Memento
Of je nu gelovig bent of niet, in deze tijd van het jaar is het goed onze doden te herdenken. De gelovigen hebben hiervoor hun vaste dag, maar wie niet gelooft, kan in deze periode dezelfde gedachten koesteren. Als we in de loop van het jaar al niet geregeld, vanzelf, onze gedachten laten gaan naar diegene(n) die we hebben verloren, dan is het nu echt de tijd waarin wij met de vergankelijkheid worden geconfronteerd. En daardoor ook met het verlies, het rouwen, soms ook de dankbaarheid om wie wij in ons leven hebben gehad.
In de alledaagse drukte durven we allemaal te vaak de gedachtenis aan die ander laten vervagen
In de alledaagse drukte, ons voortdurend bezig zijn, durven we allemaal – we moeten eerlijk zijn met onszelf – te vaak de gedachtenis aan die ander laten vervagen. Voor een deel is dat gezond, want anders zou je aan het verdriet ten onder kunnen gaan en dan verlies je zelf de kracht om te leven. Maar onze jachtige tijd drukt toch veel te gemakkelijk die onaangename ontmoeting met de afwezigheid van de ander weg. Dan één keer per jaar daar extra bij stilstaan, de tijd even stopzetten omdat die in ons leven met die ander ook effectief is stopgezet, is zeker niets te veel.
Het geeft ons ook de kans om ons bewust te worden van het eigen geluk er wél nog te zijn, wél nog te kunnen genieten van de zovele kleine dingen van het leven. Dingen die wij eigenlijk bijna altijd veel te weinig naar waarde schatten.
Het besef dat er op een zekere dag ooit een einde aan ons leven komt, dwingt ons ertoe het vanaf vandaag goed te leven
Daarom moet de gedachte aan de vergankelijkheid ons ook niet droevig stemmen. Integendeel, de herinnering aan hoe goed het is geweest, kan heel wat troost geven. Terzelfder tijd krijgen we kans om ons er scherp van bewust te zijn dat ‘de tijd die mij toegemeten was’ (zoals wijlen Dirk Van Duppen het in zijn afscheid formuleerde) te waarderen en beter te gebruiken. Zo kan de overledene ons over de dood heen duidelijker maken welke keuzes we beter maken.
Het besef dat er op een zekere dag ooit een einde aan ons leven komt, dwingt ons ertoe het vanaf vandaag goed te leven. Een beloning staat ons hierna wellicht niet te wachten. Laten we onszelf dus belonen door het nù goed te doen.