De coronasamenleving: solidariteit is meer dan ooit nodig!

door Sarah Van Humbeeck

De coronacrisis heeft een invloed op jong en oud. Onze samenleving ziet er anders uit en wordt gekenmerkt door mondmaskers en afstand. En dat voelen we. Want mensen zijn per definitie sociale wezens. 

We praten erover met Ella Vanden Broeck (20), studente communicatiemanagement in Hasselt, en Jos Bertrand (67), lid van de Raad van Bestuur van S-Plus, voorzitter van ESO-PES Seniors (Europese koepel van socialistische seniorenverenigingen) en lid van S-Plus in Brussel.

Ella, hoe verloopt het studentenleven in coronatijd?

Ella: “Niemand had natuurlijk verwacht dat dit een normaal schooljaar ging zijn. Op mijn kot in Leuven werd in het begin van het academiejaar nog samen gegeten of TV gekeken, maar nu merk ik dat mijn kotgenoten ook meer en meer hun eten opwarmen en eten in hun kamer. Het laatste beetje sociaal contact valt weg, wat maakt dat ik aan het twijfelen ben of ik niet beter naar huis ga.”

Hoe staan jonge mensen tegenover de coronaregels?

Ella: “In het begin van het academiejaar, toen de cafés nog open waren, waren er veel studenten rond de Oude Markt. Dat was raar, er was geen social distancing meer, ook omdat iedereen op hetzelfde uur naar huis moest. Ik denk dat veel studenten ook wel begrip hebben voor de sluiting van de horeca, omdat we ook wel voelden dat het niet klopte om op een terras te gaan zitten. Ook al was het volgens de toenmalige regels. Jongeren willen zich wel aan de regels houden, maar soms beland je in een situatie waar dat niet kan. Bijvoorbeeld, we willen wel afstand houden maar moeten dan wel een overvolle bus nemen om naar school te gaan. Op dat moment voelt dat verkeerd.”

Jos: “We weten nog altijd niet waar mensen besmet worden. Men zegt dat dit meestal in familiale kring gebeurt, maar ook daar wordt het door iemand binnengebracht. En als je dan het openbaar vervoer ziet of sommige bijeenkomsten, dan moet je niet ver zoeken hoe de ziekte in een gezin terecht komt. Volgens mij is de klas wel een veilige omgeving, maar wat met de weg naar school, de speelplaats … ?”

Jos, hoe hebben jullie die eerste lockdown ervaren?

Jos: “Wel, mijn partner en ik waren beiden ziek en mochten het huis niet uit. We zijn ziek geworden in het prille begin van de lockdown, vermoedelijk was het corona, maar er werd toen nog niet getest. Uiteindelijk zijn we allebei 5 weken in afzondering gebleven. Onze zoon deed onze inkopen en af en toe kwamen er vrienden langs, die dan aan de overkant van de straat bleven staan voor een praatje. Gelukkig was het ook mooi weer en konden we in de tuin zitten. We waren bang voor wat er ging komen, want dat wisten we niet. Dat voel ik ook bij veel oudere mensen, ze hebben schrik voor hun gezondheid, en mijden daarom sociaal contact.”

Ella, leeft die angst ook bij jongeren?

Ella: “Ik denk dat jongeren vooral bang zijn om hun ouders of grootouders te besmetten. Je kent de impact van de ziekte niet, iemand kan perfect gezond lijken en dan toch zwaar ziek worden van corona. Ikzelf ben ook minder bang om zelf ziek te worden dan om de ziekte door te geven aan anderen. Daar zou ik me heel schuldig om voelen.”

De sociale isolatie heeft ervoor gezorgd dat eenzaamheid een groter probleem is geworden bij jong en oud. Hoe uit zich dat?

Jos: “Eenzaamheid is sowieso al een groot probleem bij senioren. Maar als je dan beperkt wordt in je bewegingsvrijheid, activiteiten worden afgelast, je bent bang om ziek te worden als je naar winkel gaat, dan wordt dat probleem nog groter. Corona heeft de eenzaamheid van velen groter gemaakt. Dat geldt voor ouderen die thuis wonen, in seniorenflats of in woonzorgcentra. Er is daar heel geëngageerd personeel dat naar omstandigheden heel goed werk levert, maar uiteindelijk mis je je familie, je mist je kinderen en kleinkinderen. De problematiek bij ouderen kan heel divers zijn. Je hebt heel fitte senioren met veel contacten. Zij ervaren problemen omdat de coronamaatregelen hun wereld kleiner maken. Dan heb je senioren die alleen zijn, zij voelen de eenzaamheid in deze periode nog meer. Senioren in woonzorgcentra zijn erg getroffen omdat ze afhankelijk zijn van de instelling waar ze verblijven. Meer nog, ze zijn er aan overgeleverd. Dé senior bestaat niet, en naast al de terechte aandacht voor de problemen in de woonzorgcentra en de collectieve seniorenwoningen, wordt dat in de media soms vergeten. Als senioren merken wij een groeiende discriminatie van ouderen, denk maar de discussie over de toegang tot het ziekenhuis of uitspraken als ”waarom moeten ouderen met corona nog opgenomen worden in het ziekenhuis, ze moeten toch ergens aan doodgaan. Onaanvaardbaar vind ik dat! Met ESO ( de Europese seniorenorganisatie) pleiten we daarom ook voor een actieprogramma tegen het discrimeren van ouderen.”

Ella: “De periode van de lockdown in het voorjaar heb ik thuis doorgebracht en dat was toch wel anders dan nu. Daar had ik dagelijks contact met mijn ouders, broer en zus. Tot nu toe valt het op kot ook mee, maar de laatste 3 dagen had ik geen les en zat ik hier ook alleen. En dat voelt direct wel eenzamer. Maar ik kan er wel iets aan veranderen als ik wil. Langs de andere kant zijn er vriendinnen die zich soms wel eenzaam voelen, ondanks het feit dat ze bij hun ouders wonen. Sommige jongeren hebben echt nood aan sociaal contact met leeftijdsgenoten. Ik kom uit een warm gezin, ik kan me ook voorstellen dat je je eenzamer voelt als je gezin minder hecht is.”

Jos: “Eigenlijk zitten wij nog in een bevoorrechte situatie. Je moet maar eens een gezin zijn met 4 kinderen in een appartement met 3 slaapkamers waar je niet naar buiten kan. Dat is een totaal andere situatie maar wel de trieste realiteit van veel mensen vooral in de steden. De coronacrisis heeft de tegenstellingen tussen arm en rijk groter gemaakt.”

De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat de digitalisering in een stroomversnelling gekomen is. Wat vinden jullie daarvan?

Ella: “In het onderwijs heeft men tijdens de lockdown in het voorjaar heel snel moeten omschakelen. Afstandsonderwijs leek zowat de enige oplossing, maar ik denk dat er pas nadien nagedacht is over de jongeren die moeilijk of geen toegang hebben tot computers of internet. Niet iedereen heeft een eigen laptop, en als je met verschillende kinderen in een gezin op hetzelfde moment afstandsonderwijs moet volgen, en er is maar één laptop, dan is dat een probleem.” 

Jos: “Digitalisering is niet slecht, maar het moet op een menselijkere manier gebeuren. Zeker als het gaat over dienstverlening. Veel ouderen kunnen bvb. hun bankrekening niet meer beheren, omdat het allemaal digitaal moet. Voor je al je paswoorden en codes hebt gevonden, is de verbinding verbroken en moet je opnieuw beginnen. Daarom, wat dienstverlening betreft moet je altijd terechtkunnen bij mensen. Anders worden mensen die aan de verkeerde kant van de digitale kloof zitten nog meer afgezonderd. Er moeten ook grenzen zijn aan de digitalisering zelf. Daarom pleit ik ook voor een leeftijdsvriendelijke digitalisering, waarbij iedereen recht blijft behouden op een persoonlijk contact.”

Merken jullie dat de coronacrisis het leven duurder gemaakt heeft?

Jos: “De kloof tussen arm en rijk is zeker toegenomen, zeker in de grote steden. Ik hoor ook van mensen dat het moeilijker is dan vroeger om het einde van de maand te halen. Producten in de winkels zijn duurder geworden. Wat ook speelt, is dat de Brusselse economie voor 10 % draait op 65-plussers. Mensen die iets bijverdienen in de horeca, als marktkramer of als muzikant. Die inkomsten vallen nu weg. Tijdelijke werkloosheid slaat het meest toe bij de beroepen die toch al niet zo goed betaald werden. En dat maakt de kloof nog groter.”

Ella: “Ik ben bang dat alles nog duurder zal worden als het virus weg is. Omdat we dan pas de volledige economische impact gaan voelen. Bij mezelf merk ik nu wel een verschil, ik kom nu ruim toe met het maandelijks budget dat ik van mijn ouders krijg. Dat zou nipter zijn als ik zou afspreken met vrienden. Maar er zijn natuurlijk studenten die hun studies betalen met studentenjobs en dat is ook vaak in de horeca. Dat is wel een probleem. Al heb ik gehoord dat er door de coronacrisis ook nieuwe studentenjobs ontstaan, zoals het ontsmetten van winkelkarren bvb.”

Na de crisis komt er een nieuw normaal. Hoe zal dat eruitzien volgens jullie?

Ella: “Er zijn mensen die zeggen dat het nooit meer zal zijn zoals voordien, ik denk het eigenlijk wel. Na de aanslagen in 2016 waren veel mensen in het begin bang op openbare plaatsen, maar nu denk je daar niet meer aan. Ik denk niet dat we naar een nieuwe samenleving gaan. Ik denk dat jongeren de tijd van de coronamaatregelen snel zullen vergeten.”

Jos: “De crisis heeft hard ingeslagen op ons gezondheidssysteem en op onze samenleving. Er is heel wat geld uitgegeven aan de opvang van sociale gevolgen en dat zal heel lang nazinderen. Er is solidariteit nodig om dit op te lossen. Je voelt dat die er in het begin van de crisis meer was dan nu. Mensen zijn meer gericht op hun eigen situatie. Ook het middenveld heeft hier een belangrijke taak. Zijn wij in staat om het op te nemen voor elkaar of gaan we de weg op van ieder voor zich? Dàt is een belangrijke vraag.”

i.s.m. Joetz vzw

nvdr: dit interview werd afgenomen op 22 oktober 2020

Dit is een artikel uit S-Plus Mag januari 2021. Lees hier nog meer artikels.