Verwarming
Mijn moeder woont nog alleen. Het besje is inmiddels de 90 gepasseerd, en trekt nog in alles haar plan. Maar sinds mijn vader gestorven is, heeft ze voor bepaalde technische zaken toch extra hulp en aandacht nodig.
Zo meldde ze een paar weken geleden dat haar verwarming het niet zo goed meer deed. Ik krijg het maar niet warm wist ze te vertellen bij ons wekelijks bezoekje. Nu weet ik dat warm voor mijn moeder iets anders betekent dan voor mij, want zij beweert altijd dat een woonplaats toch minimaal 25° warmte behoeft.
Maar op die leeftijd wil je het warm hebben, vooral als je de oorlog hebt meegemaakt, en honger en koude hebt moeten doorstaan. Ze woont in een sociaal appartement, en we weten dat de kwaliteit en de afwerking van de gebruikte materialen niet altijd opperbest is. Maar als een moeder klaagt, moeten de kinderen inspringen.
Samen met mijn broer bekeken we dus de verwarmingsketel. Die stond goed, voor zover wij de technische kennis hebben, en ook de radiatoren waren lekker warm. Het probleem moest dus elders liggen.
Na een korte inspectie, bleek er bijzonder veel tocht te komen aan de zijkant van een raam aan de voorzijde van het appartement. Er leek een spleet te zitten tussen raam en muur. Normaal kit je die dicht met wat silicone of iets anders, maar mijn moeder bezwoer ons dit niet te doen:
“We mogen niets veranderen, of anders zullen ze niets meer willen komen maken”. Vertelde ze ons. Ja, dan rest er niets anders dan even te bellen naar de huisbaas met de vraag dit te komen herstellen.
Dat deed ze dan ook, maar na een week was er nog niemand gekomen. Intussen was de eerste vrieskou ingetreden, en mijn moeder moest een elektrisch kacheltje bijplaatsen en een dikke trui aandoen, om 'niet te bevriezen' zoals ze zelf zei.
Overdag haalde ze amper 19 graden, dus moet het 's avonds inderdaad wat minder zijn geweest. Omdat we niets mochten veranderen, omwikkelde ik een lange plank met wat wol, en besloot deze tegen de spleet te plaatsen met een nagel of iets dergelijks, een soort tochtstrip zeg maar. Dat zou toch wat moeten schelen. De koude tocht die binnenkwam langs het raam was inderdaad te groot om met de krap bemeten verwarming op te vangen.
Intussen had mijn moeder al een paar keer gebeld met de huisbaas. Ik vermoed dat ze daarbij wel een beetje aangedrongen zal hebben op haast, en misschien niet in al te geduldige bewoording.
Hoe dan ook, op een zondag wilde ik mijn plank plaatsen. De plank was een beetje te lang, dus keek ik even naar de bovenzijde van het raam, en zag daar tot mijn verbazing de verluchtingsstrook wijd open staan. Je kent het wel, boven een raam vind je soms een strook, die open en dicht kan, om verse lucht binnen te laten. Die stond inderdaad wijd open, en liet de koude verse buitenlucht ongegeneerd binnen. Ik sloot die, en bevestigde de plank maar uit alle zekerheid. De koude kwam niet uit een vermeende spleet, maar uit de verluchtingsstrook.
“Jouw vader zou dat allang gezien hebben”, lachte mijn moeder. Toch was ze dankbaar dat het geregeld was. Een beetje beschaamd belde ze de maandag daarop naar de huisbaas, om te melden dat het probleem opgelost was.
Zo zie je maar dat we onze vader nog elke dag missen, hoewel we met z'n allen ook wel wat technische kennis hebben. Maar kennis van zo'n verluchtingsstrook boven een raam, dat had blijkbaar enkel mijn vader.