Naar een positieve en realistische beeldvorming van ouderen

28-10-2024

Ageïsme, of leeftijdsdiscriminatie, verwijst naar het systematisch stereotyperen en uitsluiten van mensen op basis van hun leeftijd. Een negatieve beeldvorming beïnvloedt niet alleen hoe anderen ouderen zien, maar ook hoe je zelf ouder worden ervaart. Het herkennen en aanpakken van ageïsme is dan ook cruciaal voor het bevorderen van een inclusieve samenleving waarin iedereen gewaardeerd wordt, ongeacht leeftijd. Christel Geerts, professor gerontologie aan de Vrije Universiteit Brussel en voorzitter Solidaris, vertelt er meer over.

Bij S-Plus staat ‘healthy ageing’ bovenaan de agenda. Gezond ouder worden gaat over het creëren van een omgeving die de gezondheid bevordert en mensen in staat stelt het leven te leiden dat zij wensen. Gezondheid is dus niet langer de ‘afwezigheid van ziekte’, maar een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welbevinden. Het betekent dat oudere volwassenen op alle domeinen volwaardig aan de samenleving moeten kunnen deelnemen. Het welzijn van oudere volwassenen is namelijk sterk afhankelijk van de manier waarop de samenleving naar hen kijkt en hen behandelt.

Negatieve beeldvorming van ouderen

Beeldvorming ontstaat door het categoriseren van mensen in sociale groepen (de ouderen, de jongeren …) en de stereotypen en vooroordelen die daar dan bij horen. Vraag aan mensen waaraan ze denken bij het begrip ‘ouder worden’ en je zal vooral begrippen krijgen zoals zorgafhankelijkheid, fragiliteit en eenzaamheid. Zelden worden positieve kenmerken genoemd, zoals wijsheid, veerkracht, toegenomen kennis en ervaring. Ook bij het zorgpersoneel domineren de negatieve kenmerken in hun visie op oudere volwassenen. De beeldvorming over oudere volwassenen in onze samenleving is niet positief. Kinderen krijgen van jongs af aan verkeerde stereotypen aangeleerd via sprookjes, waarin ouderdom vaak geassocieerd wordt met lelijk, versleten, vals en boosaardig. Hoewel er ook positieve tendensen zijn, met programma’s zoals ‘Benidorm Bastards’ en ‘De wereld rond met 80-jarigen’ die een positief en realistisch beeld trachten te scheppen. Maar de weg naar een realistische beeldvorming is nog lang.

Ageïsme is het systematische stereotyperen en discrimineren van mensen puur vanwege hun leeftijd

Gevolgen van ageïsme

Dergelijke beeldvorming gaat meestal gepaard met negatieve gevoelens en kan leiden tot discriminerend gedrag. Ageïsme is het systematische stereotyperen en discrimineren van mensen puur vanwege hun leeftijd. Het is een sluipend gif dat zich op alle niveaus en alle domeinen van de samenleving manifesteert. Leeftijdsdiscriminatie bij aanwervingen is een van de hardnekkigste vormen van discriminatie in onze samenleving. Toch lijkt de samenleving er nauwelijks wakker van te liggen. Ook in de gezondheidszorg neemt de negatieve beeldvorming toe. Hierbij gaat het vooral om ontoereikende communicatie (waarbij men niet met de oudere zelf praat), een te sterke focus op achteruitgang en een gebrek aan een activerende houding. Klachten worden soms onterecht toegeschreven aan iemands leeftijd (wat zou je willen op jouw leeftijd?). Ageïsme onder medewerkers in de gezondheidszorg neemt zelfs toe, vaak gekoppeld aan de toenemende tijdsdruk in de sector. Kortom, de overwegend negatieve associaties met ouder worden zijn diep ingebakken in onze samenleving.

De self-fulfilling prophecy

Het discrimineren en stereotyperen van afhankelijke ouderen draagt bij aan hun sociale en maatschappelijke uitsluiting. Onze manier van denken over ouder worden en de bijhorende stereotypen beïnvloedt hoe we met oudere volwassenen omgaan, wat kan leiden tot sociale en maatschappelijke uitsluiting. Dit heeft ook impact op de manier waarop ze over zichzelf denken. Zo werkt deze negatieve maatschappelijke beeldvorming als een self-fulfilling prophecy. Men gaat er zich naar gedragen! En het is daar waar ook de wereldgezondheidsorganisatie herhaaldelijk de alarmbel luidt. Zij tonen in heel wat onderzoek aan dat ageïsme een sterk negatieve invloed heeft op het fysiek en psychologisch welzijn van oudere volwassenen. Hoe mensen denken over veroudering heeft een grote invloed op hoe zij zich voelen. 

S-Plus zet meer dan terecht in op een realistische, niet stereotype en genuanceerde weergave van ouderen om ageïsme te bestrijden. Dé oudere bestaat niet; elk mens heeft een eigen levensloop en elk individu is uniek. Het erkennen van deze diversiteit en de sterke punten van ouderen (zoals talenten, levenservaring, vaardigheden en maatschappelijke betrokkenheid) is cruciaal voor het aanpakken van leeftijdsdiscriminatie en het bevorderen van een inclusieve samenleving waarin ouderen volledig worden gewaardeerd en gerespecteerd. Dat is de inzet van S-Plus.

We krijgen mooie, positieve en vooral realistische portretten te zien. Mensen van vlees en bloed

Fototentoonstelling ‘Te oud? Niks van!’

S-Plus doet dit aan de hand van een rondreizende fototentoonstelling. Met deze foto’s worden verkeerde vooroordelen ontkracht. We krijgen mooie, positieve en vooral realistische portretten te zien. Mensen van vlees en bloed. Superagers elk op hun eigen manier. Dit is de juiste manier. In de vaak marketinggerichte wereld worden oudere volwassenen soms afgebeeld als jonkies, wat voor niets nodig is. We willen dat mensen stralen van levenslust, van optimisme – iets wat duidelijk naar voren komt in de tentoonstelling - maar daarvoor moeten ze hun leeftijd niet maskeren. Onze rimpels, die onze levensloop illustreren, hebben recht om gezien te worden.

Op weg naar meer inclusie 

Dit project is o zo nodig en ik kan alleen maar hopen dat het de start is van nog veel meer initiatieven in deze richting. Willen we oudere volwassenen maximale kansen geven om gelukkig ouder te worden, dan is het belangrijk dat ze een volwaardige plaats krijgen in de samenleving en dat we werken aan een positieve beeldvorming. Zal daarmee alles opgelost zijn? Natuurlijk niet.

Maar zoals gezegd, als ouderen een rechtmatige plaats krijgen in onze samenleving gebaseerd op een positieve doch realistische beeldvorming – die recht doet aan wie mensen zijn en wat ze kunnen – brengt ons dat meer dan 10 stappen dichter bij de ideale wereld.

Meer info
De fototentoonstelling ‘Te oud? Niks van!’ is te zien in de verschillende provincies. Klik hier voor meer info.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober - november - december 2024. Lees hier nog meer artikels.

Thierry De Block, gepassioneerd door het lopen

23-10-2024

Thierry De Block, een 71-jarige ultraloper uit Brugge, heeft een indrukwekkende sportcarrière. Dit jaar won Thierry de Brugse Trofee van Sportverdienste en zette hij een persoonlijk record neer van 184,996 km in 24 uur. Naast zijn atletische prestaties is hij ook actief lid en vrijwilliger bij S-Plus Brugge. Hij nam ons mee in zijn inspirerend verhaal.

Kan je ons wat meer vertellen over je sportieve carrière?
Thierry: “Ik ben altijd wel sportief geweest. Toen ik jong was, voetbalde ik altijd. Door mijn werk als treinbestuurder moest ik daar jammer genoeg mee stoppen. In de jaren 80 liep ik ook een paar marathons, maar moest ik er opnieuw mee stoppen door de drukte van werk en familie. Toen ik 55 was en net op pensioen, vertelde mijn petekind me op nieuwjaarsdag dat hij in mei graag wou meedoen aan de marathon van Antwerpen. Iets wat hij nog nooit had gedaan. Ik besloot met hem mee te trainen. Sindsdien ben ik blijven trainen en deelnemen aan marathons en ultralopen (nvdr: ultralopen verwijst naar hardlopen over afstanden langer dan een marathon, vaak vanaf 50 km of meer). Wat ik ook veel doe, is pacen. Bij wedstrijden krijg ik een bepaalde tijd toegewezen en loop ik met een vlag. Als je met mij meeloopt, weet je zeker dat je binnen die tijd finisht.”

Je hebt dit jaar de Brugse Trofee van Sportverdienste gewonnen. Kun je daar iets meer over vertellen?
Thierry: “Ja, dit jaar heb ik die trofee ontvangen. Je kunt hem maar één keer in je carrière krijgen, meestal voor bijzondere prestaties of ter ere van je afscheid. Ik was verrast dat ik gekozen werd, vooral omdat er zoveel getalenteerde sporters in Brugge zijn. Het is een grote eer voor mij.”

Als je net begint, kun je niet meteen 20 km lopen

Hoeveel keer ben je Belgisch Kampioen (BK) geworden en in welke categorieën?
Thierry: “Sinds 2010 houd ik al mijn wedstrijden en kilometers bij. Mijn eerste BK-titel behaalde ik in 2016 in Aalter met een afstand van 170,450 km in de categorie 60-65. In 2018 werd ik opnieuw BK met 171 km in de categorie 65+. Dat record werd later verbeterd door iemand anders, die 187,54 km liep. Ik ben ook meerdere malen BK geweest op de 100 km en ook vorig jaar BK bij de marathon. In 2023 heb ik een persoonlijk record verbroken met 184,996 kilometer. Nu wil ik het record voor de 70+ categorie verbreken, dat momenteel op 155 km staat.”

Hoeveel wedstrijden, marathons of ultralopen heb je al gelopen?
Thierry: “Ik denk dat ik ongeveer 145 wedstrijden heb gelopen. Ik heb nooit opgegeven en elke wedstrijd altijd uitgelopen. Over het algemeen vind ik de meeste wedstrijden leuk, maar kies ik zorgvuldig welke ik loop. Als ik een wedstrijd minder leuk vind, schrijf ik me daar niet meer voor in.”

Hoe ziet je trainingsschema eruit en hoe bereid je je voor op een wedstrijd?
Thierry: “Ik volg geen vast schema, alles gaat op gevoel. Je ziet veel schema's in boekjes voor mensen die marathons willen lopen, maar dat volg ik niet. Ik let niet op het weer en loop altijd buiten, nooit op een loopband. Ik heb dat één keer geprobeerd toen ik op een cruise in Noorwegen was, maar het was niets voor mij. Ik loop ook altijd zonder muziek, zelfs in officiële wedstrijden, omdat het vaak niet is toegestaan.

Mijn trainingsweken variëren sterk. Ik let niet specifiek op mijn voeding, maar drink meestal geen alcohol een week voor een wedstrijd en pas mijn voeding de dag ervoor een beetje aan. Het belangrijkste voor mij is om naar mijn lichaam te luisteren en mijn training daarop af te stemmen. Na wedstrijden drink ik ook altijd chocomelk, omdat het voor mij de beste manier is om te recupereren. Ik loop zeker 15 tot 20 marathons per jaar en heb er dit jaar al 13 gelopen.”

Wat beschouw je als je grootste sportprestatie?
Thierry: “De eerste keer dat ik Belgisch Kampioen ben geworden in de 24 uur. Dat heeft heel wat tijd en training gekost om op die dag te kunnen presteren. Het was heel bijzonder om de steun van alle mensen en supporters te krijgen. Mijn vrouw, dochter en schoonbroer waren komen kijken, wat het extra speciaal maakte.”

Een van mijn grote dromen is om deel te nemen aan de Spartathlon, een ultraloop tussen Athene en Sparta

Wat zijn je doelen voor de toekomst?
Thierry: “Een van mijn grote dromen is om deel te nemen aan de Spartathlon, een ultraloop tussen Athene en Sparta. Dit is al 10 jaar een droom van mij. De Spartathlon is een ultraloop van 246 km die start op de laatste zaterdag van september boven op de Akropolis in Athene en eindigt bij het standbeeld van Leonidas in Sparta. De afstand moet voltooid worden binnen 36 uur, met op meerdere plaatsen cut-off tijden. De route varieert sterk in hoogte en temperatuur, met temperaturen die overdag kunnen oplopen tot boven de 30 graden en 's nachts dalen tot net boven het vriespunt, vooral tijdens het oversteken van de Sangaspas. Er mogen jaarlijks slechts 390 deelnemers starten, en bijna de helft haalt de eindmeet niet. Om hiervoor in aanmerking te komen, moet je minstens 180 kilometer kunnen lopen in 24 uur. Ik heb daar lang naartoe gewerkt, maar het is niet makkelijk.

Dit jaar sta ik op de reservelijst, en volgend jaar komt mijn naam 2 keer in de pot voor de loterij, omdat ik er dit jaar niet bij was. Daarnaast wil ik zo lang mogelijk blijven lopen zonder ernstige kwetsuren. Tot nu toe heb ik maar één ernstige blessure gehad, een scheur in mijn achillespees, waarvoor ik 6 maanden heb moeten rusten en langzaam het lopen terug heb moeten opbouwen.”

Heb je advies voor mensen die willen beginnen met hardlopen?
Thierry: “Vaak zie ik dat mensen enthousiast beginnen met hardlopen, maar na 1 of 2 jaar al stoppen omdat ze te snel te veel willen bereiken. Ze willen meteen evenveel presteren als iemand die al 15 jaar traint, maar dat is niet realistisch. Je lichaam heeft tijd nodig om te wennen aan de inspanning. Als je net begint, kun je niet meteen 20 km lopen. Je moet luisteren naar je lichaam en het rustig opbouwen. Vergelijk jezelf niet met anderen; iedereen heeft zijn eigen tempo en grenzen. Het is zeker oké om af en toe pauzes te nemen en te wandelen. Ik wandel ook tijdens ultralopen. Het belangrijkste is om consistent te blijven en geduld te hebben.”

Je doet ook vrijwilligerswerk. Kun je daar wat meer over vertellen?
Thierry: “Via mijn echtgenote ben ik betrokken geraakt bij S-Plus Brugge. Toen ik met pensioen ging, ben ik daar begonnen als vrijwilliger en ben ik uiteindelijk bestuurslid geworden. Nu ben ik al 15 jaar penningmeester. We hebben meer dan 400 leden. Daarnaast ben ik actief in de participatieraad van West-Vlaanderen en zit ik in de seniorenadviesraad van de stad Brugge voor S-Plus. Ook werk ik als vrijwilliger bij het buurthuis, waar ik folders en blaadjes rond breng. Ik kom uit een rood nest en zo lang we dat kunnen, doe ik graag dit soort werk om mensen te helpen.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober - november - december 2024. Lees hier nog meer artikels.

Over de politieke voorkeuren van Vlaamse ouderen

11-10-2024

Een gesprek met politicoloog Jonas Lefevere.

Waarom een onderzoek naar de politieke voorkeur van Vlaamse ouderen?
Jonas: “In de media zien we dat het vaak over het stemgedrag van jongere kiezers gaat. Toen Ambroos Verwee (mijn doctoraatstudent) en ikzelf de vraag kregen om een artikel te schrijven over het stemgedrag van oudere kiezers, vonden we dat een interessante uitdaging. Als je gaat kijken naar het electoraal gewicht van ouderen, dan zien we dat er door de vergrijzing veel meer oudere kiezers zijn, hun stem is dus zeker van belang! Maar de perceptie bestaat dat deze groep niet meer beïnvloed wordt door een politieke campagne. Dat klopt niet helemaal, ook de politieke voorkeur van ouderen wisselt wel eens doorheen de jaren. Dat maakt hen zeker een belangrijke doelgroep voor politieke campagnes.”

Welk resultaat verraste je het meest in het onderzoek?
Jonas: “Ik noem er twee. Ten eerste, het belang van democratie. In de Stemming, het onderzoek waarop we ons baseren voor het artikel, zien we een enorm verschil in het belang dat gehecht wordt aan de democratie. Voor ouderen is wonen in een democratie veel belangrijker dan voor jongeren. Hier speelt de ervaring van ouderen een rol, zij zijn al vaker gaan stemmen, hebben soms ook andere tijden meegemaakt en al wat politieke ervaring opgebouwd. Oudere kiezers kunnen dan wel ontevreden zijn over wat beleidsmakers beslissen, ze hechten wel veel belang aan een democratisch bestuur. 

Ten tweede, de opkomstplicht. Samen met een aantal collega’s vrees ik dat de afschaffing van de opkomstplicht zal leiden tot een dalende opkomst, met alle nadelen die daarmee gepaard gaan. Op de vraag of je zou gaan stemmen als het niet meer verplicht zou zijn, geven ouderen vaker aan dat ze toch hun stem zouden uitbrengen, zeker bij de lokale verkiezingen. Dat maakt van ouderen stilaan één van de belangrijkste groepen op electoraal vlak. Ze zijn met veel, en door de vergrijzing gaan ze ook steeds met meer zijn.”

Als je gaat kijken naar het electoraal gewicht van ouderen, dan zien we dat er door de vergrijzing veel meer oudere kiezers zijn, hun stem is dus zeker van belang

Zowel ESO (Europese Seniorenorganisatie), de Vlaamse Ouderenraad, Age platform Europe en vele andere ouderenorganisaties kaarten aan dat politieke partijen te weinig oor hebben naar de noden en behoeften van ouderen. Is dit werkelijk zo?
Jonas: “Ik denk wel dat er bij partijen meer besef is gekomen om de thema’s die ouderen aanbelangen mee te nemen in hun campagnes en in hun profilering naar de keizers toe. Neem bijvoorbeeld CD&V, waar Samy Mahdi bij de lijstvorming bewust een aantal 60-plussers op de lijst heeft gezet. Dat is toch een belangrijk signaal.”

Nemen ouderen voldoende deel aan de politiek om effectief te wegen op het beleid?
Jonas: “Electoraal hebben ze natuurlijk hun gewicht. Het grote voordeel is dat iedereen zijn stem kan uitbrengen, het nadeel is dat je uit een stem van een partij maar zoveel kan afleiden. Belangenorganisaties zetten zich wel in voor ouderen en politici hebben hier ook oren naar. Ouderen vormen vaker een trouwe basis waar partijen op kunnen steunen. Gewoon al vanuit dat perspectief bekeken, mogen we toch verwachten dat de belangen van ouderen worden meegenomen.”

In de vorige legislatuur waren er in het Vlaams Parlement maar 5 personen ouder dan 60. Moeten er niet meer ouderen zetelen om voldoende gewicht te geven aan het ouderenbeleid?
Jonas: “Dat is een moeilijke vraag. Het is niet omdat een politicus ouder dan 60 is, dat die de groep ouderen kan vertegenwoordigen. Dat zou kunnen, maar is niet altijd zo. We kunnen even goed verwachten van politici dat ze zich specialiseren in bepaalde beleidsdomeinen. Ook al zijn ze dan geen 60-plus, toch zullen ze in aanraking komen met belangengroepen van ouderen. Neem nu bvb. het welzijnsbeleid. Als je daarmee bezig bent, moet je volgens mij toch al stevig je best doen om niet met ouderenorganisaties in aanraking te komen.”

Jullie onderzoek is opgenomen in het boek ‘Recht op Grijs. Bouwen aan een ouderenbeleid’. Hoe belangrijk vind je deze publicatie voor een Vlaams ouderenbeleid, en merk je dat politici dit op een of andere manier ter harte nemen?
Jonas: “De kracht van dergelijke publicaties voor mij, is dat het enerzijds verschillende mensen samenbrengt en een soort focuspunt creëert. Op die manier kunnen we veel meer ruchtbaarheid geven aan dit thema. Het andere is dat ik de problematiek van ouderen bekijk vanuit een politicologisch perspectief. Maar in dit boek kom je in aanraking met tal van andere disciplines die vanuit hun perspectief naar hetzelfde thema kijken. Ik denk dat door al die perspectieven samen te leggen, het geheel meer wordt dan de aparte delen.

Want je wordt eigenlijk een beetje gedwongen, ook voor mij als wetenschapper, om eens te kijken naar andere disciplines en uit je ivoren toren te komen. Dat is mij bijgebleven. Het boek is in feite een soort menukaart aan problematieken waar de groep ouderen mee wordt geconfronteerd. Dat is niet onbelangrijk voor beleidsmakers. Want die problematieken vergen een gecoördineerde aanpak over de beleidsdomeinen heen.”

Vrijwilligers kunnen heel impactvolle verhalen brengen, die aan beleidsmakers duidelijk maken waar het schoentje knelt

Heb je als afsluiter nog een goeie raad voor de beleidsvrijwilligers van S-Plus? 
Jonas: “Ik wil hen eerst bedanken voor hun inzet en engagement. Want dat wordt vaak vergeten. Dit is ook een vorm van politiek participeren. Verder wil ik vooral meegeven, mondig durven zijn en blijven. Want je speelt op een veld met heel veel verschillende belangenorganisaties die allemaal proberen de beleidsmakers te bereiken. Vrijwilligers kunnen volgens mij heel impactvolle verhalen brengen, die beleidsmakers duidelijk kunnen maken
waar het schoentje knelt. Je kan spreken in abstracte termen over uitdagingen, maar het is vaak als het concreet wordt dat het ook voor beleidsmakers best helder wordt van hoe prangend sommige van die problemen zijn.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober - november - december 2024. Lees hier nog meer artikels.

Recensie: Wiens belang? Vlaams Belang doorgelicht

15-07-2024

Marijke Persoone, voormalig ACVvakbondssecretaris en nu trekker bij Hart boven Hard en Het Groot Verzet, fileert in ‘Wiens Belang’ in 9 hoofdstukken de uitspraken en voorstellen van Vlaams Belang (VB).

In het boek doorprikt ze gedreven en met scherpe pen de illusie dat extreemrechts opkomt voor de belangen van de gewone mens. Bovendien trekt ze het plaatje breder open naar het beleid van extreemrechts in landen als Italië en Hongarije. Het boek is vlot geschreven en leest bijgevolg als een trein.

Dat het VB populair is, is een open deur intrappen. Volgens sommigen terecht. Want de man in de straat voelt zich niet meer begrepen door de politiek. Volgens hem hebben politici geen voeling meer met wat er leeft in de straat. Politici zijn zakkenvullers en postjespakkers, maar pakken de uitdagingen op vlak van werk, pensioen, woning en migratie amateuristisch aan.

Politici als Tom Van Grieken, en Wilders, Meloni, Le Pen en Orbán in het buitenland, proberen hier logischerwijs munt uit te slaan. Voor VB is er nood aan een autoritair bestuur en ze deinzen niet terug om angst en haat voor de anderen te introduceren. Zelf haalt VB de mosterd voor hun ideale Vlaamse samenleving bij het historisch fascisme, het neoliberale kapitalisme en het nationalisme. Enig linkse notie is nergens te bespeuren.

Enig linkse notie is bij het Vlaams Belang nergens te bespeuren

Wie denkt dat de belangen van de ‘hardwerkende Vlaming’ verdedigd worden, zou wel eens bedrogen uit kunnen komen. Want klassentegenstelling en klassenstrijd worden resoluut afgezworen. VB is uitgesproken voorstander van solidarisme (cfr Mussolini), dat zegt arbeid en kapitaal als gelijkwaardige productiefactoren te behandelen. Volgens deze denkwijze moet de werknemer solidair zijn met z’n werkgever. Wat meteen voldoende grond biedt voor VB om vakbonden en sociaal overleg buitenspel te zetten. 

Hoewel VB met veel poeha claimt de Universele Rechten van de Mens te respecteren, toont Persoone in haar boek met verschillende voorbeelden aan dat in hun ideale samenleving er niet veel sprake zal zijn van rechten. Met uitzondering misschien van het recht om te werken, om te gehoorzamen en te zwijgen. Een sociale partij, zeg je? Analoog met de fascistische partijen uit de vorige eeuw steekt VB niet onder stoelen of banken dat ze bepaalde bevolkingsgroepen willen uitsluiten. 

Verder wil het VB snoeien in subsidies van organisaties die ‘onze Vlaamse cultuur en identiteit ondermijnen’, en dan worden onder andere antiracistische organisaties genoemd. De klimaatverstoring wordt door het VB gebagatelliseerd. Marine Le Pen toonde wel sympathie voor de gilet jaunes maar is tegen het verplichten van verhuurders om de woningen die ze verhuren beter te isoleren. 

Wiens Belang is een mooi gedocumenteerd boek voor wie de uitspraken en beloftes van het VB kritisch wil benaderen. Vooral wie de (sociale) democratie genegen is, meer dan het lezen waard.

Ter info
‘Wiens belang’ van Marijke Persoone, met een voorwoord van auteur Fikry El Azzouzi en nawoord van een getuigenis van Kind van het verzet Ellen De Soete, werd uitgegeven bij EPO. Het boek kost € 20 en is verkrijgbaar via www.epo.be of in de boekhandel.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2024. Lees hier nog meer artikels.

Lokale verkiezingen, stemhokjes en volmachten

09-07-2024

Rond eind september zal iedereen met de Belgische nationaliteit een uitnodigingsbrief in de bus ontvangen om te gaan stemmen. Je wordt niet meer verplicht maar uitgenodigd om te gaan stemmen. Sommige gemeenten zullen naast papieren brieven ook digitale uitnodigingsbrieven sturen.

De spelregels veranderen

In 2021 werd de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen afgeschaft. Je bent dus niet verplicht om naar het stemhokje te gaan in oktober. Wel heb je nog stemrecht. Je kan dus nog altijd je democratisch recht benutten om je stem uit te brengen. S-Plus raadt je ten zeerste aan om die kans te gebruiken en je stem niet verloren te laten gaan. We hebben geen glazen bol en weten niet wat het effect zal zijn op de opkomst. Maar alle politiek-wetenschappelijke studies tonen aan dat de opkomst daalt bij stemrecht. Kijk maar naar de historisch lage opkomst bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in Nederland.

S-Plus pleit om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stembus zo goed mogelijk te organiseren

Specifieke initiatieven zijn nodig om ook ouderen naar de stembus te leiden. Zeker als je weet dat 49 % van de 60-plussers aangeeft dat stemmen geen zin heeft en 29 % denkt dat zijn stem er niet toe doet (SCV-survey, 2018). Daarom zet S-Plus in op sensibilisering (project Stemzetters) en pleiten we bij steden en gemeenten om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stembus zo optimaal mogelijk te organiseren. Ook lokale seniorenraden kunnen hun rol spelen en hun college adviseren om te zorgen voor:

  • makkelijk te bereiken locaties
  • aangepast vervoer
  • rustplaatsen in het stembureau
  • aangepast openbaar vervoer 

Om de onzekerheden over digitale stemprocedures te verkleinen kunnen op voorhand laagdrempelige oefenmomenten worden georganiseerd. 

Burgemeesters worden vanaf 2024 rechtstreeks verkozen. De verkozene met het hoogste aantal naamstemmen van de grootste lijst krijgt het initiatiefrecht. Die verkozene krijgt 14 dagen de tijd om een meerderheid te vormen. Als er een meerderheid wordt gevormd, dan wordt de verkozene met de meeste naamstemmen van de grootste coalitiefractie burgemeester.

Wie gaat stemmen?

Elke Belg die 18 jaar of ouder is en ingeschreven staat in het bevolkingsregister. Je mag niet geschorst of uitgesloten zijn van het kiesrecht, bijvoorbeeld door een veroordeling.

Niet-Belgische EU-burgers mogen stemmen en zich kandidaat stellen voor gemeente- en stadsdistrictsraadsverkiezingen. Niet-EU-burgers kunnen stemmen voor gemeente- en stadsdistrictsraadsverkiezingen als zij voldoen aan extra voorwaarden, maar ze kunnen zich geen kandidaat stellen.

Stemmen met de computer

Bij het stemmen in een digitaal stembureau steek je eerst je chipkaart, die je hebt ontvangen van de voorzitter, in de stemcomputer en volg je de instructies op het scherm om je stem uit te brengen. Nadat je gestemd hebt, drukt de stemcomputer een papieren stembiljet af met je stem in tekst en QR-code, die je vervolgens controleert, scant en in de stembus steekt.

Stemmen kan op drie manieren:

  1. De lijststem blijft bestaan, maar zal geen invloed meer hebben op de aanwijzing van verkozenen. Ze tellen dus niet meer mee bij de aanwijzing van de verkozenen. De kandidaten zullen verkozen worden in volgorde van het aantal voorkeurstemmen dat ze hebben behaald. Vroeger werden lijststemmen overgedragen naar de kandidaten, in volgorde van hun rangorde op de kandidatenlijst. De kandidaten die bovenaan de lijst stonden, konden zo gebruik maken van de lijststemmen om verkozen te geraken. Die overdracht van lijststemmen wordt afgeschaft.
  2. Je kunt stemmen op een of meerdere kandidaten, op voorwaarde dat ze tot dezelfde partij behoren.
  3. Ten slotte kan je ook blanco
    stemmen.

Stemhokjes

Traditioneel ligt de participatiegraad bij ouderen met zorgnoden die in een woonzorgcentrum wonen erg laag. Om die reden waren, in het verleden, bepaalde politici nogal gedreven om stemmen te ronselen in WZC via volmachten. De Vlaamse overheid heeft dit ronselen nu eindelijk aan banden gelegd via de zogenaamde ‘verklaringen op eer’. Een volmacht kan nu enkel nog om onderbouwde redenen gegeven worden.

Extra inspanningen om de participatiegraad van ouderen te verhogen zijn nodig

Met het afschaffen van de opkomstplicht komt er vermoedelijk ook een einde aan het aantal doktersbriefjes die bewoners van woonzorgcentra ontsloegen van hun burgerplicht. Maar hiermee zal de participatiegraad van deze ouderen niet automatisch de hoogte ingaan. Extra inspanningen zijn nodig, zoals het inrichten van stemlokalen in het woonzorgcentrum zelf en begeleiding om bewoners met fysieke moeilijkheden te ondersteunen in de wachtrij voor de stembus.

Weet ook dat er in principe maar 1 persoon in het stemhokje binnen mag. Enkel personen met een visuele beperking kunnen met toelating van de voorzitter van het stembureau een vertrouwenspersoon meenemen. Zoals gezegd is het belangrijk dat steden en gemeenten zich hiervan bewust zijn. Alle inwoners moeten vlot hun stem kunnen uitbrengen. Inter – Toegankelijk Vlaanderen maakte in samenwerking met het Agentschap Binnenlands
Bestuur twee brochures die steden en gemeenten op weg helpen:

Volmacht

Je kunt je stem ook uitbrengen door een volmacht te geven aan een andere kiezer. Deze persoon stemt dan in jouw naam. Daarvoor zijn een volmachtformulier en een bijhorend attest vereist. De volmachtkrijger moet die documenten op de verkiezingsdag meebrengen naar het stembureau. De volmachtkrijger mag slechts 1 volmacht aanvaarden. Om misbruik van volmachten te voorkomen, wordt een lijst opgesteld van de kiezers die een volmacht hebben uitgeoefend. Meer nog, het ronselen van volmachten is strafbaar.

Hoe?

Op de verkiezingsdag brengt de volmachtkrijger de volgende documenten mee naar het stembureau waar de volmachtgever moet stemmen:

  • het ingevulde en ondertekende volmachtformulier A95
  • de eigen identiteitskaart
  • de eigen uitnodigingsbrief
  • de uitnodigingsbrief van de volmachtgever (digitale uitnodigingsbrief telt niet)
  • het attest dat bewijst dat de volmachtgever niet zelf kan gaan stemmen.

Memorandum 2024
Lees ook ons memorandum voor de lokale verkiezingen, klik hier.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli - augustus - september 2024. Lees hier nog meer artikels.

Basisbereikbaarheid, een hindernissenparcours?

04-06-2024

Naar aanleiding van onze busactie sprak S-Plus ook met Vooruit politica Annick Lambrecht over basisbereikbaarheid.

In 2001 had je het decreet basismobiliteit. Onder regering Bourgeois werd dat gewijzigd naar basisbereikbaarheid. Wat waren toen je eerste indrukken?
Annick: “Wel, ik heb van in het begin van het nieuw bussenplan onmiddellijk heel grote bezorgdheid geuit omdat het meteen duidelijk was dat het budget niet ging toenemen. Men wilde vernieuwen, maar zonder extra middelen. Dat leek voor mij dus eerder een besparingsoperatie. Ik ben voorstander van betaalbaar en beter openbaar vervoer voor iedereen. En vooral van bereikbaar openbaar vervoer. Hoe het nieuwe plan voor meer bereikbaarheid ging zorgen was meteen onduidelijk. Want met hetzelfde budget moest er een vraag gestuurde aanpak komen. Op zich geen probleem, want ook ik wil zo weinig mogelijk lege bussen laten rijden. Alleen is het resultaat vandaag dat vooral de kernlijnen goed zijn uitgebouwd. Voor wie buiten de kern woont is openbaar vervoer veel moeilijker geworden.”

Voor wie buiten de kern woont is openbaar vervoer veel moeilijker geworden

Om dit nieuwe concept van basisbereikbaarheid te realiseren ging er geluisterd worden naar de gebruiker. Is dit (voldoende) gebeurd?
Annick: “Men heeft wel inspraakrondes georganiseerd, en je hebt natuurlijk de vervoerregio’s. Waar in Brugge dan bijvoorbeeld de burgemeester in zit. Maar ik denk dat de man in de straat veel te weinig is gehoord.”

Zijn jeugd- seniorenraden voldoende betrokken?
Annick: “De raden zullen wel bevraagd zijn geweest. Daar twijfel ik niet aan. Alleen hoor ik toch heel wat klachten van de man of vrouw in de straat. Ik vraag me dus af of er toen wel voldoende is geluisterd naar die bekommernis. Nu, vandaag merk ik wel dat er her en der kleine aanpassingen van het bussenplan gebeuren. Maar alleen na heel veel protest. De praktijk toont spijtig genoeg aan dat heel veel mensen in de kou staan.”

Wat met de inspraak van steden en gemeenten?
Annick: “Dat gebeurt via de vervoerregio’s. Zelf zit ik daar niet in. Voor Brugge is dat de burgemeester, die verslag moet uitbrengen aan het college. De paniek sloeg maar toe na het zien van de gevolgen van wat er was goedgekeurd.”

Vandaag wordt dit plan uitgerold. Maar het loopt niet vlot. Volgens minister Peeters zijn dat kinderziektes. Klopt dat?
Annick: “Wel, als je meer dan 3000 haltes afschaft in heel Vlaanderen. 1400 in West-Vlaanderen. Dan kan je niet zeggen dat dat kinderziektes zijn. De vervoersarmoede is nog nooit zo groot geweest. Negen op de tien busgebruikers hebben geen alternatief. En, wat doet minister Peeters? 5000 euro premie geven aan wie zich een elektrische wagen kan veroorloven. Dat is lachen in het gezicht van de busgebruiker.” 

Er wordt verwacht dat we meer gebruik moeten maken van verschillende modi om ons te verplaatsen. Zal het gevolg zijn dat we opnieuw meer de auto zullen nemen?
Annick: “Laat ik eerst iets zeggen over de Hoppinpunten. Het concept klinkt fantastisch. Je stapt uit de trein, je bus staat klaar om je verder op baan te helpen, waarna je nog eventueel de fiets of een step kan nemen. Of je boekt een flexbus. Maar opnieuw, er zijn niet genoeg middelen voorzien om dit te realiseren. De app die de gebruiker moet wegwijs maken om zijn vervoer te regelen is moeilijk werken voor sommigen en biedt geen garantie op tijdig vervoer. Openbaar vervoer is voor mij een basisbehoefte. Maar het beleid van minister Peeters lost dit spijtig genoeg niet in.”

Laat zeker je stem horen. Want als je niks zegt, zal er ook niks veranderen

Je zei al dat protest voeren helpt. S-Plus heeft ondertussen al enkele sociale acties gevoerd. Hoe sta je hier tegenover? 
Annick: “Ik kan dit alleen maar toejuichen. In Brugge heeft de gemeenteraad het nieuwe bussenplan nooit goedgekeurd, wij namen akte. De goedkeuring gebeurde in de vervoerregio. Wij hebben dan ook direct om bijsturing gevraagd. Het wordt dus dringend tijd dat die vervoerregio’s terug samenkomen om bij te sturen en aanpassingen te doen. Want de klachten worden nu wel verzameld (op donderdag 29 februari tellen we al 1400 klachten in Brugge, en meer dan 7000 in Vlaanderen). Weet ook dat wie zich niet meer kan verplaatsen, thuis geïsoleerd raakt. Of zijn werk niet kan bereiken. Waardoor deelname aan vereniging of sociaal leven vermindert. Wat vereenzaming in de hand werkt. Als socialist kan ik en wil ik dat niet toelaten.” 

Wat kan je onze S-Plusleden nog meegeven?
Annick: “Laat zeker je stem horen. Want als je niks zegt, zal er ook niks veranderen. Wie niet in de kern van een stad of gemeente woont is aan zijn lot overgelaten, en moet maar zijn plan trekken. Dat kan volgens mij niet. Blijf dus alles doorgeven via S-Plus of rechtstreeks aan beleidsmakers waar het openbaar vervoer slecht wordt geregeld. Op die manier hoop ik dat we de vervoersarmoede, die er nu is in Vlaanderen, kunnen tegenhouden. Want er is veel werk aan de winkel. Ik hoop dus ook op een volgende minister die wel oren heeft naar de mensen in de straat. Een minister die zelf ook geregeld de bus neemt zou ook al helpen misschien.”

Gertje Vanhaverbeke is S-Pluslid in Brugge

Gertje, hoe ervaar jij het nieuwe bussenplan?
Gertje: “Wel, voorheen hadden we een bushokje op 200 meter stappen van ons huis, nu is dat 800 meter stappen geworden naar een stopplaats. Verder worden er ten pas en ten onpas ritten geschrapt, soms zonder melding in de app. Zo wandelen wij de afstand naar de halte, om dan tot de vaststelling te komen dat er geen bus is en terug huiswaarts te moeten keren om de wagen te nemen of nogmaals 20 minuten te moeten wachten op de volgende bus. Hierdoor missen wij nu regelmatig andere aansluitingen met de bus of erger nog, afspraken. Een ander probleem zijn de onverlichte bushaltes. Als raad kreeg ik van een buschauffeur te horen een zaklamp of het lichtje van m’n gsm te gebruiken. Absurd toch?”

Ilse De Pauw, S-Plus medewerker in Brabant

Ilse, hoe ervaar jij de nieuwe regeling? 
Ilse: “Als pendelaar heb ik zowel bus als trein nodig. Vroeger hadden we een sneldienst en gewone dienst naar Hasselt. Alles heet nu sneldienst. Ze hebben evenveel haltes en zijn beiden even lang onderweg. Vroeger nam ik blindelings de bus, nu moet ik extra goed kijken welke bus ’s morgens de beste aansluiting maakt met mijn trein. De terugweg verloopt naar mijn beleving wel vlotter, ik hoef minder lang te wachten op een busverbinding. De vroegere stopdienst bedient nu minder haltes aan de hoofdverbinding, maar maakt nu wel een ommetje via een andere gemeente om daar 2 haltes te bedienen. De te stoppen haltes blijken een maand na datum nog steeds onduidelijk. De bus stopt nog steeds bij haltes die volgens de app niet bediend worden. Mijn gezin en ik zijn nog goed mobiel, we kunnen per fiets of auto nog ergens komen. Ook maken wij vlot gebruik van alle digitale toepassingen. Dus wij wisten waar en hoe we vanaf 6 januari dienden te reizen. Voor anderstaligen en ouderen is dit echter na een maand nog steeds een ramp. Zij dienen vaak raad te vragen aan een hulpvaardige medereiziger. Want helaas is ook de chauffeur van dienst niet altijd een even betrouwbare bron.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

Mobiliteit is een mensenrecht

04-06-2024

Op zaterdag 6 januari 2024 voerde S-Plus in alle Vlaamse hoofdsteden actie aan de stations tegen het nieuwe vervoersplan van De Lijn. We deden dat samen met onder andere ABVV senioren, Grootouders voor het klimaat, en de trekker van de actie, Supporters Openbaar Vervoer.

De talrijke persaandacht betekent dat onze vragen bij het nieuwe plan terecht zijn. Ook de grote opkomst van leden, vrijwilligers en medewerkers getuigt hiervan, waarvoor onze
dank! Mobiliteit is een basisrecht, ook voor ouderen. 

Voor anderstaligen en ouderen is de nieuwe regeling een ramp

Er zijn 15 vervoerregio’s opgericht die binnen hun gebied een omwenteling zullen organiseren inzake Openbaar Vervoer, waarbij de betrokken gemeentebesturen met elkaar moeten samenwerken.

S-Plus heeft hier enkele kritische bedenkingen:

  • Gebruikers van het openbaar vervoer worden hierin nauwelijks betrokken, er is onvoldoende efficiënte communicatie
  • Vrees voor vervoersarmoede van sommige groepen medeburgers
  • Minder toegankelijkheid voor mensen met een beperking
  • Sociale gevolgen / diverse en asociale tarieven
  • Geen switch naar een duurzame mobiliteit
  • Geen of onvoldoende aansluitingen bij het openbaar vervoernetwerk
  • Onvoldoende efficiëntie bij het ‘vervoer op maat’
  • Afbraak De Lijn sinds de afgelopen jaren
  • Zware impact op het woon-werkverkeer, vooral vanuit een niet-stedelijke omgeving
  • Onduidelijkheid rond de op te richten mobiliteitscentrale (o.a. rond informatie over boekingen bij het ‘vervoer op maat’); de regie komt in privéhanden

Oproep
Voor S-Plus stopt het hier niet. Graag horen we jouw verhaal, om dit dan over te maken aan de Vlaamse regering. Wat is het gevolg van het nieuwe vervoersplan voor jou? Werkt de Hoppin-app? Moet je nu verder stappen om een bus te nemen? Wat zijn jouw ervaringen met de flexbus? 

Laat het ons weten via info@s-plusvzw.be of contacteer ons via S-Plus, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel of 02 515 02 03

Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

België en zijn bevoegdheden, niet evident

03-06-2024

België heeft een ingewikkelde staatsstructuur. Je hebt het federale niveau, maar ook gemeenschappen en gewesten, provincies en gemeenten. Wie is bevoegd voor wat? Een overzicht.

Federaal

Kort gezegd omvatten de bevoegdheden van de federale overheid alles wat te maken heeft met het algemene belang. Het gaat om financiën, leger, justitie, sociale zekerheid, buitenlandse zaken, delen van volksgezondheid en van binnenlandse zaken. Pensioenen, de ziekte – en invaliditeitsverzekering maar ook overheidsbedrijven zoals de NMBS en bpost zijn dus federale aangelegenheden.

Gemeentelijk verkozenen beschikken over een ruime autonomie, onder toezicht van hogere overheden

De gemeenschappen

De federale staat bestaat uit 3 gemeenschappen, waarbij men uitgaat van taal. Je hebt de Vlaamse (Nederlandstalig), de Franse (Franstalig) en de Duitstalige gemeenschap. Omdat taal persoonsgebonden is, gaat het hier om bevoegdheden
die duidelijk met de gemeenschappen te maken hebben. Grote bevoegdheden van de gemeenschappen zijn cultuur (theater, bibliotheken, audiovisuele media …), onderwijs, gebruik van talen, persoonsgebonden aangelegenheden die aan de ene kant het gezondheidsbeleid (curatieve en preventieve geneeskunde) en aan de andere kant de hulp aan personen (jeugdbescherming, sociale bijstand, opvang van immigranten …) omvatten. Zij zijn eveneens bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek over hun bevoegdheden en de internationale betrekkingen die met hun bevoegdheden te maken hebben.

De Gewesten

In België zijn er 3 gewesten. Hun naam ontlenen ze aan de naam die hun grondgebied draagt. We onderscheiden het Vlaams Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest. 

Gewesten beschikken over bevoegdheden in domeinen die met hun regio of gebied in de ruime zin van het woord te maken hebben. Dat zijn economie, werkgelegenheid, landbouw, waterbeleid, huisvesting, openbare werken, energie, vervoer, leefmilieu, ruimtelijke ordening en stedenbouw, natuurbehoud, krediet, buitenlandse handel, toezicht over de provincies, de gemeenten en de intercommunales. Ook zijn zij bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek en de internationale betrekkingen in de voornoemde domeinen.

In Vlaanderen zijn de bevoegdheden van de gemeenschap en het gewest samengevoegd. Ze worden uitgeoefend door de Vlaamse regering en het Vlaams parlement.

De Provincies

Elke provincie heeft op haar grondgebied de verantwoordelijkheid voor alles wat van provinciaal belang is, dus alles wat in het belang van de provincie moet gebeuren en niet valt onder het algemeen belang van de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten, of onder het gemeentelijk belang.

De provincies oefenen hun bevoegdheden autonoom uit, maar staan wel onder controle van de Deputatie (aan Vlaamse kant) en het Provinciecollege (aan Waalse kant). De provinciegouverneur heeft een aantal bevoegdheden inzake veiligheid en ordehandhaving. Ook coördineert hij hulpacties bij rampen.

De gemeenten

Het bestuursniveau dat het dichtst bij de burger staat is de gemeente. Bij het ontstaan van de Belgische staat in 1831 waren er 2739 gemeenten. Vandaag zijn er nog 581. 

De gemeenten bestonden reeds vóór de Belgische staat en ze werden erkend door de grondwet van
1831. Hun organisatie is bepaald in de wet van 1836. In 1988 verscheen de nieuwe gemeentewet. Van bij het begin van hun oprichting was er sprake van 'gemeentelijke autonomie'. Dat betekent niet dat de gemeentelijke verkozenen alles mogen doen, maar wel dat ze over een ruime autonomie beschikken in het kader van de bevoegdheden die ze uitoefenen, onder toezicht van de hogere overheden. Ieder gewest oefent het toezicht uit op de gemeenten van zijn grondgebied. Het toezicht van de andere overheden, dat zijn de gemeenschappen en de federale staat, op de gemeenten is beperkt tot de terreinen waarvoor de gemeenschappen en de federale staat bevoegd zijn.

Wil je graag meer weten?
Dan kan je terecht op www.belgium.be/nl/over_belgie/overheid.

Bron: www.belgium.be
Dit is een artikel uit S-Plus Mag april - mei - juni 2024. Lees hier nog meer artikels.

 

1 mei: mobiliteit is vrijheid

29-04-2024

Sinds het nieuwe vervoersplan van de Vlaamse Regering betreuren wij het aantal bushaltes dat ondertussen is verdwenen in Vlaanderen. Ook het Hoppin-systeem laat de wensen over. De flexbus, het alternatief voor geschrapte haltes en reguliere buslijnen, komt onvoldoende tegemoet aan de behoeften van de reizigers en is té vaak onbetrouwbaar. Voor woon-werk/schoolverkeer is het flexvervoer geen oplossing. 

Ondertussen regent het klachten, ondanks het feit dat de klachtenprocedure allesbehalve duidelijk is. Volgens De Lijn moeten klachten over de Flexbus worden gemeld via Hoppin. Via Hoppin lezen we echter dat de klachten over de De Lijn Flex moeten gemeld worden via het contactformulier van De Lijn. Het is duidelijk dat veel klachten niet op de juiste plaats terechtkomen. 

S-Plus blijft hameren op volgende punten: 

  • Mobiliteit is een basisrecht, ook voor ouderen! 
  • Te weinig middelen voor vervoer op aanvraag betekent geen vervoersgarantie. 
  • Minder haltes betekent vervoersarmoede en creëert sociaal isolement. 
  • Aanhoudende besparingen maken van Vlaanderen een ontwikkelingsregio op vlak van stads- en streekvervoer. 
  • De Hoppin-punten zorgen vandaag niet voor de nodige verbindingen tussen de verschillende vervoersmodi. 
  • De Vlaamse regering duwt meer mensen in de auto (extra subsidie voor elektrische auto’s)

Oproep
Voor S-Plus stopt het hier niet. Graag horen we jouw verhaal, om dit dan over te maken aan de Vlaamse regering. Wat is het gevolg van het nieuwe vervoersplan voor jou? Werkt de Hoppin-app? Moet je nu verder stappen om een bus te nemen? Wat zijn jouw ervaringen met de flexbus?

Laat het ons weten via info@s-plusvzw.be of contacteer ons via S-Plus, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel of 02 515 02 06.

Flexbus komt onvoldoende tegemoet aan de behoeften van de reizigers

29-03-2024

De flexbus, het alternatief voor geschrapte haltes en reguliere buslijnen, komt onvoldoende tegemoet aan de behoeften van de reizigers en is té vaak niet betrouwbaar. Voor woon-werk/schoolverkeer is het flexvervoer géén oplossing. Op basis van talrijke ervaringen van gebruikers hebben de Verenigde Supporters van het Openbaar Vervoer de mankementen van het flexvervoer op een rij gezet.

Reservering
Niet iedereen uit de flexbusdoelgroep heeft een slimme telefoon of pc om te reserveren en/of kan er goed mee overweg. De Hoppincentrale is niet altijd vlot bereikbaar of goed op de hoogte. De app geeft niet altijd voldoening voor een gevraagde rit.

Bereikbaarheid / toegankelijkheid Flexhaltes
Door de afschaffing van verschillende bushaltes (ook belbushaltes), zijn de afstanden tot een Flexhalte in sommige gevallen té groot en onbereikbaar voor ouderen of mensen met fysieke beperkingen. Bovendien is de toegankelijkheid van de halte niet aangepast voor deze mensen, ook geen of onvoldoende verlichting, geen oversteekplaats, enz.

Tijdsvenster en beschikbaarheid
Soms haalt de Flexbus niet het gevraagde of aangekondigde tijdsvenster. Meerdere dagen vooraf een flexbus reserveren lukt in bepaalde gevallen niet.

Rit wijzigen is moeizaam
Bij het wijzigen van een geboekte rit kun je de reservering verliezen. 

Informatie over reis
Wie een rit met de flexbus reserveert, krijgt normaal bevestigingsberichten. Soms uitsluitend via app-meldingen en/of sms, niet via mail of telefonisch. Je kunt ze dus makkelijk over het hoofd zien of per ongeluk wegklikken.  

Bevestiging via mail
Bij een technisch probleem waar de rit dus door omstandigheden uit de Hoppin ‘reserveringskalender’ zou verdwenen zijn, is er geen reserveringsbewijs en kun je ook geen klacht indienen.

Tijdsvenster 
Wie de flexbus op een specifiek tijdstip nodig heeft, komt bedrogen uit. Anders dan met een reguliere lijn, waar je weet wanneer je de bus kan verwachten, krijg je bij de flexbus een ‘tijdsvenster’. Pas de ochtend zelf krijg je een gerichter tijdstip. Stresserend als je bv. een afspraak in het ziekenhuis hebt.  

Prijs / betalingsmodaliteiten
Er is geen éénduidige communicatie bij telefonisch contact met de Hoppincentrale inzake de tarieven en dit is zeer verwarrend. Bv. rond het gebruik van de 10-rittenkaart (De Lijn); vervoersbewijzen van De Lijn kunnen op de Flexbus niet overal gevalideerd worden.

Woon-werk/schoolverkeer
Wie de bus naar het werk zag verdwijnen, krijgt géén garanties voor haar/zijn dagelijkse verplaatsing naar een Hoppinpunt / station of Kernnetlijn. Voor dit probleem is er nog steeds geen oplossing. Dat geldt ook voor scholieren en studenten. 

Senioren en reizigers met beperkte mobiliteit
Deze groep heeft vaak moeite om digitaal een flexbus te bestellen. Het aangeboden tijdsvenster is niet altijd passend om bv. naar een dokter te gaan en terug te keren. Voor hen dreigt vervoersarmoede. Afstanden tot een flexhalte zijn te groot en soms staat men onbeschermd tegen weer en wind tot een half uur te wachten.

Flexbusgebieden te groot
Sommige Flexbusgebieden zijn ontzettend groot Flexbus is dan ook niet altijd beschikbaar. Lange afstanden worden hierdoor ‘leeg’ gereden. Worden de beschikbare middelen wel efficiënt ingezet?

Communicatie met Hoppincentrale
Op vragen over Flexvervoer aan de Hoppincentrale komen onduidelijke en zelfs tegenstrijdige antwoorden (naargelang, wie men aan de lijn heeft). Zelfs Flexbuschauffeurs hebben soms vragen aan de Hoppincentrale, maar krijgen geen afdoende antwoorden. Opleiding Hoppincentrale moet dus beter.

Klachten 
Het is niet eenvoudig om klacht in te dienen. Volgens De Lijn moeten klachten over de Flexbus worden gemeld via Hoppin. Via Hoppin lezen we echter dat de klachten over de De Lijn Flex moeten gemeld worden via het contactformulier van De Lijn. 

Het is duidelijk dat heel wat klachten niet terecht komen op de juiste plaats. De communicatie hierover is voor het publiek dan ook niet helemaal duidelijk. Niet verwonderlijk dat men stelt dat er niet veel klachten vastgesteld worden.

In principe kunnen klachten over de Hoppinplanner telefonisch gemeld worden via de Hoppincentrale. En via de Hoppin app kan je een klacht over je rit melden via info@hoppin.be. Dit proces moet dringend eenvoudiger voor de klant. Momenteel komen heel wat klachten niet bij de juiste dienst terecht en dit geeft dus geen duidelijk beeld om een aantal situaties goed op te volgen. 

+++

De Lijn zou meer de klemtoon leggen op de reguliere (kernnet)lijnen. De bussen op deze lijnen zijn vaker te laat en voller dan ooit. Een voorbeeld is lijn 76 richting Wachtebeke - Lochristi - Gent - De Pinte via de N70.  De frequentie bleef praktisch ongewijzigd.

Bijlage: reacties en bevindingen rond meldingspunt basisbereikbaarheid (08.02.24)

Bron: Verenigde Supporters Openbaar Vervoer

Abonneer op Maatschappij