpen – liefst nog vóór afhankelijkheid een rol speelt.

Voor wie oplossingen zoekt is het belangrijk te begrijpen wat fysieke, psychische, cognitieve en contextuele kwetsbaarheid betekent. Voor veel ouderen is aangepast thuis wonen de beste optie. Als dat niet haalbaar is, wijzen de auteurs op het tekort aan lokale dienstencentra. Ze halen ook inspirerende cohousing-projecten aan, die een waardevol alternatief bieden voor ouderen die nog zelfstandig kunnen leven.

Als ouderen de regie over hun leven willen behouden, moeten ze tijdig actie ondernemen – een boodschap die doorheen het boek meerdere keren terugkomt

Als ouderen de regie over hun leven willen behouden, moeten ze tijdig actie ondernemen – een boodschap die doorheen het boek meerdere keren terugkomt, aangevuld met praktische aanbevelingen. Thema’s zoals wilsbekwaamheid en euthanasie worden besproken, net als uitdagingen van volledige zorgafhankelijkheid in een woonzorgcentrum. De auteurs tonen in een historisch overzicht welke verbeteringen in de ouderenzorg zijn gekomen, met een sterke focus op wonen als eerste prioriteit, en pas daarna de zorg.

Het boek belicht verschillende woonvormen, met hun voor en nadelen, en vooral hoe ze nog beter gerealiseerd kunnen
worden. Het welzijn van kwetsbare ouderen ligt niet alleen in de handen van de overheid, maar van de hele samenleving. Wat er nog ontbreekt en hoe dit verbeterd kan worden, komt uitgebreid aan bod in het hoofdstuk ‘Zorg in en door de
samenleving’. 

Ook maatschappelijke participatie krijgt aandacht. Ouderen raken te snel geïsoleerd, wat leidt tot eenzaamheid en achteruitgang. Een buurtzorghuis zou hierin een cruciale rol kunnen spelen, een oplossing die wordt besproken in het laatste hoofdstuk. Wie voorzorgsmaatregelen treft – zoals een gezonde levensstijl, wonen in een vertrouwde buurt, zich omringen door bekende buren en een vertrouwde mantelzorger – vergroot de kans op een waardig en zelfstandig leven, tot het einde toe.

Zoals Ann Peuteman schrijft in haar nawoord: "De auteurs geven hun lezers niet alleen broodnodige informatie over een levensfase waar velen weinig over (willen) weten, ze zetten hen ook op weg om het heft in eigen handen te nemen."

Meer info
Zorgen voor morgen’ van Daan Duppen en Dirk Doucet (Pelckmans Uitgevers) is o.a. verkrijgbaar bij de Standaard Boekhandel voor € 20, het e-boek voor € 10,99.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2025. Lees hier nog meer artikels.

Seksualiteit, een basisrecht levenslang!

12-06-2025

Seksualiteit is een onderdeel van het leven, ongeacht leeftijd. Door een beleid te ontwikkelen dat seksualiteit en intimiteit als basisrecht erkent, kan er worden bijgedragen aan het algemeen welzijn en de levenskwaliteit. Dat vinden ze ook bij Aditi vzw. Ze willen seksualiteit en intimiteit binnen een zorgcontext bespreekbaar én mogelijk maken. Miek Scheepers is coördinator van Aditi vzw en heeft heel wat ervaring rond dit thema.

Wat is Aditi, en wat doen jullie?
Miek: “Aditi vzw is een expertisecentrum voor informatie, advies en ondersteuning voor mensen met een ondersteuningsnood. Dat zijn mensen met een beperking, mensen met een psychische zorgnood en als laatste doelgroep kwetsbare ouderen. We zetten daar ‘kwetsbare’ voor, omdat we ons niet onmiddellijk richten naar de actieve senioren, maar naar ouderen waarbij er bijkomende problemen zijn. Vaak gaat het om mensen die verblijven binnen een woonzorgcentrum, maar dat kunnen ook mensen zijn in een zorgende omgeving met ondersteuning van (thuis) hulp.

Aditi wil het maatschappelijke debat over seksualiteit aangaan en biedt consulten aan om oplossingen te vinden. Een belangrijke pijler is deskundigheidsbevordering, waarbij het netwerk rond de doelgroep wordt versterkt in het omgaan met seksuele gezondheid. Dit doen we door teamondersteuning, vormingen en pleiten voor beleid rond seksuele gezondheid in organisaties. We merken dat kwetsbare ouderen vaak afhankelijk zijn van hun netwerk en hoe dat netwerk tegenover seksualiteit en seksuele gezondheid staat.”

Als de privacy op het eind van het leven beperkt is tot een aantal vierkante meter, moet de bewoner daar de volledige regie over hebben

Als mensen aan Aditi denken, associëren ze het vaak met seksuele dienstverlening, maar jullie doen veel meer
Miek: “Hoewel seksuele dienstverlening een onderdeel is, ligt onze hoofdopdracht bij práten over seksuele gezondheid. Dat lijkt een hele simpele, maar er zitten zoveel emoties, cultuur en ideeën achter. Als maatschappij moeten we algemeen, maar zeker ook naar deze kwetsbare doelgroepen, blijven inzetten op de bespreekbaarheid van seksualiteit. Praten is essentieel om misbruik te voorkomen.” 

Ervaar je in bepaalde woonzorgcentra uitdagingen?
Miek: “Er zijn effectief uitdagingen op verschillende vlakken. We vertrekken vanuit ons verhaal steeds vanuit de rechten van mensen. Een heel belangrijk onderdeel van het recht op seksualiteit is het recht op privacy. Mensen moeten in een veilige omgeving hun seksualiteit kunnen bespreken en beleven. Ook het recht op eigen keuzes maken is belangrijk. Privacy en zelfregie zijn echter net twee items waar we regelmatig tegenaan botsen.”

Kan je daar voorbeelden van geven?
Miek: “Bij iemand met dementie is het belangrijk te bepalen of ze nog beslissingen kunnen nemen. Vaak vragen zorgkundigen of de kinderen moeten worden ingelicht. Het is echter niet noodzakelijk zo dat mensen met dementie geen keuzes kunnen maken. Het gaat hier om de psychologische privacy van de oudere. Hoeveel mensen moeten dit weten? Mag je dit delen? Het zijn vaak complexe vragen. We pleiten voor beleid en training om respectvol met seksualiteit om te gaan.

Een ander aspect is de ruimtelijke privacy. Zorgpersoneel ziet het woonzorgcentrum als hun werkplek, maar het is de woonplaats van de ouderen. Privacy moet gerespecteerd worden. Zorgverleners moeten aankloppen en discreet omgaan met wat ze zien en horen. Als de privacy op het eind van het leven beperkt is tot een aantal vierkante meter, moet de bewoner daar de volledige regie over hebben. We motiveren om daar een beleid over uit te werken. Regels afspreken en de zorgkundigen trainen, zodat er een attitude wordt gestimuleerd om op een respectvolle manier om te gaan met seksualiteit. Mensen moeten in een veilige omgeving hun verhaal kunnen doen en hun verlangens kunnen uiten. Zonder dat hun verhaal zal rondgaan bij de koffiemachine.”

Hoe is de ervaring bij de ouderen met een kwetsbaarheid zelf? Zijn er positieve reacties waarbij jullie echt het verschil hebben gemaakt?
Miek: “Ouderen zijn vaak blij dat ze hun verhaal kunnen doen en gehoord worden. Niet elk probleem heeft een oplossing nodig. Gewoon luisteren en erkend worden in je verlangens en noden is belangrijk. Doorverwijzing naar seksuele dienstverlening geeft vaak een concreet antwoord op hun vragen, maar dat hoeft niet altijd. Een goed gesprek over relaties, intimiteit of seksualiteit geeft bij velen al opluchting. Zodat ze voelen dat het niet abnormaal is. Zeker bij die generatie waar er in hun jonge jaren nog een groter taboe op seksualiteit rustte.”

Beeldvorming rond ouderen en seksualiteit blijft een taboe. Is dat ook iets waar jullie tegenaan botsen?
Miek: “Stereotypen en vooroordelen. Het heeft zelfs een naam: ageïsme. Wij kunnen dat via vormingen aankaarten, maar er is maatschappelijk veel meer nodig. Het heeft te maken met hoe we als hele maatschappij naar ouderen kijken. Vaak worden ouderen gezien als een last, een kost. Zelden worden daar de winstfactoren van ouderen tegenover geplaatst. We moeten als maatschappij de meerwaarde en wijsheid van ouderen erkennen. Vrijwilligerswerk en zorg voor kleinkinderen zijn voorbeelden, neem dat weg en een groot deel van de zorg zou ineenstuiken. Bij mensen met een beperking werken we naast de seksuele rechten en vanuit het VN-verdrag voor gelijke rechten voor mensen met een beperking. Misschien zijn we wel toe aan een verdrag voor gelijke rechten voor ouderen?”

Zijn er vanuit Aditi beleidsvoorstellen naar de overheid toe? 
Miek: “We pleiten voor een verplicht beleid rond seksuele gezondheid bij organisaties waar kwetsbare personen met een ondersteuningsnood residentieel verblijven. Zonder beleid wordt het vaak enkel opgenomen wanneer zich problemen voordoen. Bij een beleid rond seksuele gezondheid zet je in op kwaliteit van leven, hoe je omgaat met de privacy, of een partner kan blijven slapen, is er aandacht voor intimiteit en activiteiten daarrond. Maar een kwalitatief beleid houdt ook preventie in. Het bespreekbaar maken van seksualiteit, intimiteit en relaties, helpt bij preventie en een snelle, adequate aanpak van problemen.“

Waarom is de pijler van vorming zo belangrijk?
Miek: “We geven gastcolleges, vormingen aan zorgprofessionals en organiseren opleidingen tot referentiepersoon RIS (relaties, intimiteit en seksualiteit). Dit helpt zorgverleners om open en respectvol met seksualiteit om te gaan. Er zijn steeds nieuwe generaties zorgverleners, allemaal met een eigen achtergrond. In het onderwijs komt het thema seksualiteit zelden of weinig uitgebreid aan bod. Het blijft bizar dat je opgeleid wordt in de menswetenschappen en dat zo’n belangrijk deel van ons menszijn niet aan bod komt. Seksualiteit is de basis van ons bestaan. Iedere dag opnieuw proberen we daarom nieuwe generaties mee te nemen in dat verhaal.

Misschien zijn we wel toe aan een verdrag voor gelijke rechten voor ouderen?

We zien in de praktijk dat die functie referentiepersoon RIS nodig is, en dat het werkt. Professionelen zijn zelf vragende partij om een aanspreekpunt te hebben binnen hun organisatie. Een referentiepersoon RIS is daarnaast ook aanspreekpersoon voor de oudere(n) en voor familie. Je creëert op deze manier een openheid om op een respectvolle manier met elkaar te praten over relaties, intimiteit en seksualiteit. Een dergelijke cultuur is nodig omdat je inzet op kwaliteit van leven en situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag zoveel mogelijk vermijdt. Dat is zorgen voor elkaar.”

Is educatie voor de familie nodig?
Miek: “Zorgverleners weten soms niet hoe ze met familie moeten omgaan. Er is discretieplicht, maar als iemand echt kwetsbaar wordt, is het soms nodig om de familie te betrekken. Dat mag echter geen vrijgeleide zijn om aan de familie het beslissingsrecht te geven. We gaan doorgaans als professionele medewerker en familie samen op zoek hoe we de beste ondersteunen kunnen bieden.

Lastige situaties ontstaan bijvoorbeeld als kinderen een moeilijke relatie met hun ouder hebben. Ik herinner me een gesprek met een zoon die ook bewindvoerder was. Zijn vader was vroeger vrij dominant en gebruikte vaak geweld in plaats van woorden. Voor de zoon was het moeilijk om ruimte te geven aan de intimiteit- en seksualiteitsnoden en vragen van zijn vader. Zijn verhaal hielp ons begrijpen waarom er zoveel weerstand was. Bemiddelen en het debat op gang brengen is hier een van onze taken.”

Is er bij de ouderen zelf meer nood aan educatie en kennis?
Miek: “We horen het niet alleen uit de praktijk, maar het blijkt ook uit onderzoek. Ouderen vinden het vaak moeilijk om over seksualiteit te beginnen, maar willen wel dat erover gesproken wordt. We moedigen professionals aan om het onderwerp aan te kaarten. De mensen zullen zelf wel aangeven of ze meestappen in een gesprek. Intimiteit bij ouderen
moet zichtbaar en bespreekbaar gemaakt worden. Het boekje ‘Tijdloze Goesting’ van S-Plus is heel dankbaar daarvoor. We refereren er vaak naar bij de WZC. Zoals we gewoon de vraag stellen “Wat eet je graag?”, zou intimiteit en seksualiteit even bespreekbaar moeten zijn. Komaan, smijt dat op tafel!”

Las je ‘Tijdloze Goesting’ al? 
Lees het hier online of vraag een gratis exemplaar (enkel verzendkosten) via 02 515 02 06.

Meer info over Aditi?
www.aditivzw.be

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2025. Lees hier nog meer artikels.

Al zoemend de lente in

21-05-2025

Tijdens de Week van de Bij wordt jaarlijks aandacht gevraagd voor het belang van bijen en andere bestuivers. Bijen zijn cruciaal voor onze natuur en voedselvoorziening, maar staan helaas onder grote druk. Maar er is ook goed nieuws, want ieder van ons kan helpen om de bij te redden.

Waarom bijen belangrijk zijn

Bijen zorgen voor de bestuiving van planten, wat essentieel is voor de productie van zaden en vruchten. Zonder bijen zouden we veel minder fruit en groenten hebben, zoals kersen, appels, frambozen, courgettes, paprika’s en avocado’s. Onze voeding zou veel minder gevarieerd zijn. Daarnaast geven bijen ons inzicht in de gezondheid van onze natuur. Door stuifmeel van honingbijen te onderzoeken, kunnen we de aanwezigheid van chemische stoffen in onze omgeving meten en maatregelennemen om de leefomgeving van bijen te verbeteren.

Zonder bijen zou onze voeding veel minder gevarieerd zijn

Oorzaken van bijensterfte

In 2013 haalde meer dan 34 % van de bijen in Europa de lente niet. Dit heeft verschillende oorzaken:

  • Voedseltekort: Het aanbod aan voedsel voor bijen is gedaald. Stuifmeel is essentieel voor de larven van bijen en hommels. Door de toename van gebouwen, beton en asfalt is er minder groen en dus minder stuifmeel. Er zijn weinig braakliggende gronden met wilde planten en bloemen. Ook openbare domeinen en particuliere tuinen worden steeds netter, waardoor er minder ruimte is voor diversiteit.
  • Chemische middelen: Het overmatig gebruik van chemische middelen door particulieren, industrie en landbouw is een andere oorzaak. Uit onderzoek blijkt dat er 2 tot 12 verschillende chemische sporen te vinden zijn in honingraten, wat verzwakte bijen fataal kan worden.
  • Klimaatverandering: Lange droge zomers zorgen ervoor dat planten weinig nectar produceren. Ook de late nazomer is problematisch; bijen blijven actief terwijl planten al uitgebloeid zijn. Hierdoor vliegen honingbijen vruchteloos rond op zoek naar voedsel, wat leidt tot sterfte of verzwakte bijen die de winter niet overleven.
  • Varroamijt: Deze Aziatische mijt is in bijna elke bijenkast te vinden. De mijt bijt zich vast aan de bij en voedt zich met de lichaamssappen, waardoor de bij verzwakt en kwetsbaarder wordt voor virussen. 

Samen maken we een verschil 

Iedereen kan helpen om het aantal bijen in onze tuinen te vergroten. Op www.weekvandebij.be vind je leuke ideeën en tips voor je tuin, terras of balkon. 

Van een bijenhotel heb je al wel eens gehoord, maar wist je dat je dit kunt uitbreiden met een bijenburcht? Door verschillende soorten nestelgelegenheid te combineren, creëer je een geschikte plek voor meerdere soorten bijen.

Een bloeiboog zorgt ervoor dat bijen het hele jaar door voedsel hebben. Deze wordt gemaakt met bomen, struiken, vaste planten en bloembollen, zodat er van februari tot en met november bloeiende planten in de tuin staan. Zelfs je stenen oprit kan een groene oase worden. De bijen én de buren zullen je dankbaar zijn.

Hoe je een bijenburcht of bloeiboog maakt, en welke planten of bomen hiervoor geschikt zijn, vind je allemaal op www.weekvandebij.be.

week van de bij

Week van de bij: Zonder gif, meer bestuivers

De week van de bij gaat dit jaar door van 25 mei tot 1 juni 2025 en staat in het teken van pesticidevrije tuinen. Een insectenhotel ophangen of een bloeiboog maken heeft immers weinig zin je tuin met insecticiden of herbiciden behandeld wordt.

Uit onderzoek blijkt dat insecten zeer gevoelig zijn voor chemische bestrijdingsmiddelen. Sommige pesticiden doden bestuivers direct bij contact of opname via nectar en stuifmeel. Andere verstoren hun oriëntatievermogen, immuunsysteem of voortplanting. Herbiciden doden niet alleen onkruid, maar ook wilde bloemen, waardoor bijen, vlinders en andere bestuivers minder voedsel hebben.

Bij onderzoek van stuifmeel en bijenwas in bijenkasten worden veel schadelijke stoffen gevonden. Onkruidverdelgers kunnen zelfs in kippeneieren terechtkomen. De chemische stoffen van vlooienbandjes van huisdieren kunnen in vogelnesten belanden. Bleekwater vernietigt niet alleen mos, maar ook het bodemleven, zoals regenwormen en grondnestelende
bijen. 

Vermijd chemische bestrijdingsmiddelen en creëer zo een gezonde en levendige tuin

Tijdens de week van de bij roepen ambassadeurs Dominique Persoone en Britt Van Marsenille daarom op om onkruidverdelgers, slakkenkorrels, mierendoosjes, vliegenvangers en bleekwater in de rekken te laten staan. Stop met het gebruik van pesticiden in je tuin.

Hoe kan je dan wel tuinplagen bestrijden?

Door je tuin biodivers en natuurlijk te houden, creëer je een evenwichtige leefomgeving waarin plagen minder kans krijgen. Gifvrije tuinen trekken kikkers en egels aan, die op slakken jagen. Lieveheersbeestjes en gaasvlieglarven bestrijden bladluizen en spintmijten. Laat afgevallen bladeren liggen; egels gebruiken ze als schuilplaats en eten plaaginsecten. Nestkastjes voor mezen helpen luizenpopulaties te beheersen.

Duurzaam tuinieren is niet nieuw. Door chemische bestrijdingsmiddelen te vermijden en nuttige insecten te stimuleren, creëer je een gezondere en levendige tuin.

S-Plus fleurt je buurt op
Ook S-Plus wil de bijen graag een handje helpen. Voor de derde editie van ’S-Plus fleurt je buurt op’ kozen we voor een echt bijenmengsel dat van het voorjaar tot laat in de herfst bloeit. Zaai je zaadjes in je eigen tuin of zorg voor wat meer kleur in je buurt, in een naburige school of woonzorgcentrum.

Je kan je zakje met zaadjes gratis aanvragen. De actie is geldig zolang de voorraad strekt (max. 2 zakjes p.p.). De zaadjes worden verzonden vanaf half april.
Antwerpen: T 03 285 43 36 E antwerpen@s-plusvzw.be
Limburg: T 011 24 73 60 E helga.vangenechten@s-plusvzw.be
Oost-Vlaanderen: T 09 333 57 76 E o-vl@s-plusvzw.be
Vlaams-Brabant: T 02 546 15 92 E brabant@s-plusvzw.be 02 546 15 92
West-Vlaanderen
Regio Kortrijk: T 056 52 77 47 E sabrina.parrenojimenez@s-plusvzw.be
Regio Brugge: T 050 44 79 51 E ellen.deneire@s-plusvzw.be

Win!
Bezorg een foto van je bloementapijt aan info@s-plusvzw.be, doe dit voor 31 oktober 2025. Onder alle inzendingen verloten we enkele mooie prijzen!

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2025. Lees hier nog meer artikels.

Abonneer op Maatschappij