Uitgetest
Heel zeker is de Belg nooit in de geschiedenis zo grondig getest als de voorbije twee jaar. Een hoestje, een niesbui, wat koorts en hop, een staafje in de neus. We ondergaan het allemaal heel gewillig en de farmareuzen zullen er zeker niet rouwig om zijn. Maar dat hele gedoe is toch maar een klein stukje van wat in deze periode op de proef wordt gesteld.
Veel meer dan de fysieke tests die aangeven of iemand positief of negatief is, werden andere tests belangrijk. In deze coronaperiode kwamen de verhoudingen tussen de mensen zwaar onder druk te staan. In al die maanden werd heel grondig beproefd in hoeverre onze maatschappij nog een samenleving is gebleven. Wat kunnen mensen nog van elkaar verdragen? Hoeveel meningsverschil is nog toegelaten? Kunnen we het nog hebben dat sommige mensen een vaccin weigeren en zich afkeren van de grote campagnes? Kunnen we dat zonder in een wij (de goeden) – zij (de slechten) tegenstelling te vervallen?
Natuurlijk, de verdeling van de bevolking is geen verhaal dat met corona is ontstaan. Al jaren voordien hebben bepaalde politiekers en partijen hun succes opgebouwd op zwart-witdenken, op het tegen elkaar opzetten van mensen die verschillen in overtuiging, kleur, rijkdom, herkomst, levensvisie. Alles wat de harmonie kon verstoren, was goed om stemming te maken. De media en zeker de zogenaamde ‘sociale’ media speelden hierin gretig mee. Het gevoel samen deel uit te maken van één groep, één land werd onverbiddelijk naar de geschiedenisboeken verwezen.
Een betreurenswaardige evolutie. Zijn wij niet grootgebracht met het idee van solidariteit, van eenheid in verscheidenheid? Kom, leg dat plaatje van Canned Heat nog eens op: 'Together we stand, Divided we fall'. ‘Let’s work together’, heet het. Een golden oldie.