Is mijn geld wel veilig op de bank?

door Jan

Gaat mijn bank failliet? Is mijn geld wel veilig?
Ik krijg de laatste tijd nogal wat vragen over geld en banken.

Mensen weten dat ik mijn carrière doorbracht in een financiële instelling, en gaan er dus van uit dat ik insider kennis heb. Ik probeer dan altijd te vertellen dat ik toch al zo'n 3 jaar met pensioen ben, en dus evenveel weet als een gewone burger. Maar misschien volg ik het allemaal met wat meer interesse.

Het verhaal is niet zo eenvoudig te vertellen, maar tegelijk ook weer wel.
Laat mij beginnen met het niet zo eenvoudige verhaal:

Dan gaat het al snel over maatregelen om de economie te stimuleren zoals quantitative easing, depositogarantie, liquiditeitsvereisten, inflatie en dergelijke meer.
Maar dan krijg ik vragen daarover. 

Ook de pandemie heeft een effect gehad op de economie

Het doel van quantitative easing is de stimulatie van de economie door het voor bedrijven en consumenten makkelijker en aantrekkelijker te maken geld te besteden. De voornaamste quantitative easing maatregelen zijn dan ook het verlagen van rentetarieven en het vergroten van de hoeveelheid geld in circulatie.

En ja hoor, er is nogal wat geld bijgemaakt. Zoveel dat het vroeg of laat een nadelig effect moet krijgen. Het voor de hand liggende effect is een stijging van de inflatie.

Maar ook de pandemie heeft een effect gehad op de economie.

En laten we ook de oorlog in Oekraïne niet vergeten, met een stijging van de prijzen van de grondstoffen.  Ook die zorgen voor een stijging van de inflatie.

Alles hangt dus aan alles, en wie daarover begint na te denken wordt al gauw bang dat het fundamenteel mis moet lopen.

Maar neen, dat vertel ik liever niet aan de mensen.  Ze weten dat allemaal wel. Veel vaker vertel ik het eenvoudige verhaal. Dat gaat als volgt:

De belangrijkste grondstof van een bank heet vertrouwen. Vertrouwen dat de bank aan wie je jouw geld gaf, dat ook zal teruggeven als je erom vraagt. De overheden steunden dit vertrouwen door garanties te geven. Want zonder vertrouwen kan geen enkele bank overleven.

De belangrijkste grondstof van een bank heet vertrouwen

Dat vertrouwen is sterker ingebakken in onze samenleving dan we zelf beseffen. We aanvaarden dat een papiertje evenveel waard is als pakweg een dag werken. Dat wat cijfertjes in een kolom die we sinds een paar jaar zelf moeten afdrukken, ons vermogen is. Dat we met een plastieken kaartje betalingen kunnen uitvoeren, en dat de ontvanger dat vertrouwt.

Zolang dat vertrouwen er is, komt het wel goed. Net daar liep het in Amerika fout. Klanten hadden geen vertrouwen meer in de bank, en haalden massaal hun geld af of schreven het over naar een andere bank waar ze meer vertrouwen in hadden. Ondanks de belofte van de overheid om alle spaarcenten te garanderen. Het vertrouwen was weg. En vertrouwen is zoals we zagen, alles.

Je kan dus alles in vraag stellen, ook de overheden. Je kan je vertrouwen verliezen in de banken, maar ook in de overheid die een garantie geeft. Dan val je terug op de boekhoudkundige regels die stellen dat als je geld spaart bij een bank, je geen klant bent, maar een leverancier. Bij een faillissement zijn doorgaans de leveranciers de pineut. Want in Zwitserland werden de aandeelhouders wel voor een stuk vergoed. De obligatiehouders (de leveranciers dus) niet.