De toren van babbel
Er is een tijd geweest, en sommige lezers zullen zich die tijd nog goed herinneren, dat een voetbaluitzending zo’n kwartier voor de aftrap begon. Net genoeg tijd om Rik De Saedeleer de kans te geven iets te vertellen over het aantal toeschouwers, de sfeer rond het terrein, de samenstelling van de ploegen en soms iets over de te verwachten tactiek. Die tijd is nu definitief voorbij.
Zodra het laatste fluitsignaal heeft geklonken, is het weer blablabla-tijd
Een tv-uitzending over de populaire sporten begint zo vroeg dat er zelfs al uitgezonden kan worden als er volstrekt niets gebeurt. Zo zagen we recent hoe de spelers van de bus stapten die hen naar het stadion had gebracht. Een beetje jammer natuurlijk dat ze bus hadden genomen, anders hadden we kunnen zien welke prachtige bolides zij zich mede dankzij de supporters kunnen veroorloven.
Een hele tijd vóór het sportgebeuren een aanvang neemt, wordt in de studio of op locatie al druk gepalaverd over wat er te verwachten is. Daarna komt even een vrij storende onderbreking – de eigenlijke wedstrijd – maar na de eerste helft kan er weer gebabbeld worden.
Zodra het laatste fluitsignaal heeft geklonken, is het weer blablabla-tijd. Gelukkig is iedereen intussen al vergeten wat er vóór de wedstrijd werd verteld … In elk geval wordt een hele kijkavond moeiteloos met woordenboeken ingevuld. (Bij het wielrennen heb je een vergelijkbare velodramatische nabespreking die uitlegt wat de kijker had moeten zien).
Wellicht vinden de meeste kijkers dat niet zo erg – er wordt toch geen protest gehoord -, maar de vraag is wat dit allemaal waard is. De Romeinen vroegen brood en spelen en kregen die, de moderne voetbal- of koersliefhebber krijgt vooral gebabbel waarvoor je vroeger naar het café moest. Dat hoeft nu niet meer, het wordt thuisbezorgd. Geen wonder dat de horeca het moeilijk krijgt.