Enkele jaren geleden klonken er overal alarmerende geluiden. Je zou bijna gedacht hebben dat er een spook door Europa waarde. Maar Karel Marx en Friedrich Engels zijn intussen bijna alleen nog historische figuren. Neen, dat spook waarvoor toen werd gewaarschuwd, heette de vergrijzing. Die zou een enorme bedreiging vormen voor de toekomst van ons land. De gemiddelde leeftijd stijgt en blijft stijgen, zodat de problemen omtrent de betaling van pensioenen en gezondheidskosten steeds moeilijker worden.
Goed nieuws voor ons, 60-plussers. We zitten blijkbaar minder in de weg dan enkele jaren geleden
Alleen is het thema nauwelijks nog in onze media terug te vinden. Hoewel het regeerakkoord er nog aandacht aan besteedt, lijkt het probleem voor de gewone man in de straat – met andere woorden: de gemiddelde televisiekijker – niet meer actueel. Goed nieuws voor ons, 60-plussers. We zitten blijkbaar minder in de weg dan enkele jaren geleden. Of misschien zijn wij geen nieuws meer? Zoals al het nieuws, is dat wat even heel erg brandend actueel was, snel totaal onbelangrijk. Niets om een babbelprogramma mee te vullen.
Of, laat ons eens optimistisch klinken, zou het kunnen dat economen ontdekt hebben dat die oudere mensen niet alleen verliesposten zijn? Veel ouderen kunnen zich immers nog wel wat permitteren. Ze zijn belangrijke consumenten, niet enkel wegens de dingen die ze voor zichzelf kopen, maar ook als kopers voor hun kinderen en kleinkinderen. Daarvoor wordt die grijze generatie, ondanks de vele kosten, toch nog belangrijk voor de economie. En is de economie niet het allerbelangrijkste in een samenleving?
We moeten er als ouderen zélf in geloven dat wij de wereld mee kleur geven
Laten we er onszelf maar goed van overtuigen dat we meer kunnen bijbrengen dan het geld dat we besteden. We moeten er als ouderen zélf in geloven dat wij de wereld mee kleur geven. Is er iets beters dan de toekomst rooskleurig tegemoet zien?