Het einde van de wereld

door Jan

Soms lijkt het alsof de wereld, onze wereld, ten einde is. 
Ons maatschappelijk bestel staat zwaar onder druk, met een sterk toenemende ongelijkheid. Ook worden alle waarden en normen in vraag gesteld, en heerst er een vorm van egoïsme die ik, in al de jaren die ik bewust meemaakte, nog nooit heb gezien.

Daarnaast heerst er een klimaatcrisis zonder voorga.
De coronapandemie lijkt in de Westerse wereld bedwongen, maar woedt nog volop in grote delen van deze planeet. De economische gevolgen van deze pandemie worden voelbaar.

En, alsof dat nog niet genoeg is, komt een dreiging van een financiële crisis eveneens om de hoek kijken. Het lijkt wel of alles dreigt samen te komen in een soort perfecte storm.

En waar is de jeugd?

De jaren zestig, zeventig, ja, zelfs de jaren tachtig van de vorige eeuw kenden veel rumoer. De politici mochten niet veel fout zeggen, of de straten liepen vol, de studenten op kop. Zelf heb ik tientallen, wellicht meer dan honderd keer op straat mijn ongenoegen geuit. Ongenoegen over de gang van zaken, over politieke of sociale beslissingen.

Bedroefd om de teloorgang van dit protest in het begin van deze eeuw, zocht ik naar oorzaken.
Een vriend van mij verwoordde het zo: “studenten hebben het te goed, zelfs zij hebben nu van alles te verliezen. In tegenstelling tot de tijd toen wij studeerden: wij hadden niets, en dus ook niets te verliezen. Ik walg ervan als ik ze zie, met hun cocktails op de terrassen voor de studentencafés. Discussiëren over hun volgende vliegtuigreis, of hun grote back-pack avontuur dat ze plannen na hun studies.” 

Ik zette die kritiek altijd weg als een gevolg van de generatiekloof, je weet wel, vroeger was alles altijd beter, maar ook ik werd een beetje moedeloos van de reacties van vele jonge mensen.
Jonge mensen die alleen begaan leken met hun vermeende vrijheden: de vrijheid om te mogen fuiven, om te mogen reizen, om op restaurant te mogen gaan. 

Daarom ben ik dan ook bijzonder verheugd dat de jongeren eindelijk zijn wakker geschud.
Door een klein meisje dat de wereld en de volwassenen uitdaagt, en erin slaagt de jongeren te doen spijbelen.
Spijbelen, tegenspreken, een eigen mening vormen, hoe lang was dat al geleden?
De kritiek hierop van vele volwassenen is onterecht. 
Neen, de jongeren moeten niet braaf in de klas zitten, en het einde van het schooljaar afwachten. 
Ja, zij hebben de verdomde plicht om ons, de volwassenen, te wijzen op wat fout loopt. Duidelijk maken, dat ze het anders willen. De toekomst is immers aan deze jongeren. 

Ondanks de vele dreigingen die op ons af lijken te komen, ben ik een beetje hoopvol gestemd. Als de jongeren erin slagen een brede beweging op gang te trekken, kan er iets veranderen.

Misschien lukt het niet, misschien zal de wereld in de verkeerde richting veranderen, maar er zal ten minste iets bewogen hebben. Er zal een poging ondernomen zijn om het beter, anders, te doen.

De jongeren en hun toekomst verdienen het.