Zo lang mogelijk thuis blijven wonen in een vertrouwde omgeving is voor veel ouderen goed voor hun welzijn en levenskwaliteit. Maar soms wordt een opname in een woonzorgcentrum onvermijdelijk, bijvoorbeeld door ouderdom, ziekte of een te zware zorglast voor de partner, familie en thuiszorgdiensten.
De kostprijs van een woonzorgcentrum ligt hoog en vaak is het pensioen ontoereikend, daarom is het aangewezen om al vóór de opname te kijken op welke financiële steunmaatregelen je recht hebt. Twee belangrijke zijn:
- Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO)
- Zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (ZBO)
Het al dan niet recht hebben op IGO en ZBO hangt af van vele factoren. Beide hebben hun eigen voorwaarden. Hieronder leggen we de basis uit.
De inkomensgarantie voor ouderen- IGO
De IGO is geen pensioen maar een bijstandsuitkering, en wordt in de meeste gevallen automatisch onderzocht wanneer je jouw pensioen aanvraagt in België. Voor personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben en een tegemoetkoming aan gehandicapten, een leefloon of al een pensioen krijgen, wordt het recht op IGO ook automatisch opgestart. In alle andere gevallen moet je de IGO zelf aanvragen.
Het is aangewezen om al vóór de opname in een woonzorgcentrum te kijken op welke financiële steunmaatregelen je recht hebt
Je hebt er recht op wanneer jouw bestaansmiddelen minder dan 1580,37 euro bedragen voor alleenstaanden en 1053,58 euro voor samenwonenden (op 01/02/2025 index 179,58). Het kan worden toegekend vanaf de wettelijke pensioenleeftijd. Dit is 65 jaar voor personen geboren vóór 01/01/1960, 66 jaar voor personen geboren tussen 01/01/1960 en 31/12/1963 en 67 jaar voor personen geboren vanaf 01/01/1964. Je dient Belg te zijn (of zich bevinden in een gelijkgestelde situatie) en jouw hoofdverblijfplaats moet gelegen zijn in België. Verblijf in het buitenland kan niet langer dan 29 dagen tenzij bij tijdelijke opname in een ziekenhuis of uitzonderlijke omstandigheden waarvoor het beheerscomité van de pensioendienst toelating gaf. Elke wijziging in de gezinssituatie en de bestaansmiddelen dient medegedeeld te worden. De IGO omvat een zeer uitgebreide wetgeving. Voor de volledige wetgeving verwijzen we je graag naar de website van de Federale pensioendienst. (www.sfpd.fgov.be/nl/recht-op-pensioen/igo )
Het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood-ZBO
Het ZBO is een vrij te besteden financiële tegemoetkoming voor 65-plussers met een zorgnood die een beperkt inkomen en bestaansmiddelen hebben. Om recht te openen op het ZBO moet je aangesloten zijn bij een Zorgkas in het kader van de Vlaamse sociale bescherming en je moet in regel te zijn met de verplichte bijdragen. Je dient minstens 5 opeenvolgende jaren in Vlaanderen of Brussel gewoond te hebben of op 1 januari van het jaar sociaal verzekerd te zijn in een lidstaat van de EU, een land uit de Europese Economische ruimte of Zwitserland. Onder wonen wordt verstaan ingeschreven zijn in het bevolkings-of vreemdelingenregister.
De verminderde zelfredzaamheid, het inkomen, de bestaansmiddelen en de gezinssamenstelling bepalen de hoogte van de tegemoetkoming. De maandelijkse tegemoetkoming kan oplopen tot maximaal 725 euro per maand. (01/02/2025 index 179,58). De bedragen worden, net als de IGO, aangepast wanneer de spilindex overschreden wordt. Er zijn 5 categorieën verminderde zelfredzaamheid. Wie thuis woont moet minstens 7 punten (op een schaal van max.18 punten) behalen om in aanmerking te komen voor het ZBO. Wie in een WZC verblijft krijgt automatisch 15-16 punten (zorgcategorie 4) toegekend zonder medische evaluatie. Er worden automatisch 17-18 punten (zorgcategorie 5) toegekend wanneer je in een WZC wordt opgenomen en reeds de IGO ontving.
Personen die een ZBO ontvangen dienen elke verandering van de gezondheidstoestand, het inkomen (verhoging van je pensioen, verkoop of schenking van een onroerend goed, het ontvangen van een erfenis,…) en elke wijziging in de gezinssamenstelling aan de Zorgkas te melden omdat dit invloed heeft op het recht en/of het bedrag van het zorgbudget. Het ZBO kan je combineren met het zorgburgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (ZZZ), ook wel mantelzorgtoelage genoemd, deze bedraagt momenteel 140 euro. Dit zorgbudget wordt automatisch toegekend bij opname in een WZC. Het ZZZ is eveneens een vrij te besteden financiële tegemoetkoming. Goed om te weten is dat zorgbudgetten (ZBO en ZZZ) niet fiscaal belastbaar zijn.
Hoeveel de IGO bedraagt, hangt af van het feit of je al dan niet samenwoont
De invloed / het belang van woonsituatie en domicilie op het IGO en het ZBO
Hoeveel de IGO bedraagt, hangt af van het feit of je al dan niet samenwoont. Een samenwonende heeft momenteel recht op het basisbedrag van 1053,58 euro bruto per maand. Een alleenstaande krijgt het verhoogd basisbedrag (basisbedrag x1,5) van 1580,37 euro per maand. Als je gehuwd of wettelijk samenwonend bent en er wordt één van beiden opgenomen in een WZC dan onderscheidt men 2 situaties.
Situatie 1: je hebt recht op de IGO, en je laat je domiciliëren in een woonzorgcentrum of een psychiatrisch verzorgingstehuis. Je geniet dan het verhoogde basisbedrag en enkel de eigen bestaansmiddelen worden onderzocht.
Situatie 2: je hebt recht hebt op de IGO en je behoudt je thuisadres, dan blijf je recht hebben op het verhoogde basisbedrag. Maar wanneer je gehuwd of wettelijk samenwonend bent zal het bestaansmiddelenonderzoek gebeuren op basis van de bestaansmiddelen van beide partners, gedeeld door 2.
In de praktijk blijkt dat veel mensen er financieel belang bij hebben indien de partner die naar het WZC verhuist zijn domicilieadres wijzigt naar het WZC. Zeker in die gevallen waarbij er een gezinspensioen wordt uitbetaald of wanneer een van beide partners een klein (geen volwaardig) pensioen heeft. Bij domiciliewijziging van één partner wordt men voor pensioenrechten als feitelijk gescheiden beschouwd en wordt het pensioen precies in de helft verdeeld over beide partners. Deze regeling geldt enkel in het stelsel van werknemers en/of zelfstandigen. Na splitsing is het pensioen meestal laag en wordt het voor beiden aangevuld tot het verhoogde basisbedrag IGO. Een ambtenarenpensioen wordt bij feitelijke scheiding niet gesplitst over beide partners. Het recht op het IGO zal dan meestal enkel gelden voor de partner van de ontvanger van het ambtenarenpensioen. Indien beide partners hun intrek nemen in een WZC dan wordt het koppel beschouwd als wonend op eenzelfde adres en dus niet als feitelijk gescheiden. Zelfs indien betrokkenen op een afzonderlijke kamer zouden verblijven.
Een domiciliewijziging heeft ook invloed op het uitbetaalde bedrag van het ZBO. Dit kan resulteren in een hoger of lager zorgbudget voor één of beide partners. Informeer je dan ook goed vooraf welke de invloed zal zijn op het zorgbudget.
Voorbeeld
Bert (87j) en Julia (84j) zijn gehuwd. Er is een gezinspensioen van 2260 euro bruto per maand. Het koppel heeft 60 000 euro gezamenlijke spaargelden. Ze hebben een woning in eigendom waarvan het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen 710 euro bedraagt. Bert is dement en heeft continu aandacht nodig. Julia heeft naast ouderdomsverschijnselen geen ernstige beperkingen maar vindt door de zware zorg haar nachtrust niet meer en is ten einde raad. Bert wordt na overleg met de huisarts en de familie opgenomen in een WZC.
2 mogelijkheden:
- Na de opname in het WZC blijft het domicilieadres van Bert bij de echtgenote staan
Het gezinspensioen blijft verder uitbetaald. Bert kan gezien zijn zware hulpbehoevendheid rekenen op maandelijks 140 euro zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (mantelzorgtoelage) en een zorgbudget voor ouderen van maandelijks 147,93 euro. Het ZBO werd berekend op basis van zorgcategorie 4 (wegens opname WZC), het pensioen en de bestaansmiddelen (spaargelden). In deze situatie is er voor beiden geen recht op de IGO.
Berekening IGO Julia:
Basisbedrag IGO 12.642,96 euro. Er wordt rekening gehouden met een pensioen van 12204 euro (27 120 euro - 10 % vrijstelling= 24408 euro gedeeld door 2= 12 204 euro. De bestaansmiddelen bedragen 60 000 euro. Van dit bedrag is er een vrijstelling tot 6200 € 0. Tussen 6200 en 18 600 euro wordt 4 % meegerekend (4 % van 12400 euro= 496 euro) en 10 % boven 18 600 euro 53 800 euro (60 000 - 6200 )= 53 800 euro – 12 400 euro= 41 400 euro x10 %= 4140 euro. Totaal 0+496+4.140= 4636 euro gedeeld door het aantal samenwonenden 2= 2318 euro. Totaal bedrag in rekening te brengen: 2318 euro - 625 euro algemene vrijstelling= 1693 euro.
Geen recht op IGO want 12.642,96 euro-12.204 euro pensioen en – 1.693 euro bestaansmiddelen= 0 euro
- Na de opname in het WZC wordt het domicilie van Bert op het WZC geplaatst.
Het gezinspensioen wordt opgesplitst in 2. Elk krijgt na de opname maandelijks 1.130 euro pensioen. Beiden krijgen na inkomensonderzoek de IGO ten bedrage van maandelijks 510,37 euro. Bert ontvangt een zorgbudget voor ouderen ten bedrage van maandelijks 408,64 euro.
Detail berekening IGO voor beiden:
Maximum bedrag IGO (verhoogd) 18.964,44 euro
Totaal van de pensioenen die in aanmerking zijn genomen voor de berekening van de IGO: 13.560 euro min 10% (1.356) vrijstelling= 12.204 euro.
Berekening gezamenlijke bestaansmiddelen (60.000 euro :2= 30.000 euro)
Vrijgesteld tot beloop van 6.200 € 0. Tussen 6200 en 18.600 wordt 4% meegerekend (496 euro) en 10% boven 18.600 euro : (30.000 euro-6.200 euro)= 23.800 euro -12.400 euro = 11.400 euro x10%= 1.140 euro
Totaal aanrekenbare bestaansmiddelen: 0 euro + 496 euro +1.140 euro -1.000 euro algemene vrijstelling= 636 euro.
Met het niet geïndexeerde KI wordt er geen rekening gehouden gezien er een vrijstelling van 743,68 euro is.
Resultaat. Max. bedrag IGO 18.964,44 euro- 12.204 euro aanrekenbare pensioenen en 636 euro bestaansmiddelen= 6.124,44 euro per jaar of 510,37 euro per maand.
Detail berekening ZBO toegekend aan Bert:
gebeurde op basis van een jaarlijks pensioen van 13.560 euro (vakantiegeld is vrijgesteld), een IGO van jaarlijks 6.124,44 euro en 24.000 euro spaargelden (vrijstelling van 6.000 euro begrafenisonkosten)
Het totale inkomen van Bert is dan 2.049,01 euro (1.130 euro pensioen, 510,37 euro IGO en 408,64 euro ZBO)
Julia heeft een totaal inkomen van 1.640,37 euro (1.130 euro pensioen en 510,37 euro IGO). Indien ook zij zorgbehoevend wordt zal ze net als haar echtgenoot kunnen rekenen op een ZBO.
Een eventuele verkoop van de woning waarvan het koppel eigenaar is dient gemeld te worden aan de pensioen- en de zorgkas en heeft gevolgen voor de uitgekeerde bedragen IGO en ZBO. De bedragen kunnen verminderen of wegvallen.
Situatie 3: beiden intrek in WZC (al of niet gemeenschappelijke kamer maakt niet uit), wordt niet meer als feitelijk gescheiden beschouwd dus gezinspensioen kan terug maar voor IGO vertrekt men van verhoogd bedrag en is de deler 1 dus telt enkel het persoonlijke pensioen en inkomsten.
Indien het pensioen, al dan niet aangevuld met de IGO, de zorgbudgetten en je bestaansmiddelen dan toch nog ontoereikend zijn om de kostprijs van een woonzorgcentrum te betalen, dan kan je aan het OCMW vragen om financieel tussen te komen. Het is belangrijk om zich te informeren bij het OCMW van je stad of gemeente welke specifieke regels en voorwaarden er gelden.
TIP: Laat je altijd professioneel adviseren. De dienst maatschappelijk werk en de pensioenservice van Solidaris zijn gespecialiseerd om jou grondig te informeren.
Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober - november - december 2025. Lees hier nog meer artikels.