(Be)lastig
We zijn weer bijna zover: met mei in zicht kloppen de belastingen aan de deur. Voor veel mensen is dat intussen een gebeurtenis waar ze nog weinig van merken.
De cijfers zijn bekend en het volstaat alles eens na te lezen en dan te ondertekenen om weer eens een jaar bij de goede burgers gerekend te worden. Je kan zelf al eens kijken wat de afrekening wordt. Tax-on-web is best een goede uitvinding.
Maar toch, belastingen betalen valt de gemiddelde Belg precies wel zwaar. Van de inkomsten nog eens een schijfje afstaan aan de overheid, valt zelden in goede aarde. Gelukkig kan iedereen zelf ervoor zorgen dat de afrekening niet (te) negatief uitvalt en nogal wat mensen krijgen een stuk terug. Wie wel wat over heeft en een of meer goede doelen heeft begunstigd, plukt daar nu de vruchten van.
Hoe komt het toch dat er over die belastingen zoveel geklaagd wordt? Is het omdat men te weinig ziet dat het gemeenschapsgeld ook goed wordt gebruikt? Omdat men zich er geen rekenschap van geeft dat allerlei publieke diensten alleen verzorgd kunnen worden als de overheid over voldoende middelen beschikt? Wat zou er in 2020 al niet gebeurd zijn als de regeringen de middenstand en de bedrijven niet met hopen geld te hulp waren gekomen?
Neen, laat ons eerlijk zijn: belastingen zijn op zich een goede zaak. Ze maken het mogelijk dat wij niet alleen een welvaartsstaat, maar ook een welzijnsstaat kunnen onderhouden. Daarom is het toch een pijnlijke vaststelling dat een aantal grootverdieners zich als duivels in een wijwatervat weren om hun inkomsten in het buitenland te plaatsen. Ja, ik denk dan ook aan onze nationale voetbaltrots (hoewel zij natuurlijk niet de enigen zijn). Misschien moeten die idolen nog eens een les in echte vaderlandsliefde krijgen.