De kunst van het verliezen ...

04-05-2020

Meer dan 1 op de 3 slachtoffers van zelfdoding in Vlaanderen is ouder dan 65. Bij de 60-plussers, gaat het zelfs om bijna de helft van de slachtoffers, volgens de cijfers van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Toch leeft het idee dat psychotherapie geen baat meer zou hebben bij ouderen. Luc Van de Ven, ouderenpsycholoog, spreekt dit tegen. In zijn boek ‘Troost’ probeert hij aan de hand van verschillende psychologische thema’s moeilijke onderwerpen rond het ouder worden aan te kaarten en ziet hij uitdagingen voor professionele hulpverleners bij het begeleiden van ouderen met psychologische problemen.

Merk je als ouderenpsycholoog dat er meer vraag is naar therapie?

Luc Van de Ven: “We merken dat de drempel naar psychologen verlaagd is bij ouderen, ze zetten makkelijker de stap in vergelijking met 20 à 30 jaar geleden. Ook verwijzen huisartsen sneller door naar klinische psychologen. We kunnen dus wel stellen dat er een beweging aan de gang is, hoewel we nog tal van voorbeelden tegenkomen waar de situatie te ver is en er een opname in de psychiatrie nodig is. Dit had in een aantal gevallen vermeden kunnen worden als er vroegtijdig ingegrepen was.”

We merken dat de drempel naar psychologen verlaagd is bij ouderen, ze zetten makkelijker de stap in vergelijking met 20 à 30 jaar geleden

Zijn psychologische problemen nog steeds een taboe voor ouderen waardoor ze niet tijdig aan de bel trekken?

Luc Van de Ven: “Het zit complex in elkaar. Hoogbejaarden zijn nog opgegroeid met de visie ‘spreken is zilver en zwijgen goud.’ Toch zien we een veranderende beweging rond het praten over problemen, vooral bij vrouwen want mannen vinden dat nog steeds een teken van zwakte. Bij jongsenioren merken we dat er meer vraag komt naar koppel-relatietherapie, oudere senioren hebben nog eerder schaamte om hiervoor hulp te zoeken. De drempel ligt voor hen wat hoger, maar hier wordt dus zowel door professionelen als door senioren zelf aan gewerkt.”

Met welke problemen komen de meeste ouderen bij jou?

Luc Van de Ven: “Er zijn toch een aantal grote thema’s die bij mij aan bod komen, zoals de belasting voor partners van personen met dementie, maar vaak komen mensen ook bij mij met relatieproblemen, ze zijn net met pensioen en zitten op elkaars lip bijvoorbeeld. Ook individuele therapie, zoals bemoeilijkte rouw, is iets dat ik tegenkom in de praktijk. Jammer genoeg is niet alles oplosbaar of te genezen.  Soms zit je in een realiteit die onveranderbaar is. Wat ik wel kan doen, is mensen er mee laten omgaan,  ze begeleiden in de veranderende situatie.”

Je bent zelf 60+, word je persoonlijk geconfronteerd met de moeilijke facetten van het ouder worden?

Luc Van de Ven: “Uiteraard. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor een cardioloog, ook die kan aan hartfalen lijden. Zo word ik dagelijks geconfronteerd met het ouder worden. De confrontatie in de therapie is niet noodzakelijk negatief. Soms haal je er ook persoonlijke troost uit. Je komt als therapeut vaak verhalen tegen van mensen of families die je kunnen helpen. Je kan leren uit die situaties. Je hoort verhalen hoe het echt niet moet, maar de dag nadien ontmoet je dan weer een familie waar veel tederheid en mildheid leeft. Hierin vind je dan weer troost.”

Jammer genoeg is niet alles oplosbaar of te genezen.  Soms zit je in een realiteit die onveranderbaar is

In 2014 schreef je het boek ‘Troost’.

Luc Van de Ven: “Inderdaad, met dit boek wilde ik voor een breed publiek, zowel voor mensen die niet in de sector werken als voor professionele hulpverleners, de verschillende psychologische thema’s bundelen waar ouderen meer geconfronteerd kunnen worden. Ik wil dat de lezer vooral een aantal dingen onthoud.  Eerst en vooral dat verlies een centraal begrip is bij ouder worden. Wie kan bevredigend oud worden? Dat is diegene die kan verliezen, diegene die de kunst van het verliezen beheerst. En daar moeten de meeste mensen aan wennen. Ook het belang van een vertrouwenspersoon voor een oudere is iets dat ik de lezer wil meegeven. Is er in het leven van de oudere een vertrouwenspersoon, waar hij of zij alles kan tegen zeggen? Uit onderzoek blijkt namelijk dat je zowel op fysiek als psychologisch vlak sterker in het leven staat als je zo een persoon hebt. Meestal is dat iemand van de familie of een intieme vriend, maar het kan ook een hulpverlener zijn en dit in alle geledingen van de zorg. Tot slot wil ik in mijn boek ook het belang van de context aankaarten. Probeer het hele plaatje te zien als professionele hulpverlener, alleen dan kan je makkelijker ingrijpen in de situatie van de oudere.”

1/3 slachtoffers van zelfdoding zijn 65 plussers. Hoe komt het volgens jou dat dit cijfer zo hoogt ligt?

Luc Van de Ven: “In elk geval is gebleken dat mannen boven 75 jaar dubbel zoveel kans hebben op suïcide dan alle mannen en vrouwen op andere leeftijden in Vlaanderen. We kunnen natuurlijk gissen naar de reden waarom het cijfer voor deze groep zo hoog ligt. Minder makkelijk praten, het op kroppen… kunnen redenen zijn. Het is ook opvallend dat in Nederland het percentage suïcide lager ligt dan in Vlaanderen en dat West-Vlaanderen er in Vlaanderen met kop en schouders bovenuit steekt.”

Nochtans lijkt het dat het professioneel opvangnet voor ouderen boven de 65 jaar toch als minder belangrijk wordt beschouwd. Er is ook geen terugbetaling voor psychologische zorg voor 65-plussers.

Luc Van de Ven: “Dat is erg. Uiteraard begrijp ik wel dat wanneer we het financiële plaatje en de tekorten van de verschillende regeringen bekijken, ze niet alles kunnen doen, maar deze keuze is natuurlijk intriest. Het lijkt wel of het psychisch welzijn van mensen niet meer belangrijk is eens ze op pensioen zijn. Dat is een denkfout, want het reikt vaak ook verder dan enkel die ene persoon. Bijvoorbeeld: 3 dochters rond 40 à 50 jaar moeten bijspringen omdat hun mama depressief is en te veel alcohol drinkt. Op deze manier kunnen ze niet meer werken en laten ze hun eigen gezin in de steek. Ze krijgen hierdoor zelf een burn out en kunnen niet meer functioneren en worden uiteindelijk zelf patiënt. Het niet ingrijpen op de situatie van die ene dame kan effect hebben op meerdere personen die wel nog mee produceren in onze maatschappij. Psychologische zorg voor ouderen is dus zeker van belang.”

Alleenstaand, maar niet altijd eenzaam

20-01-2020

Dat ‘singles’ er zijn in alle kleuren en geuren weten we intussen al. Net zoals dé senior niet bestaat, bestaat ook dé single niet. Vorige editie lieten we een happy single van 53 aan het woord, vandaag spreek ik af met Willy Seeuws. Hij is oud sp.a senator, 88 jaar en ‘single’. Hij is sinds 2 jaar weduwnaar, en verhuisde na de dood van zijn vrouw naar het centrum van Gent. Terug naar zijn ‘roots’, zoals hij zelf zegt. Dicht bij zijn oude kameraden. Ik ontmoet hem op zijn serviceflat aan de Tichelrij.

Je woont mooi Willy. Ben je tevreden hier?

"Ja! Absoluut! Ik ben gesteld op mijn privacy. Hier kan ik het inrichten naar mijn eigen smaak, kan ik luisteren naar mijn eigen muziek. Je doet wel een sprong in het onbekende uiteraard. Niet evident op je 88ste. Maar ik was hier 2 dagen, en voelde onmiddellijk dat ik gerustgesteld was. Je bent volledig vrij, maar als het nodig is, staan ze hier onmiddellijk voor de eerste hulp. Dat geeft wel een veilig gevoel. Dat doet hier graag wonen. De flat ligt in het centrum van Gent en dat is een voordeel. Ik kan overal te voet naartoe. Hier zijn bovendien veel oude vrienden, die vroeger wat meer gespreid woonden. Er zijn 2 verdiepingen bijgebouwd, en nu zijn er een aantal kennissen komen wonen. Dat was niet zo afgesproken, maar is wel handig.”

Ik zie hier meer mensen dan waar ik vroeger woonde

Je voelt je niet alleen?

“Ik zie hier meer mensen dan waar ik vroeger woonde. We bellen elkaar op, en spreken dan af beneden in het resto. Dat doen we maandelijks. Een aperitiefje drinken en wat bijpraten. Om een keer samen te zijn.

4 maanden geleden woonde ik nog in een groot huis in Drongen waar ik met mijn vrouw heb gewoond. Toen mijn vrouw ziek is geworden, was ik bij wijze van spreken ook al alleen. Op den duur doe je niets anders meer dan ‘zorgen voor’. Haar verzorgen, maar ook boodschappen doen, het hele huishouden. Ik heb wel altijd mijn activiteiten kunnen voortzetten. Toen ze stierf was ik echt alleen. Die klap was wel brutaal. En daar, in dat huis, werd ik steeds met haar beeld geconfronteerd. Ik zag haar zitten op haar plaats aan tafel. Dat heb ik hier niet, omdat ze hier nooit fysiek geweest is. Ook het onderhoud van het huis werd te zwaar. Maar het was toch vooral voor de confrontatie met haar afwezigheid. Minder overdag, omdat je dan bezig bent, maar vooral ’s morgens en ’s avonds, omdat je er dan tegen op botst. Ik was opgelucht dat ik naar hier kon verhuizen. Je bouwt iets nieuws op, al blijf je natuurlijk alleen. En dan heb ik nog geluk. Ik ben omringd door oude vrienden, en mijn kinderen helpen me waar ze kunnen. Mensen die helemaal alleen zijn ... dat is nog iets anders.”

Waarom denk je dat vele ouderen zo lang in hun huis blijven wonen?

“Mijn poetsvrouw komt bij vele ouderen die in hun oude huis wonen en die vaak nog een trap moeten opkruipen. Ze ziet soms erge dingen. Zo komt ze bij een oudere alleenstaande dame. Ze had haar aangeraden om ook eens naar een serviceflat uit te kijken. Maar ze klampt zich vast aan haar huis. Ze wil zich niet meer verplaatsen.

Ik had ook wel wat schrik voor het onbekende moet ik toegeven. Maar ik was wel voorbereid. We hadden ons een 7-tal jaar geleden al ingeschreven. Ik kende het al, omdat ik hier vrienden had. Ik wou mijn vrouw overtuigen om naar hier te komen toen ze ziek werd. Het had gemakkelijker geweest om haar te verzorgen. Maar ze wou ook niet weg uit haar huis.

Toen ze hier hebben bijgebouwd, heb ik mijn kans gegrepen. Ik heb de eerste 44 jaar van mijn leven in Gent gewoond, nadien 44 jaar in Drongen. Als grap zeggen ze wel eens ‘en nu weer 44 jaar in Gent’, maar doe me dat niet aan! (lacht)”

Zijn er dingen waar je op stoot als alleenstaande, waar je vroeger niet bij stilstond?

“Je kan hier je maaltijden laten komen. Overdag wil ik graag mensen zien, dan eet ik elders. Maar ’s avonds laat ik eten brengen, een broodmaaltijd. Omdat ik het moeilijk had als single om juist te kunnen doseren. Ze lukken er blijkbaar nog steeds niet in om de hoeveelheden aan te passen aan kleine porties. De porties die aangeboden worden in de warenhuizen zijn nog vaak te groot. Hier kan ik elke dag vers beleg bestellen, en hoef ik niet dagen aan een stuk hetzelfde te eten. Ik moest vroeger veel weggooien.”

We zijn met een klein groepje van vrienden uit de jeugdbeweging van vroeger begonnen, met als insteek ‘zouden we niet nog eens een keer samen zingen?'

Welke rol speelt S-Plus in je leven?

“Ik ben zangleider van een S-Pluszangkoor. We komen op woensdagnamiddag samen in Gent. Ik steek daar redelijk veel tijd in. Teksten zoeken, partituren verzamelen, de voorbereiding, klankopnames doorgeven aan de technieker, opzoekingen op YouTube*.

We zijn met een klein groepje van vrienden uit de jeugdbeweging van vroeger begonnen, met als insteek ‘zouden we niet nog eens een keer samen zingen?’.  Maar het koor is blijven bestaan én gegroeid. Er komen veel alleenstaande dames, omdat ze zo de eenzaamheid doorbreken. Maar ook omdat het zingen zo leuk is. Het is een makkelijke manier om elkaar te ontmoeten. Soms moet ik zeggen ‘zwijgt nu ne keer’ voordat we kunnen beginnen. (lacht) Maar het moet leuk blijven, dus als ze veel babbelen wil dat zeggen dat ze veel te vertellen hebben. Dat moet ook kunnen.”

Je spreekt met veel passie over het zangkoor. Je zou het niet meer kunnen missen denk ik?

“Een paar dagen voor ons optreden dit jaar was ik flauw gevallen en moest ik een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Dat was een ramp! Vanuit mijn ziekenhuisbed heb ik een aantal dingen geregeld. Ik kreeg ook hulp uit de groep. Dat deed enorm goed. Gelukkig kon ik er op het optreden zelf wel bij zijn. Want voorlopig wil ik het niet missen. Het houdt me fit. Moest dat wegvallen, het zou een enorm zwart gat zijn. Nu is dat zangkoor prioriteit voor mij. Alles moet eerst klaar zijn voor de zanggroep, daarna kan ik andere dingen doen.

Ondertussen zijn er een aantal goeie muzikanten bijgekomen, die graag spelen. Een vereniging doet veel voor de mensen. We halen ze toch even uit hun isolement. Al is het maar voor enkele uren. Ze hebben hun babbel gehad en zingen zich gelukkig. Ze kunnen er dan weer even tegen.”

Moeten we bang zijn om oud te worden?

02-07-2019

Moeten we bang zijn om oud te worden? Die vraag stelt Knack-journaliste Ann Peuteman zich in haar nieuwste boek ‘Grijsgedraaid’. In haar zoektocht naar antwoorden baseert ze zich op diverse ervaringen en gesprekken met bekende en minder bekende 80-plussers. Ze stelt vast dat het leven verandert op een bepaalde leeftijd, maar ook dat het anders kan.

Afhankelijker en fragieler

“Het idee om ‘Grijsgedraaid’ te schrijven, kreeg vorm na een interview met een oude schooldirectrice. Ze vertelde hoe ze jarenlang respect en autoriteit had opgebouwd. Ook na haar pensioen bleven mensen haar om raad vragen. Rond haar 80ste keerde dat plots, toen ze afhankelijker werd en er fragieler begon uit te zien”, vertelt Ann Peuteman."

Blik van anderen

Ook andere mensen met wie Ann sprak, ervaarden een soort anticlimax toen ze ouder werden. “Tijdens het schrijven van dit boek vertelde theatermaakster Eva Bal me dat ze niet schrikt van haar spiegelbeeld, maar wel van hoe andere mensen haar zien. Dat is me uit de getuigenissen het meest bijgebleven, omdat we daar volgens mij iets aan kunnen doen.”

Het is alsof we ze steevast als 1 blok zien, met allemaal dezelfde smaak en dezelfde dingen die hen gelukkig maken

Om die reden schreef Ann ‘Grijsgedraaid’: “Om onze zienswijze op 80-plussers aan te kaarten. Het is alsof we ze steevast als 1 blok zien, met allemaal dezelfde smaak en dezelfde dingen die hen gelukkig maken. We leggen ze zaken op ‘voor hun eigen bestwil’, want we zien ze het liefst rustig en lekker veilig.”

Het is niet genoeg

“Door de vooruitgang van de wetenschap leven we alsmaar langer, maar we hebben niet nagedacht over wat we moeten doen met die extra jaren. Hoe zorgen we ervoor dat we, ondanks fysieke en soms mentale beperkingen, echt van die tijd kunnen genieten?”, vraagt Ann zich af. “Ik heb het niet over fysieke zorg of voeding, dat is bij de meeste 80-plussers in orde. Ex-minister Paula D’Hondt vertelde: ‘Ik ken niemand van mijn leeftijd die niet goed verzorgd wordt. Gewassen, gevoed, gekapt en gekleed.’ Maar dat is niet genoeg, dat zou het voor mij ook niet zijn.”

We focussen heel erg op efficiëntie, zowel financieel als qua timing. Maar daardoor maken we het 80-plussers heel moeilijk om nog zin te hebben in het leven, in de dubbele betekenis van dat woord. We zeggen: doe jij nu maar rustig, je hoeft het je allemaal niet meer aan te trekken.”

Moeilijk om jezelf te blijven

“De mensen met wie ik sprak, vertelden me dat ze nog altijd dezelfde persoon zijn. Maar dat het moeilijker is om zichzelf te blijven, omdat ze hun vrijheid en beslissingsrecht verliezen. Ze mogen bijvoorbeeld niet meer eten of zich wassen hoe en wanneer ze dat vroeger deden. Hun auto wordt afgenomen, ze mogen hun geld niet meer beheren, en nieuwe relaties zijn al helemaal uit den boze.

Kinderen kunnen we fouten laten maken, maar bij ouderen moeten we dat nog leren

Veel mensen die ik in de loop der jaren sprak kunnen haarscherp analyseren waar het probleem ligt, maar ze kaarten het niet aan, omdat ze hun geliefden niet tot last willen zijn. Want ‘wat als ze niet meer komen?’ De mensen die hen betuttelen, die hun zaken opleggen ‘voor hun eigen bestwil’, zijn meestal de mensen die ze het liefste zien. En die willen ze niet kwetsen.”

Het recht op foute beslissingen

“Het is niet eenvoudig om aan te geven waar de grens ligt tussen verzorgen en betuttelen. We moeten ons afvragen wat 80-plussers zelf willen, want vaak walsen we over hen heen – met goede bedoelingen. Het is een beetje zoals met meerderjarige kinderen. We kunnen uitleggen waarom wij denken dat een bepaalde keuze beter is, maar als de ander dat niet wil, moeten we ons daar ook bij kunnen neerleggen. Kinderen kunnen we fouten laten maken, maar bij ouderen moeten we dat nog leren. 80-plussers zijn geen pubers, je hoeft ze niet op te voeden of te beschermen tegen zichzelf. Ze hebben het recht om foute beslissingen te maken, net zoals wij.”

Het kan beter

Wat heeft ‘Grijsgedraaid’ voor Ann zelf betekend? “Ik hoopte met dit boek mijn angst om ouder te worden te beslechten, maar dat is niet echt gelukt. (lacht) Wat me hoopvol stemt, zijn de reacties. Die komen zowel van oudere mensen als van mensen die zijn beginnen nadenken over hoe het beter kan. Ik merk dat onze samenleving er wel iets aan wil doen, zeker omdat we zelf later in die positie zullen zitten.”

“Ik merk ook een enorme openheid in de zorgsector, van mensen die erover willen praten en oplossingen willen zoeken. Ik vind het bijzonder jammer en onrechtvaardig dat we door een aantal trieste verhalen iedereen over dezelfde kam scheren, want er zitten ook veel mensen in die sector die met weinig middelen en mankracht toch prachtige prestaties neerzetten.”

Ik stel me altijd de vraag of ik ook zo zou omgaan met een leeftijdsgenoot. Zou ik zo praten?

Zoals een leeftijdsgenoot

Hoe kunnen verzorgers en mantelzorgers erover waken dat ze op dezelfde golflengte zitten als de mensen die ze verzorgen? “Ik stel me altijd de vraag of ik ook zo zou omgaan met een leeftijdsgenoot. Zou ik zo praten? Zou ik dit regelen en doen zonder overleg? Verder geef ik volgende raad: plaats jezelf in de positie van een 80-plusser. Stel: je wordt elke dag gewassen, je krijgt je boterhammen, er komt elke dag een verpleger. Is dat genoeg? Zou je daar gelukkig van worden?”

80-plussers in de vriendenkring

“Als ik met 80-plussers op een gelijkwaardig niveau praat, merk ik hun hunkering naar intellectuele prikkeling. Ze hebben televisie en boeken, maar de interactie met anderen valt weg. Ik denk dat organisaties daar meer aan tegemoet kunnen komen. Zelf heb ik dankzij dit boek mooie mensen ontmoet. Mensen die ik anders nooit had leren kennen als persoon, maar als een ‘80-plusser’ was blijven beschouwen. Met sommigen raakte ik bevriend. Dat hoor je niet vaak hé, dat iemand 80-plussers in zijn of haar vriendenkring heeft. (lacht) Ik wel en ik vind het een verrijking!”

Grijsgedraaid

Meer lezen van Ann Peuteman? Klik op deze link.

Een beetje Sloveens. Het verhaal van Elke Roex.

15-03-2019

In een hippe eettent vlakbij de Grote Markt in Brussel ontmoet ik Elke Roex voor een toffe babbel. Ze was lange tijd fractieleider voor sp.a in het Brussels Parlement. Momenteel is ze voltijds schepen in Anderlecht. Elke is geboren en getogen in België. Maar toch vindt ze zichzelf een beetje Sloveens. Haar verhaal begint in 1926, bijna 100 jaar geleden …

“Mijn oma kwam als kind naar België samen met haar ouders en haar broers en zussen. Ze was toen ongeveer 6 jaar. Mijn overgrootvader was naar hier gekomen om te werken in de mijnen in Maasmechelen. Hij heeft vrij snel een ongeval gehad in de mijn, waardoor hij niet meer kon werken. Dan hebben de vrouwen een kantine geopend in Eisden, waar de mijnwerkers konden eten en drinken, en zelfs overnachten. Er waren toen veel Oost-Europese mijnwerkers die er slechts tijdelijk verbleven, vaak zonder familie.

Het was voor mijn overgrootouders eigenlijk ook niet de bedoeling om in België te blijven. In 1932 stuurden ze zelfs 2 volle wagons met al hun spullen terug naar Joegoslavië. Toen ze wilden nakomen, kregen ze echter bericht dat door de inval van Duitsland de oorlog begonnen was. Het was te gevaarlijk om te vertrekken. Ze zijn toen gebleven, en moesten hier voor een 2de keer starten van nul.

Slovenië inspireert mij

De familie is wel altijd heel gehecht gebleven aan de Sloveense cultuur. Toen mijn oma trouwde, heeft ze als eis gesteld dat mijn opa Sloveens moest leren. Hij wou toen zo graag met haar trouwen dat hij dat op 3 maanden tijd heeft geleerd. Zo komt het dat de moedertaal van mijn vader ook echt Sloveens was. Thuis werd er Sloveens gesproken. Van de 4de generatie ben ik wel de enige die Sloveens heeft geleerd. Mijn zussen verstaan wel hier en daar wat, maar het is geen gemakkelijke taal. Het is een Slavische taal en totaal niet verwant met het Nederlands. Het heeft 6 naamvallen en het gebruik van enkelvoud, tweevoud en meervoud. Ik heb Sloveens geleerd in de zomerschool in Ljubliana (de hoofdstad van Slovenië). Ze vonden het daar heel grappig dat er in de Belgisch-Sloveense verenigingen een taal gesproken wordt, die niet mee is geëvolueerd. Het is nog de taal van 1926. Het is alsof je een eerste druk van Ernest Claes zou openslaan, en ineens zo zou beginnen praten.

Mijn opa was afkomstig van Oostende. Hij was in de mijnen komen werken, omdat hij dan niet naar het leger moest. Daar in Eisden heeft hij mijn grootmoeder leren kennen. Ze is dan later mee verhuisd naar Oostende. De zus en broer van mijn oma zijn wel in Eisden gebleven. Er is daar nu nog steeds een grote Sloveense gemeenschap met veel verenigingen. Mijn oma heeft nog mee die Sloveense verenigingen gesticht. Daar ga ik nog vaak naartoe.

Toen mijn oma gestorven is, bleef Eisden eigenlijk onze verbondenheid met Slovenië. Onze groottante had een kruidenierszaak in Eisden. Ze had zelf geen kinderen, en nam een beetje de rol van oma over. Ze was getrouwd met een Kroaat, maar onderling spraken ze altijd Sloveens, ook met mijn vader. Ze maakte altijd de typische Sloveense dingen klaar, zoals een pure rundsbouillon met vermicelli, witte bonen en veldsla, heel dun gesneden witte kool, gevulde paprika’s, goulash. Het zijn allerlei dingen die wij heel gewoon vinden om te eten, maar die anderen misschien niet zo vaak op hun bord krijgen. Uiteraard zijn we een beetje onthecht van die Sloveense gemeenschap, omdat we niet in Eisden wonen.

Als kind gingen we om de 2 jaar naar Slovenië op vakantie. Nu ga ik vaker naar daar. Toen ik ontdekte dat ik kanker had door een erfelijk gen dat borstkanker en eierstokkanker kan veroorzaken, wist ik dat het kwam door mijn Sloveense oma. Zij is zelf heel jong gestorven aan borstkanker toen ze in de 50 was. Ik zei toen aan mijn papa: “We hebben iets slecht geërfd van Slovenië, het wordt tijd dat we iets goeds erven. Waarom koop je daar geen huis?” Mijn papa zag dat meteen zitten en begon er ook van te dromen. Mijn ouders hebben daar inderdaad een huis gekocht. Nu ga ik er ongeveer 4 keer per jaar naartoe. Binnenkort ga ik weer. Het land inspireert mij. Normaal ga ik altijd met de trein. Dat is zalig reizen zo. Je bent 14 uur onderweg, maar je ziet het landschap veranderen. Je maakt de reis echt bewust mee, en je bent relaxt onderweg.

Toen de discussie opkwam rond de dubbele nationaliteit zijn mijn vader en ik een procedure begonnen om ook de Sloveense nationaliteit te bekomen. Ik vind dat vooral sentimenteel en symbolisch. Voor mij is dat niet het verloochenen van het land waar je woont of geboren bent. Ik vind het juist mooi dat je je afkomst symbolisch met je kan meedragen. Het is gewoon een erkenning van je roots. We zijn allemaal niet ‘gewoon Belg’. Alles is een beetje ‘gemengd’, en iedereen heeft wel iets van ergens anders in zich. Die dubbele nationaliteit is erkennen wat er in je zit, bij mij helaas ook letterlijk, met zowel slechte als goede genen.

We zijn allemaal niet 'gewoon Belg'. Iedereen heeft wel iets van ergens anders in zich

Na de oorlog hebben ze in Slovenië heel wat nationaliteitsaanvragen gehad. Het was het eerste land dat onafhankelijk werd van Joegoslavië en dat bij de Europese Unie kwam. Daardoor is het nu moeilijker geworden om de nationaliteit aan te vragen, vooral als je daar niet woont. Een van de vereisten is om aan te tonen dat je nog een gehechtheid hebt met de Sloveense cultuur. Dat vertaalt zich door aan te tonen dat je minimum 5 jaar lid bent van een Sloveense vereniging in je land. Vermits mijn oma die heeft opgestart, en we daar ook zijn blijven naartoe gaan, zal dat wel geen probleem vormen. De procedure kan wel heel lang duren. Spannend.

Eigenlijk ben ik nog maar een vierde Sloveens, en is het een wonder dat die verbondenheid toch nog zo aanwezig is. Het is ook heel persoonlijk, want mijn zussen hebben dat bijvoorbeeld minder. Ik had 2 tantes, waarvan er eentje ook heel gehecht was aan Slovenië, maar de andere net helemaal niet. De kinderen van mijn zus zijn nog een achtste Sloveens. Ik vraag me soms af hoe zij dat nog gaan ervaren. Maar ze zijn ook half Engels. Dus daar is ondertussen weer een heel nieuw verhaal in de maak.”

De happy single is vrij gezellig

02-07-2023

Het aantal singles in België blijft steeds toenemen. Er wordt zelfs voorspeld dat tegen 2060 de helft van alle Belgische huishoudens uit één persoon zal bestaan. Die singles zijn niet alleen jonge mensen die nog zoeken naar een partner of alleenstaande ouders. Het zijn ook senioren. We worden immers steeds ouder. Veel toekomstige singles zijn vrouwen ouder dan tachtig. Maar ook zijn er steeds meer scheidingen op latere leeftijd, of mensen die bewust kiezen om single te blijven.

Een rol weggelegd voor S-Plus

De alleenstaanden zijn overduidelijk een steeds groter wordende groep waar onze samenleving rekening mee moet houden. Want voorlopig volgt het beleid nog niet op dat gebied. Het leven van een alleenstaande is vaak duurder. Bovendien zien we dat ons belastingsysteem gericht is op koppels en gezinnen. Een alleenstaande betaalt op vele vlakken meer belastingen dan de 2 afzonderlijke mensen in een koppel. Zo zijn er nog heel wat zaken die eerlijker kunnen voor alleenstaanden. Een hele uitdaging voor het beleid.

Voor S-Plus ligt er een grote verantwoordelijkheid om hierop in te spelen. Voor de oudere singles of alleenstaanden is het een uitdaging eenzaamheid tegen te gaan. Maar uiteraard zijn niet alle alleenstaanden eenzaam. Er zijn ook dynamische happy singles bij.

In het Via Via café in Mechelen ontmoet ik Regina van den Berghe. Een knappe en vlotte vrouw van 53 jaar. Sinds kort neemt ze deel aan de singleactiviteiten van S-Plus in de provincie Antwerpen. Ik wil graag weten waarom ze zich aangetrokken voelt tot de activiteiten van Vijftig+ en vrijgezellig. Ze vertelt enthousiast en openhartig over haar ervaringen.

Regina is vijftig+ en vrijgezellig

“Ik werk nog voltijds. Het zal nog even duren voor ik op pensioen zal mogen gaan. Bij Vijftig+ en vrijgezellig vind je toffe activiteiten voor vijftigplussers die nog werken. Zo kan je op een leuke en laagdrempelige manier nieuwe mensen leren kennen. De omschrijving ‘vrijgezellig’ heeft me over de streep getrokken. Waarom niet, dacht ik! Het programma focust niet op iemand leren kennen. Want ik ben gelukkig alleen. En dat vond ik net zo leuk aan die ‘vrijgezellig’. Het is vrijblijvend. Als je er een bredere vriendenkring aan overhoudt is dat mooi meegenomen. De activiteiten die ze organiseren zijn leuk en origineel. De vorige activiteit van de 50+ en vrijgezellig was met de kickbike (een grote step nvdr) door Mechelen. Dat was geweldig.

Het is vrijblijvend, niet met de druk dat je iemand moet tegenkomen

Ik ben al een tijdje alleen, en heb al verschillende dingen geprobeerd. Online, dat was niets voor mij, ook Tinder niet, met dat ‘swipen’. Dat is te oppervlakkig. Het is de binnenkant die telt voor mij. Single speeddaten heb ik al eens geprobeerd. Maar daar bleken enkel jongere mannen te zijn. Dat was ook niets voor mij. Wat is er dan nog? Er zijn datingbureaus die je koppelen aan het juiste profiel. Maar dat kost echt veel geld. En je krijgt daarvoor maar een aantal ‘dates’. Dat is nog geen garantie op het vinden van een partner. Vrouwen ouder dan 55 worden vaak geweigerd, omdat er een overaanbod is.

We zijn een beetje een vergeten groep. We gaan allemaal langer moeten blijven werken, dus kunnen overdag geen dingen doen. Wij zijn de groep waar de kinderen uit huis zijn. Niet dat ik mij alleen of verlaten voel. Maar waar kan je naartoe zonder dat je naar de activiteiten overdag, of voor gepensioneerden moet gaan, of zonder naar een datingbureau te stappen? Ik denk dat er daar nog een heel grote markt open ligt. Zonder het te willen uitbuiten, want je moet als single toch alles alleen betalen.

Uiteraard wil ik wel meedoen aan activiteiten waar koppels aan deelnemen. Maar mijn doelstelling is nog steeds om niet alleen te moeten eindigen. Als je naar een activiteit voor alleenstaanden gaat, weet je dat iedereen in hetzelfde schuitje zit. Dan is de drempel lager om ergens te gaan bijzitten of iemand aan te spreken.

Het leven is al serieus genoeg, neem het af en toe maar wat luchtiger

Ik weet niet waarom ik nog single ben. Er zal dan toch iets schelen met mij zeker? (lacht) Maar ik heb hetzelfde probleem als vele werkende singles. Je bent zodanig bezig met de rest van je leven: werken, thuiskomen, eten maken,… het weekend is snel voorbij. Je moet veel buiten komen om iemand tegen te komen. Het weekend is dan vaak alleen thuis zijn. Niet dat dat zielig is, maar daar kom je niemand tegen natuurlijk. Daarom maakt jullie initiatief me wel blij! De momenten vallen goed, in het weekend, het zijn toffe activiteiten, en de prijzen vallen mee. Er zijn nog een aantal activiteiten in het verschiet. Daar heb ik me allemaal voor ingeschreven. Ik heb bij mijn vrienden al reclame gemaakt!

Ben ik een happy single? Ik sta wel positief in het leven. Niet altijd natuurlijk, dat zou ‘fake’ zijn. Het is vallen en opstaan. Als je wat ouder wordt, komt het besef dat je af en toe eens moet stilstaan, en voor jezelf zorgen. Plots besef je wel, oei, ik ben 53 jaar! Want vanbinnen voel ik me nog 18. De buitenkant zegt iets anders, maar ik voel me nog wel jong. Je moet het leven niet altijd te serieus nemen. Het is al serieus genoeg, neem het af en toe maar wat luchtiger.”

Singlewerking bij S-Plus

Heel voorzichtig proberen we bij S-Plus een werking uit te bouwen voor singles. Hierbij gaan we in de eerste plaats uit van het beeld van de happy single senior. De activiteiten die aangeboden worden gaan daarom vooral om gelijkgestemden te ontmoeten in een kader van leuke activiteiten. Het plezier staat hierbij centraal, en niet de druk van het vinden van een nieuwe partner. Iedereen blijft gewoon zichzelf. Het contact is persoonlijk en in kleine groepjes.

Bij S-Plus zijn alleenstaanden natuurlijk altijd en overal welkom op alle activiteiten. Toch is er af en toe nood aan samenkomen met andere singles. Omdat het niet altijd aangenaam is om ergens alleen toe te komen in een gezelschap met overwegend koppels. Andere alleenstaanden begrijpen hoe het is. Of je nu vrijgezel bent door een echtscheiding, omdat je partner overleed, of omdat je simpelweg nooit aan een relatie toekwam. Nieuwe mensen leren kennen is niet altijd evident. Binnen de singlewerking van S-Plus kan dit, in een veilige omgeving en zonder foute bedoelingen. De activiteiten bij S-Plus zijn laagdrempelig, én ongedwongen. Want niet elke single is per sé op zoek naar een nieuw lief! Je krijgt vooraf geen psychologische tests voorgeschoteld of voorstellen voor een perfecte match zoals op de meeste datingsites. Klikt het, des te beter. Bloeit er iets moois uit, super. En anders had je gewoon een leuke tijd en leerde je nieuwe mensen kennen waar je samen leuke dingen mee kunt doen.

Klinkt interessant?
Neem dan eens een kijkje op onze activiteitenpagina. Zit er een activiteit tussen die je tof lijkt, aarzel dan niet langer en schrijf je in!

Heb jij (klein)kinderen?

26-01-2023

Op jonge leeftijd had ieder van ons een beeld van hoe zijn of haar toekomst er zou uitzien. Kinderen pasten vaak in dat ideale plaatje. Maar wat als die kinderwens onvervuld blijft? Hoe kan je dat verdriet plaatsen? En wat als op oudere leeftijd iedereen om je heen grootouder wordt, en jij niet? We praten erover met kinderwensconsulente Reintje Peeters.

Wat doet een kinderwensconsulente precies?

Reintje: “We praten met wens(groot)ouders over hun kinderwens en de impact hiervan op hun leven in de vorm van lot(of bondgenoten)contacten. De thema’s die we behandelen zijn bijvoorbeeld impact op iemands leven, omgaan met je partnerrelatie, omgaan met familie en vrienden, omgaan met moeilijke dagen zoals Kerst, Moeder- of Vaderdag maar ook het begin van het nieuwe schooljaar, je werkomgeving, sociale media, seksualiteit, schaduwverdriet en het rouwproces. De reeks eindigde met het thema ‘zinvol leven zonder kinderen’.”

Belangrijk is dat het verdriet er eerst gewoon kan zijn

Wat bedoel je precies met ‘schaduwverdriet’?

Reintje: “Dat is eigenlijk verdriet over iets ontastbaar. Als je iemand verliest, of je verliest je werk, dat is heel zichtbaar voor mensen. Maar als je niet zwanger raakt, zien mensen dat niet. Mensen weten wel dat dat verdrietig is op het moment je ermee bezig bent. Maar een tijd later, maanden, jaren, nemen mensen uit je omgeving aan dat dat voorbij is. Dat is logisch. In onze cultuur zit nog altijd ‘zolang je er niet over spreekt, is het er niet’. Het blijft een taboe, zeker als je ouder wordt. Vroeger was het bijvoorbeeld zo: je kreeg een vroegtijdige bevalling en noemde je kindje Reintje. Je kindje overlijdt en het volgende kindje heet ook Reintje. Het is zo een beetje als ‘het heeft niet mogen zijn’. Dat hoorde je vaak.”

Je hebt zelf ook een onvervulde kinderwens. Wil je je verhaal delen met ons?

Reintje: “Ik was nog heel jong toen ontdekt werd dat ik endometriose had (hierbij komen cellen van het baarmoederslijmvlies ook buiten de baarmoeder voor, dat zorgt voor hevige buikpijn en bloedingen). De eerste professor waar ik bij terecht kwam, zei: “Je moet later veel kindjes krijgen, dan gaat dat weg”. Het kan inderdaad verbeteren na een bevalling, maar het kan ook erger worden. Ik heb het aangetaste weefsel 2 keer operatief laten verwijderen. Na zo een operatie was ik telkens een hele periode goed, maar endometriose komt telkens terug. Toen ik zo jong was, dacht ik nog niet meteen aan kinderen. Dat kwam wel als prille dertiger. Door mijn voorgeschiedenis wilde de dokter niet te lang wachten met onderzoeken. Ik heb uiteindelijk een aantal IVF pogingen ondernomen, dat was 15 jaar geleden, en heb ook 2 keer een zwangerschapsverlies gehad. Dat was heel zwaar. Medisch is toen alles uit de kast gehaald, tot ik niet meer kon. Maar psychologisch of emotioneel was er niets. Dat is nu gelukkig anders.”

Hoe ben je zelf omgegaan met dat verdriet?

Reintje: “Dat is een verdriet dat er altijd zal zijn. Ik vind dat ook niet erg. Vandaag sta ik zover dat ik het kan omarmen. Maar er zijn nog dagen dat ik het moeilijk heb, dat ik geen sociale media opendoe. Dan zoek ik de dingen op die ik echt graag doe, de natuur, of bloemschikken. Ook mijn werk helpt mij. Maar dat is voor iedereen anders. Voor mij moet er genoeg afwisseling zijn in de dagen, en gelukkig komt die vanzelf. Je moet dat tijd geven. Tijd is heel belangrijk, omdat je jezelf moet kunnen vinden en zoeken wat er bij je past. Tijd is ook belangrijk, omdat het verdriet er eerst gewoon moet kunnen zijn. Pas later kan je doorgroeien naar het omarmen, het negatieve omzetten in iets positief. Volledig accepteren dat ik kinderloos ben, ga ik nooit kunnen. Mensen proberen je te troosten, en zeggen vaak goedbedoelde dingen als ‘je kan niet alles hebben in het leven’. Vroeger kwetsten zo een uitspraken, nu weet ik dat de meeste mensen het goed met je voor hebben.”

Wanneer je op latere leeftijd geen grootouder wordt, brengt dat opnieuw verdriet mee

Waarom is dit thema ook relevant voor S-Plus?

Reintje: “Wanneer je geen ouder wordt, word je ook geen grootouder. Weinig mensen realiseren zich dat dat opnieuw verdriet met zich meebrengt. Ik ben op een leeftijd dat ik er dikwijls mee geconfronteerd wordt, zoals op sociale media bijvoorbeeld. Foto’s van kleinkinderen worden vaak als eerste bovengehaald, zeker als ze nog klein zijn. Maar ook als je wel kinderen hebt, kan het zijn dat je toch geen kleinkinderen krijgt. Als je kinderen bewust kinderloos blijven, de juiste partner niet vinden of zelf vruchtbaarheidsproblemen hebben bijvoorbeeld. Ook dat kan verdriet meebrengen. Voor jezelf, maar ook voor je naaste omgeving is het moeilijk om met die onvervulde kinderwens om te gaan.”

Hoe bereik je mensen als kinderwensconsulente?

Reintje: “Vaak is het omgekeerd. Mensen bereiken ons. Ik had gehoopt ook met zeventigers en tachtigers te praten, maar dat is helaas (nog) niet gelukt. De oudste mensen in mijn sessies waren eind de 50. De oudste generatie zegt vaak: “Dat is voorbij.”. Dat is daarom niet zo, want dat het echt voorbij is, kan ik me niet inbeelden. Ik denk dat er daar nog heel veel onverwerkt verdriet kan zitten.”

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari-februari-maart 2023. Lees hier nog meer artikels.

S-Plus vervult Hartenwens van Charel

05-09-2022

Nog eens met de duiven spelen. Dat was de eenvoudige wens van de 81-jarige Charel Borremans uit Rijkevorsel. Binnen het project ‘Hartenwens’ vervult S-Plus ieder jaar een aantal wensen en dromen van oudere senioren. Van een helikoptervlucht tot een uitstap naar zee met familie – alles is mogelijk. Deze keer was het de beurt aan Charel en mocht hij 4 september een duivenwedstrijd meemaken. 

Charel kreeg ooit enkele duiven cadeau. Duivensport was populair en samen met een 50-tal andere leden van de duivenvereniging werden wekelijks wedstrijden georganiseerd. “Op zaterdag werden de duiven gelost. Op zondag moest je vroeg opstaan en wachten tot de duiven gingen ‘vallen’. Met goede duiven ging dat snel, bij anderen duurde het soms wat langer. Er is zelfs één keer een duif verloren geraakt. Deze werd uiteindelijk in Limburg teruggevonden, maar dat was te ver voor Charel. Van hem mocht de duif daar blijven.”

Zijn hobby als duivenmelker moest hij stopzetten, maar zijn interesse ging niet weg

Op 63-jarige leeftijd kreeg Charel een herseninfarct (CVA), waardoor hij niet meer thuis kon blijven wonen. Zo is hij op jonge leeftijd in het woonzorgcentrum Prinsenhof in Rijkevorsel terecht gekomen. Zijn hobby als duivenmelker moest hij stopzetten, maar zijn interesse ging niet weg. Geregeld ziet hij vanuit zijn kamer nog duiven voorbijvliegen. “Hij zou zo graag nog eens met de duiven spelen met een echte duivenmelker. En nadien genieten van frietjes met stoofvlees.” 

Zo gewenst, zo gedaan, denkt S-Plus. Zondag 4 september beleefde Charel een dag om niet snel te vergeten. In samenwerking met de Duivenbond van Rijkevorsel en het woonzorgcentrum mocht hij genieten van de ‘vallende duiven’ in de tuin van duivenmelker Jef. 

Ouderen in een woonzorgcentrum weten nog heel goed wat ze graag willen, maar een deel van hun bewegingsvrijheid is ingeperkt. Zelfbeschikkingsrecht is echter belangrijk, ook als je ouder bent. Want wanneer vroegen ze het laatst ‘wat wil jij nog eens doen?’ of ‘wat wil jij nog eens eten?’. En hoe simpel kan dan het antwoord zijn: een duivenwedstrijd meemaken, en frietjes van de frituur!

Charel1

 

Charel2

 

Charel3

 

Charel4

 

Charel 5

 

Charel6

 

Charel7

Foto's van Frank Van Hollebeke

Heb je zelf een hartenwens of ken je iemand met een grote droom?  
Contacteer ons op info@s-plusvzw.be of bel ons op 02 515 02 06.  

Abonneer op Maatschappij