Een gemiste oproep
Het gaat vooruit. Eindelijk.
Een gemiste oproep. Van een onbekend nummer. Van het vaccinatiecentrum, blijkt als ik terugbel. Maar het is een bandje met uitleg, ik krijg niemand aan de lijn om te zeggen dat ik echt wel beschikbaar ben. Oh neen, ik heb mijn kans gemist.
Maar al snel kan ik het relativeren, want een maand geleden ben ik besmet geraakt met corona en ik vermoed dat ik voorlopig voldoende antistoffen heb. Bovendien ben ik gebeld omdat ik op de reservelijst sta. Binnenkort kom ik sowieso wel aan de beurt. Maar de dag nadien bellen ze terug. Ik beken: ik heb mijn gsm niet uit het oog verloren sinds die gemiste oproep. Ik mag een dag later om mijn eerste prik. AstraZeneca.
Het is een zonnige dag en mijn uitstap naar het vaccinatiecentrum voelt als een belangrijke gebeurtenis. Een ‘plechtig’ moment, een officieel gebeuren. Eindelijk. Het voelt onwezenlijk. Meer dan een jaar beheerst corona ons leven. De angst om besmet te worden, de angst dat geliefden ziek worden. De beelden van de overvolle ziekenhuizen, van beademde zwaar zieke mensen … het heeft er zwaar ingehakt. Het besef dat alleen een vaccin redding kan brengen, maar tegelijk het besef dat het ontwikkelen van zo’n vaccin tijd vergt. En dan toch de hoopvolle berichten dat de vaccins er veel sneller zullen zijn dan gehoopt. Ik heb dat allemaal intens beleefd. En dan nu is het zover. Ik ben aan de beurt.
Ik voel me een beetje bevoorrecht als ik het vaccinatiecentrum binnenrijd. Ik neem plaats achteraan in de rij. Want er staan toch wat mensen aan te schuiven voor de ingang. Iedereen keurig op anderhalve meter van elkaar. Met mondmasker, vanzelfsprekend. Ik voel me zelfs een beetje feestelijk en heb het gevoel dat iedereen blij is dat ze daar mogen zijn. In de wachtrij ontmoet ik een vriend die ik het afgelopen jaar welgeteld 2 keer heb gezien, op een veilige afstand, uiteraard. Tijd om bij te babbelen. Waardoor mijn vaccin-uitstap echt een feestelijk tintje krijgt. Je wordt vandaag van minder euforisch, want hoe lang is het geleden dat je naar een gebeuren met zoveel volk mocht? Ik lach er achteraf mee met vrienden die ook hun eerste prik kregen: het was bijna een vrolijke uitstap.
Alles verloopt vlekkeloos en vlotjes daar in het vaccinatiecentrum. Terwijl het toch niet niks is zo’n vaccinatie van een hele bevolking. Tenminste van zij die het willen. Het is een vage herinnering aan hoe mijn mama me in de jaren ’60 uit de klas kwam halen voor het poliovaccin. Het begin van de – verplichte – poliovaccinatie van alle kinderen. Dat was ook ‘officieel’, op het gemeentehuis, druppeltjes op een klontje suiker. Sindsdien hebben we niet meer te maken gehad met zo’n grootscheepse vaccinatiecampagne. Dat hebben we met z’n allen toch maar prima voor elkaar gekregen. Ik hoor overigens dat er zich te veel vrijwilligers aanbieden om te helpen in het vaccinatiecentrum. Als dat geen solidariteit is. Maar ook een klein beetje eigenbelang natuurlijk. We willen allemaal zo snel mogelijk terug naar een normaler leven.
12 uur na mijn prik heb ik het afwisselend koud en warm. Beetje koorts? De dag nadien ben ik futloos, moe en krijg ik lichte koorts. Maar 36 uur later ben ik weer fit. Nu nog 3 maanden wachten op de tweede prik. Mogen we nu echt hopen op een ‘normale’ zomer?