Ik moet het toegeven: ik heb heimwee. Niet naar vroeger toen alles beter was. Dat vroeger heeft eigenlijk nooit echt bestaan. We kleuren het gewoon mooier in omdat ons geheugen niet alles kan onthouden. Neen, mijn heimwee gaat naar een tijd waarin het mogelijk was naar radio te luisteren of televisie te kijken zonder die vreselijke reclameboodschappen. Die tijd is nu helaas al zo lang voorbij dat jongere mensen niet meer weten dat hij bestaan heeft.
Mijn heimwee gaat naar een tijd waarin het mogelijk was naar radio te luisteren of televisie te kijken zonder die vreselijke reclameboodschappen
‘Dit programma wordt u aangeboden door… vul maar in: het revolutionaire frietvet, de keukenkampioen, het bier voor mannen, het supermegasnelle internet, enz.’ Het is blijkbaar niet meer mogelijk ook maar iets aan de luisteraar of kijker voor te schotelen zonder die waardeloze praatjes. Vroeger was dat soort verstoring voorbehouden aan de commerciële zenders en dat was eigenlijk vanzelfsprekend. Die waren niet voor niets commercieel. Maar er was ook nog een openbare omroep. Een omroep die zich met die verkooppraatjes niet moest bezighouden. Die kreeg toen van de overheid voldoende fondsen om goede programma’s te realiseren. De tijd waarin men nog geloofde dat radio en televisie de volksopvoeding konden ondersteunen.
Intussen zijn radio en tv ook al door die commercialisering meer en meer gewoon opvulsels voor de geestelijke leegte geworden. Overal zap je van de ene ontspanning naar de andere, praattafels die het moeten afleggen tegen een behoorlijke cafégesprek, niet te vergeten voetbal en koers. Het mag vooral niet moeilijk zijn. De reclame heeft niet alleen de tijd in, tussen en na de programma’s veroverd. De commercialiteit is overal doorgedrongen. Want: de kijker kijkt toch. Er is dus maar één remedie (terugkeren naar de tijd zonder reclame kan niet): zet die toestellen eens af en ga iets anders doen waar je wél iets aan hebt. Dat zal beter zijn voor je fysieke én voor je geestelijke gezondheid.