Het jaar van de Beer (?)
Soms schrijf je niet wat je wilt, maar wordt het onderwerp je opgedrongen. De manier waarop Vladimir Poetin zich een weg baant door Oekraïne schokt de wereld, althans vooral dat deel van de wereld dat wij het onze noemen. Dat er nu al meer dan tien jaar in Syrië een oorlog aan de gang is, dat Jemen al jaren een verdoemde plek op de aardbol is, dat konden we immers gemakkelijk vergeten. Maar nu, in het oude continent Europa, nu treft het ons veel dieper.
Meer dan 75 jaar geleden sloten we in West-Europa een van de bloedigste en onmenselijkste episodes uit de moderne tijden af. Zoveel jaar waarin er een relatieve rust en vrede tot stand werd gebracht, althans zo moeten we het ons herinneren. Wij vergeten even de brute scheiding tussen Oost en West, de Berlijnse Muur, en bij het einde van de twintigste eeuw de bittere verdeling van het vroegere Joegoslavië. Wij dachten eigenlijk dat het hier voor altijd zo blijven zou. Oorlogen bestonden nog, maar die werden ver weg gevochten, met meestal gekleurde mensen in de pijnlijke hoofdrol.
Oekraïne brengt het geweld en de willekeurige dood nu weer dichter bij ons. Het besef dat er nu weer mensen zullen sterven, dat levens en toekomstplannen gewelddadig doorbroken worden, maakt ons ongemakkelijk. Een slecht gevoel dat we eigenlijk al een hele tijd hadden moeten meedragen door de ‘conflicten’ (dat klinkt toch minder erg dan oorlog, nietwaar) die op verscheidene plaatsen blijven smeulen. De globalisering lijkt plots niet veel meer te zijn dan een sprookje van de economie. Daaronder zijn de oude tegenstellingen en de strijd om hulpbronnen als gas blijven smeulen.
Misschien moeten we nu meer dan ooit beseffen welke prachtige periode van vrede we de voorbije tientallen jaren hebben gekend. Heel zeker moeten we hopen dat beide partijen zo snel mogelijk aan tafel kunnen zitten om meer verlies te vermijden. Na de wapens komt er onvermijdelijk een moment dat er weer gepraat moet worden. Hoe vroeger, hoe beter.