Fier dat ik mag stemmen

31-10-2023

In 2024 is het weer uitkijken naar nieuwe verkiezingen. Voor de lokale en Europese verkiezingen zal er ook wat veranderen. Reden genoeg om even in gesprek te gaan met voorzitster, en ex-politica, Leona Detiège.

Volgend jaar moeten we weer naar de stembus. Wat betekent dat voor je? 
Leona: “Wel, ik ben opgegroeid in een politiek nest. Zowel mijn vader als moeder waren politiek actief, en hebben ook de strijd voor de invoering van algemeen stemrecht voor vrouwen meegemaakt. Mijn vader vond het ook belangrijk dat ik als vrouw mijn stem kon laten horen. Mogen en kunnen gaan stemmen is voor mij dus heel belangrijk.” 

Pas in 1948 mochten vrouwen naar de stembus voor de nationale verkiezingen. Werd daar thuis (veel) over gepraat? 
Leona: “O jazeker, mijn vader was toen voorzitter van de socialistische partijafdeling Antwerpen. Mijn moeder was actief lid van de socialistische vrouwenbeweging. Ondertussen was ik zelf ook lid geworden van de partij en al een tijd actief in de jeugd- en jongerenbeweging. Er werd thuis regelmatig gediscussieerd over politiek. Mijn vader kon je gerust een feminist noemen. Hij vond het niet logisch dat het stemrecht voor vrouwen tot 1948 beperkt bleef tot de lokale verkiezingen. Hij pushte me ook om politiek actief te zijn, en er voor te zorgen dat ik mijn plan kon trekken en mijn kost kon verdienen, onafhankelijk van een man.”

Mijn vader vond het niet logisch dat het stemrecht voor vrouwen tot 1948 beperkt bleef tot de lokale verkiezingen

In welk jaar mocht jij pas stemmen? Hoe voelde dat? 
Leona: “Dat was in 1964 voor de gemeenteraad en in 1965 voor het Parlement. We hadden toen ook een politiek vrij woelige periode achter de rug. Congo was in 1960 onafhankelijk geworden. In 1960-61 kregen we de Eenheidswet met de grote stakingen tot gevolg. Wetende dat het algemeen vrouwenstemrecht nog niet lang was ingevoerd. Al die dingen samen zorgden er toch voor dat ik echt fier en gedreven was om te gaan kiezen. Ik zag dit ook niet als een verplichting. Integendeel, ik vond dat een eer. Bovendien blijf ik er van overtuigd dat mijn stem een meerwaarde betekent voor de democratie en dus iets kan veranderen in de maatschappij.” 

Was het voor jou meteen duidelijk op welke partij je moest stemmen? 
Leona: “Ik was lid van de Socialistische Studenten en van de Jong socialisten, vader en moeder socialist. Als student heb ik mee betoogd tijdens de grote stakingen. Ik moest niet twijfelen, dat was meteen duidelijk.”

Nu zijn er sociale media, duidingsprogramma's en stemtesten om je wegwijs te maken in het politieke landschap. Hoe ging dat er aan toe de eerste keren dat jij mocht gaan stemmen
Leona: “Wel, toen had je natuurlijk ook de programma’s van de partijen. Maar belangrijk waren toch de voorlichtingsvergaderingen die werden ingericht door de partijen. Die trokken heel wat volk. Want buiten kranten, de radio en de televisie had je niet echt andere media om je te laten informeren. Die waren ook veel beperkter in aanbod dan nu. Die verkiezingsmeetings waren dus een zeer goed platform voor onder andere de socialistische kiezer. Er waren nog tal van volkshuizen waar mensen samen kwamen en konden discussiëren, maar daarnaast had je in de stad Antwerpen ook de wijklokalen. Cafés met een zaaltje achterin waar heel veel politieke vergaderingen werden georganiseerd. Er was dus zeker geen tekort aan informatie. Maar iedereen had wel zijn eigen krant.” 

Vind je dat mensen nu beter geïnformeerd worden/zijn over de politieke partijen en hun programma's, dan vroeger? 
Leona: “Och, het is anders. De ‘verzuiling’ van de kranten is veel minder groot. De kiezer kan veel breder informatie vinden. Of het echt veel beter is weet ik niet. Ik heb de indruk dat het vandaag moeilijker wordt om te weten dat wat verschijnt op sociale media wel objectief is? Vroeger had elke partij zijn eigen krant. Voor socialisten was dat in Antwerpen bijvoorbeeld de Volksgazet. De liberalen Het Laatste Nieuws, enz. Dat maakte het wel duidelijk voor iedereen welke mening er werd verkondigd. Over de rol van sociale media moet nagedacht worden, maar de klok terugdraaien kan en mag niet. Wij moeten die nieuwe media gebruiken.” 

Ik twijfel of de afschaffing van de opkomstplicht een goede zaak is voor onze democratie

In 2024 geldt de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen niet meer. Wat is jouw opinie hierover? 
Leona: “Ik vind dat geen goede zaak. Misschien hebben jongeren daar vandaag lak aan. Maar mijn ouders en grootouders hebben wel gestreden om een algemeen stemrecht te bekomen. Gaan stemmen zie ik dus niet als een plicht, integendeel. Niks op tegen dat je je ongenoegen uit via burgerbewegingen, maar dat kan volgens mij niet de democratische verkiezingen vervangen. Als maar een deel van de bevolking gaat stemmen dan is het resultaat voor democratie toch ook niet positief. Voor mij kan het niet dat maar een minderheid van de bevolking het voor het zeggen heeft. Ik twijfel dus of die afschaffing een goede zaak is voor onze democratie. Er zullen mensen thuisblijven. Ik hoop dus dat iedereen zich geroepen voelt om in 2024 lokaal hun stem uit te brengen. Want we zien toch in andere landen, waar er enkel stemrecht is, dat de opkomst vaak vrij laag is.” 

Voor de Europese verkiezingen in 2024 wordt ook de leeftijdsgrens verlaagd naar 16 jaar. Kun je je hierin vinden? Moet dit worden doorgetrokken naar alle niveaus? 
Leona: “Bij elke verandering die er wordt ingevoerd zijn er altijd voor- en tegenstanders. Toen in 1981 de leeftijd van 21 naar 18 werd gebracht was het kot ook te klein. Want die jongeren gingen niet weten hoe te moeten stemmen. Maar ze mochten wel naar het leger op hun 18e. 16 jaar? Er gaat zeker nog een discussie volgen. Maar bon, misschien kan die verlaging er voor zorgen dat er een nieuwe wind waait in de politiek. Nu, ik weet niet of de Europese verkiezingen het juiste niveau zijn om die verlaging in te voeren. Gezien dat voor velen een ver-van-mijnbed show is. Bovendien zijn het aantal verkozenen beperkt. Of jongeren zich hier meer politiek betrokken gaan voelen, weet ik niet. Misschien was het beter om dat in te voeren voor de lokale verkiezingen. Ik denk maar aan speelpleinwerking of jeugdbewegingen en zeker ook het onderwijs waar jongeren toch over mee kunnen praten. Ik vind wel dat als je het doet voor het ene niveau, de andere niveaus snel mogen volgen. Daar moet geen 20 jaar tussen zitten.” 

Welke raad zou je nog willen meegeven aan iedereen die gaat stemmen in 2024? 
Leona: “Blijven gaan stemmen. Gebruik in hemelsnaam je recht om de mensen te verkiezen die je wil. En, voor de verkozenen. Luister naar de bevolking.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober-november-december 2023. Lees hier nog meer artikels.

Bewegen maakt gezond

13-01-2021

Ook de Romeinen wisten het al: ‘mens sana in corpore sano’ of ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’.Het geeft je energie en helpt je fit te blijven, ook op oudere leeftijd.

De voordelen van sporten zijn talrijk en we kennen ze allemaal. Om ze zeker niet te vergeten of als extra stimulans, sommen we ze hieronder nog eens op:

  • Door regelmatig matig intensief te bewegen, behoud je een goede conditie waardoor je je lichamelijk en mentaal fitter voelt. Bovendien verlaagt de kans op (chronische) ziektes. Vitaal ouder worden betekent vooral dat je langer de activiteiten kan blijven doen die je graag doet.
  • Bewegen geeft je een goed gevoel, omdat net tijdens het bewegen de stof ‘endorfine’ in de hersenen wordt aangemaakt. Dit zorgt ervoor dat je je beter gaat voelen, omdat je meer ontspannen en tevreden bent.
  • Bewegen brengt je onder de mensen. Als je in groepsverband aan sport of beweging doet, beleef je er meer plezier aan. Bovendien hou je het makkelijker vol dan wanneer je alleen gaat sporten.
  • Regelmatig bewegen is één van de beste manieren om een betere gezondheid te krijgen en te behouden. Lichamelijke beweging is goed voor het hart, de bloedvaten en de longen en verkleint de kans op chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en kanker.
  • Ook de hersenen hebben er baat bij. Het is goed voor het geheugen, het concentratievermogen en de verwerkingssnelheid van informatie. Er komt ook steeds meer bewijs dat bewegen het risico op het ontstaan van dementie vermindert en het proces van de ziekte van Alzheimer vertraagt. Dat komt waarschijnlijk doordat beweging ervoor zorgt dat hart- en bloedvaten in goede conditie blijven.

Ondanks de vele voordelen is er nog werk aan de winkel. In de brochure ‘Samen sterk voor ouderen in beweging’ (2019), stelt de Vlaamse Ouderenraad en het Vlaams Instituut Gezond Leven vast dat ouderen minder vaak bewegen dan andere groepen. 38 % van de 65 - tot 74 -jarigen in Vlaanderen doet minstens 30 minuten per dag aan minstens matig intensieve beweging. Bij de 75-plussers is dit amper 13 %. Uit onderzoek blijkt verder dat 45 % van alle 55-plussers aangeeft nooit te sporten of te bewegen.

Toch geven ouderen in gesprekken over actief ouder worden aan dat ze zich goed in hun vel willen voelen, bezig willen blijven voor hun gezondheid en een doel willen hebben in hun leven. Sporten en bewegen kan hierbij zeker helpen.

Dat wordt beaamd door fervente wandelaars Jean-Pierre Meyers en Lut Verbeken, beiden actief S-Pluslid in Blankenberge.

Waarom wandelen jullie zo graag?

“We zijn gestart met wandelen in 2008. Het is voor ons heel ontspannend, maar geeft ons ook inspiratie. Je ontdekt van tijd tot tijd nieuwe verrassende oorden. Voor ons is het een goede manier om in beweging te blijven.”

Plannen jullie veel als jullie gaan wandelen?

“In het tijdschrift ‘Walking’ vind je alle georganiseerde wandelingen van wandelclubs terug. Het is een handig instrument om een route uit te kiezen. Door corona is het nu wat lastiger, maar gelukkig hebben sommige creatieve wandelclubs enkele ‘coronawandelingen’ uitgepijld. Zo kunnen we toch blijven genieten. Het leuke aan wandelen is dat je zelf je route kan uitstippelen via wandelknooppunten. Hieraan koppelen we dan vaak een meerdaags verblijf ergens in Vlaanderen.”

Vind je het belangrijk dat jullie dat samen kunnen doen? Waarom?

“Alleen is maar alleen. Het is aangenamer om met z’n tweeën op pad te gaan. Alhoewel we daarom niet heel de tijd hoeven te praten. Samen genieten, dat is het belangrijkste voor ons.”

Hebben jullie als iets leuks ervaren door het wandelen. Iets wat je anders niet zou hebben meegemaakt?

“Toch wel. Als we in Nederland een georganiseerde wandeling doen wordt er achteraf vaak gefeest. Iets wat ik in België bijna niet zie gebeuren.”

Weer of geen weer, jullie gaan wandelen? Waarom?

“Wandelen is gewoon leuk. Je kan de weergoden wel eens vervloeken, maar je bent gefocust om die bepaalde dag te gaan wandelen. Een tijd terug waren we in de Ardennen voor een boswandeling. Toen we al een heel stuk op weg waren, begon het hard te regenen. Doorweekt en als twee slijkduivels stapten we door. Ondanks de regen hadden we de tijd van ons leven.

De koude is voor mij ideaal wandelweer. Door het wandelen ben je vlug opgewarmd. Als je dan na de wandeling terug in de warmte komt, voelt dit heel aangenaam. En een snijdige ijswind zorgt voor een grappige rode neus.”

Hoe voelen jullie je als je niet kan wandelen?

“Laten we zeggen dat het lastig is als we niet kunnen gaan wandelen. We ‘beperken’ ons tot één wandeling per week.”

Welke uitdagingen willen jullie nog aangaan?

“Zolang onze gezondheid het toelaat, zoveel mogelijk meerdaagse trips in het binnenland meepikken en genieten van de streek.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari 2021. Lees hier nog meer artikels.

Over ageisme, digitale inclusie en digitale geletterdheid

02-11-2022

Technologie verandert razendsnel, maar wat betekent de digitalisering van de maatschappij voor oudere mensen? En in hoeverre wordt er rekening gehouden met ouderen bij de ontwikkeling van digitale toepassingen en toestellen? We spraken met Cora Van Leeuwen, die werkt als onderzoeker aan imec-SMIT, VUB binnen het Strategisch Basisonderzoek ‘Digital Ageing’.

Hoe kom je met een master in Engels en Cultuur bij een onderzoek naar ageisme* en digitale inclusie?
Cora: “Na het behalen van mijn diploma ben ik het bedrijfsleven ingedoken. Maar na enkele jaren lonkte er een interessante opleiding met Europese uitstraling aan de VUB, en ben ik opnieuw gaan studeren. Zo ben ik mijn huidig promotor, An Jacobs, tegen het lijf gelopen. Na enkele boeiende gesprekken met haar was mijn interesse voor het onderwerp ageisme gewekt. Op die manier ben ik het onderzoek binnengerold.”

Digitale evolutie kunnen we niet tegenhouden, alleen moeten we er voor zorgen dat we niemand uitsluiten

Je master-thesisonderzoek ging na of er in de Vlaamse en Nederlandse filmpjes rond valpreventie ageisme te bespeuren valt. Wat waren je bevindingen?
Cora: “Heel opvallend is dat oudere mensen in die filmpjes vaak geen actieve rol hebben. Of er worden jongere mensen opgevoerd om te praten over valpreventie. Bijvoorbeeld, een bepaald dansfilmpje liet eerst een oudere man zien met een wandelstok. Het filmpje vervolgde dan met jonge dansleraars en enkele jongere deelnemers. Nu, als het gericht is naar oudere mensen zou men dus beter oudere personen een actieve rol geven. Dat vergroot de herkenbaarheid, maar ook de geloofwaardigheid. Gelukkig zaten er ook goede voorbeelden tussen. Eentje die is bijgebleven is een infofilmpje met Paula Sémer.”

Merk je vandaag al enige verbetering op dat vlak?
Cora: “Niet echt. Dat komt volgens mij omdat stereotypering van ouderen heel doordrongen en geaccepteerd is in onze maatschappij. Onderzoek naar verjaardagskaarten toont bijvoorbeeld aan dat het heel acceptabel is om te zeggen: ‘het leven is voorbij na je veertigste’ of ‘je bent over the hill’. Ik geloof wel dat we er bewuster van zijn geworden. Maar het blijft een probleem. Dat heeft de covid-pandemie ook duidelijk gemaakt. In Nederland werden we toen geconfronteerd met zeer nare uitspraken over ouderen, en de tegenreacties waren vrij mild. Eens over de 65 jaar telde je voor bepaalde personen niet meer mee in die periode.”

Recent heb je een onderzoek afgerond over digitale inclusie en ageisme in Vlaamse en Nederlandse krantenartikelen. Kan je hier al iets over zeggen?
Cora: “Een tipje van de sluier oplichten kan ik zeker, want het wordt hopelijk binnenkort gepubliceerd. Ik heb voor het onderzoek krantenartikelen over digitale inclusie uit Vlaanderen en Nederland verzameld van de laatste 20 jaar. Het opzet was na te gaan in hoeverre die artikelen ook spraken over ouderen. Dit was maar zo voor 10 % van de 2 800 artikelen die ik heb doornomen. Opvallend was dat in Nederlandse artikelen meer de link werd gelegd tussen digitale inclusie en ouderen. Na 2012 merkte ik ook een vermeerdering op van het aantal artikelen per jaar die hier over handelden.”

Hoe kwam dat?
Cora: “Dat kwam mede door de Nederlandse kroonprins die besloten had om digitale geletterdheid op de agenda te plaatsen. Een tweede toename aan publicaties zien we in 2016 toen er meer aandacht kwam voor mediawijsheid, kritisch omgaan met digitalisering en de vraag hoe jongeren en ouderen elkaar kunnen helpen in het omgaan met digitale technologie. Een laatste toename kwam er met de lockdown tijdens de pandemie. Digitale technologie werd toen voor heel veel mensen een ideale manier om toch sociaal contact te kunnen houden met elkaar.”

Hoe kunnen we best de digitale geletterdheid bij ouderen verhogen?
Cora: “Voor mij is het belangrijk dat we weten welk nut het heeft voor de persoon. Niet iedereen hoeft alles te weten van een computer bijvoorbeeld. Maar een aantal basisvaardigheden zijn wel nodig om echt te kunnen blijven deelnemen aan de samenleving. Het is dus wel belangrijk dat die vaardigheden worden aangeleerd, maar wel op een manier die is aangepast aan de noden van die persoon. Een cursus Word of Excel heeft geen enkel nut als de persoon in kwestie enkel wil weten hoe hij of zij een app moet downloaden. Iemand die graag breit kan je bijvoorbeeld op een laagdrempelige manier toeleiden tot YouTube filmpjes die bepaalde steken aanleren. Wat we niet mogen vergeten is dat herhaling heel belangrijk is. Eenmalige initiatieven brengen dus weinig op.”

Niet iedereen hoeft alles te weten van een computer, maar een aantal basisvaardigheden zijn wel nodig om echt te kunnen blijven deelnemen aan de samenleving

De snelheid waarmee digitale technologie verandert is hallucinant. Hoe kunnen we dit als mens blijven bijbenen?
Cora: “Dat is inderdaad moeilijk, en zeker voor ouderen. Want je hebt, bij wijze van spreken, net iets onder de knie en plots wordt een app alweer aangepast. Ik denk dat bedrijven die dergelijke technologie ontwerpen meer in dialoog moeten gaan met bepaalde doelgroepen, zoals ouderen. En vooral moeten zorgen dat de toegankelijkheid gegarandeerd blijft. Bijvoorbeeld, bepaalde spraaktechnologie die werd ontworpen voor blinden of slechtzienden is ook nuttig voor oudere mensen die moeite hebben met typen op een smartphone. Als we goede afspraken maken met die bedrijven over wat acceptabel en toegankelijk is, denk ik dat we in de goede richting kunnen evolueren. Digitale evolutie kunnen we niet tegenhouden, alleen moeten we er voor zorgen dat we niemand uitsluiten. Een niet-digitaal pad, zoals fysieke dienstverlening, moet blijven bestaan.”

Vlaanderen zet in op digitale inclusie. Kan jij onze Vlaamse regering nog enkele tips meegeven?
Cora: “De verantwoordelijke minister moet zorgen voor een continue dialoog met die doelgroepen, waarvan ze weten dat ze het moeilijk hebben met digitalisering. Maar ook met de schakelpersonen of -organisaties, zoals S-Plus. Op die manier kunnen we achterhalen waar de pijnpunten liggen. Gaat het over toegankelijkheid, over de kostprijs van smartphones of computers of gaat het over vaardigheden of gebruiksvriendelijkheid? Blijven praten en een stem geven aan die mensen die het moeilijker hebben om voor zichzelf op te komen, is van groot belang.”

Wat is ageisme?*
Ageisme refereert naar stereotypen (hoe we denken), vooroordelen (hoe we ons voelen) en discriminatie (hoe we handelen) richting individuen of groepen op basis van leeftijd.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag oktober-november-december 2022. Lees hier nog meer artikels.

S-Plus tegen afschaffing seniorenticket

22-06-2023

Op dinsdag 13 juni werden we, samen met andere organisaties, uitgenodigd voor een toelichting bij de NMBS over het nieuwe beheerscontract. 

Naast S-Plus waren ook de Vlaamse Ouderenraad, CSC Seniors, FGTB, VIEF, OKRA VLAS en andere aanwezig.

De invoering van een nieuw tariefplan moet de prijs voor ritten in de ‘vrije tijd’ (lees: geen woon-werk of woon-school ritten) gemiddeld goedkoper maken. Op die manier wil de NMBS meer treinreizigers aantrekken. Met een doel van 50 % meer reizigers ligt hun ambitie hoog.

Hiervoor baseert NMBS zich op 4 principes:

  • Vereenvoudigen. Vandaag tellen we te veel soorten tarieven en forfaits (zoals het seniorenticket). Ze zijn voor korte afstanden vaak niet het voordeligste tarief.
  • Ze willen het reizen tijdens de daluren beter stimuleren.
  • Wie frequenter de trein neemt zal voordeliger reizen.
  • Aandacht voor bepaalde doelgroepen: jongeren, senioren (65+), mensen met recht op verhoogde tegemoetkoming (lage inkomensgroepen).

Na veel statistieken en cijfers onthouden we vooral dit:  +/- 850 000 senioren maken gebruik van de trein; 730 000 hiervan doen dit minder dan één keer per maand en 530 000 uit die groep reizen maximaal twee keer per jaar met de trein.

Dat betekent dat korte ritten goedkoper zullen zijn in vergelijking met het huidige seniorenticket

Er is verandering op til, maar senioren blijven een basiskorting krijgen van 40 % op het standaardtarief. Dat betekent dat korte ritten goedkoper zullen zijn in vergelijking met het huidige seniorenticket. Voor lange ritten wordt het een ander verhaal. Maar hier schept NMBS voorlopig geen klaarheid. We weten alleen dat er de mogelijkheid zal bestaan om een ‘voordeelkaart’ aan te schaffen. Met deze kaart zou er voor lange ritten een maximumtarief bestaan. Hoe hoog (of laag) dat maximumtarief zal zijn, kon de NMBS ons niet vertellen.

Verder genieten personen met een voordeelkaart een korting tijdens daluren en in weekends. Hoeveel die voordeelkaart zal kosten en hoeveel die korting zal bedragen is evenmin duidelijk. Voor personen met een verhoogde tegemoetkoming zou de voordeelkaart wellicht gratis te bekomen zijn. Maar hoe die te bekomen is, is ook nog onduidelijk.

We moeten afwachten en opvolgen hoe dit verder zal evolueren

We appreciëren dat de NMBS ons uitnodigde om hun nieuwe plannen toe te lichten. Op die manier kunnen we met S-Plus reageren en onze bekommernissen meegeven. Alleen blijven we me tal van vragen zitten. Hoe ze dit ambitieus plan gaan invoeren en uitrollen is voor ons niet duidelijk. Of het voor de reizigers ‘makkelijker’ zal worden om het juiste ticket (lees: meest voordelig) te krijgen is een andere vraag.

Een ding is duidelijk. We moeten afwachten en opvolgen hoe dit verder zal evolueren. De invoering is voorzien vanaf 2025. De NMBS beloofde alvast om ons verder op de hoogte te houden over de ontwikkelingen. S-Plus blijft alert.

(On)Betaalbare geneesmiddelen?

03-08-2023

Geneesmiddelen zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Voor zo wat alles bestaat vandaag wel een pilletje. Dankzij onze sociale zekerheid zijn tal van geneesmiddelen ook betaalbaar, maar toch rijst de vraag of heel dit systeem niet op de helling komt te staan. Daarom spreken we met Bart Demyttenaere, directeur van de studiedienst Solidaris.

Kun je kort even uitleggen wat in feite de rol is van een studiedienst?
Bart: “Wel, wij doen uiteraard studies. Hiervoor hebben we een afdeling onderzoek en ontwikkeling. Maar dat is in feite het kleinere deel van wat we doen. Representatie is ons hoofddoel. Binnen het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIVIZ) vertegenwoordigen wij Solidaris in alle commissies (tandartsen, logopedie, ziekenhuizen, etc.). Wij verdedigen daar de standpunten van Solidaris en nemen het hier op voor onze leden. Het gebeurt dus dat wij soms andere standpunten hebben dan andere mutualiteiten, maar over het algemeen komen we wel tot consensus of een win-winsituatie. Dat betekent dat wij voor een groot stuk het beleid van Solidaris uittekenen, en de koers bepalen. Verder maken we ook bij elke verkiezing een memorandum op, waarin we onze standpunten uitleggen. En natuurlijk ondersteunen we andere diensten met informatie als er vragen komen.”

Er ontbreekt een duidelijk wettelijk kader om de prijszetting van geneesmiddelen te controleren

Betalen we nu te veel voor geneesmiddelen?
Bart: “We betalen volgens mij inderdaad te veel voor geneesmiddelen. Alleen is het zeer moeilijk te bepalen hoeveel we te veel betalen, gezien prijzen niet transparant tot stand komen. Nu, we hebben het geluk dat we heel wat geneesmiddelen terugbetaald krijgen. Dat hebben we te danken aan onze sociale zekerheid en het ziekenfonds. Bovendien zijn wij opgegroeid met het idee dat er voor elke aandoening wel een pilletje bestaat. Bedrijven weten dat ook en spelen hier dus zeker op in. Ons voorschrijfgedrag en de bevolking sensibiliseren is dus niet onbelangrijk in deze problematiek. De federale en Vlaamse overheid wijzen er wel op dat je als individu gezonder moet gaan leven en meer moet bewegen, maar beiden vergeten vaak dat we ook aan collectieve preventie moeten werken. Daarmee bedoel ik dat we mensen gezonde woningen, gezonde lucht en leefomgeving moeten geven. Dat we gezonde voeding goedkoper maken en breder aanbieden. Hier heeft de politiek een loodzware verantwoordelijkheid.”

Maar wat wringt er dan juist?
Bart: “We stellen vast dat farmaceutische bedrijven heel hoge prijzen aanrekenen voor innovatieve en nieuwe medicatie. Prijzen die niet meer overeenkomen met de kosten van ontwikkeling, productie en marketing. We komen in een periode waarin firma’s een prijs zetten op basis van wat wij wensen te betalen. Er ontbreekt dus een duidelijk kader om die prijszetting te controleren. Waardoor firma’s de macht krijgen om een prijs te vragen die zo goed als te nemen of te laten is.”

Kan de overheid iets doen?
Bart: “Wij pleiten in feite voor een fair-price model (kost-Plus model). Daarop is ook onze campagne ‘De juiste prijs voor geneesmiddelen’ gebaseerd. Want we weten door onze studie dat farmabedrijven serieus overwinsten maken die vaak een veelvoud zijn van de gerechtvaardigde prijs. Met gerechtvaardigde prijs bedoelen we: de kosten van onderzoek en ontwikkeling, met daarboven een billijke basiswinst en een bonus voor innovatie. Op die manier halen we de druk van onze sociale zekerheid en krijgen bedrijven toch een juiste prijs voor hun product.”

We weten door onze studie dat farmabedrijven overwinsten maken die vaak een veelvoud zijn van de gerechtvaardigde prijs

Hoe is de samenwerking binnen Europa om hier iets aan te doen?
Bart: “Hier is ook nog werk aan de winkel. Momenteel zit België in een consortium met Nederland, Luxemburg, Ierland en Oostenrijk (BENELUXA). Gezamenlijk onderhandelen zij met farmabedrijven over de prijs. Maar Duitsland en Frankrijk ontbreken al bijvoorbeeld. Met andere woorden, bedrijven kunnen de landen onderling tegen elkaar uitspelen en opteren voor dat land dat het meeste wil bieden. Het wordt dus tijd dat we als Europa kunnen onderhandelen.”

Is jullie campagne-eis politiek haalbaar denk je?
Bart: “Wel, in eerst instantie moeten we 25 000 handtekeningen kunnen verzamelen. Want om het fair-price model in de wet op te nemen moet er wetswijziging komen. Dat kan alleen maar door eerst een hoorzitting in de kamer te bekomen.”

Wat kan S-Plus nog doen?
Bart: “Als jullie mee vruchtbaarheid kunnen geven aan de campagne is dat mooi meegenomen. En natuurlijk wil ik oproepen dat elk S-Pluslid de petitie mee ondertekent. Want zo houden we samen geneesmiddelen betaalbaar voor iedereen."

De juiste prijs voor geneesmiddelen: Teken de petitie
Solidaris startte een petitie om transparante en rechtvaardige prijzen te eisen. Bij een rechtvaardige prijs zou onze sociale zekerheid 4 keer minder betalen voor alle innovatieve geneesmiddelen. 1 miljard euro, of 20 % van de geneesmiddelenuitgave kan ons land zo elk jaar herinvesteren. Met 25 000 handtekeningen kunnen we een wetsvoorstel op de politieke agenda zetten. Ben jij voor onze sociale zekerheid en tegen de buitensporige winsten van farmaceutische bedrijven? Doe mee en teken de petitie! Meer info via deze link.

Dit is een artikel uit S-Plus Mag juli-augustus-september 2023. Lees hier nog meer artikels.

Abonneer op Steven Vanden Broucke